Bert Klei
Bert Klei 2
Bert Klei 3
Jeugdzorg
Brede en smalle weg
Zangeres?
Vrijwilligers Nivonhuis
postbus 859, 1000 AW Amsterdam, lezers@trouw.nl
Bert Klei
Gistermorgen las ik het bericht van overlijden van A.J. Klei, oftewel Bert Klei. Als trouwe lezer, was Bert voor ons altijd een ankerpunt. Niet het wereldnieuws bepaalde de ingang van de krant, maar de columns van Bert. In die tijd nog veel prominenter in de krant, op de kerkpagina. Zijn lichte ironie en spot met de zwaarmoedige gelovige sprak ons aan. Ik denk dat Klei op dit punt van groter invloed op ons gereformeerde geloofsleven is geweest dan Harry Kuitert.
Jarenlang heeft één van zijn stukjes bij ons op de wc gehangen. Het was een column over zijn vriend die op vakantie altijd Bijbelteksten gebruikte om duidelijk te maken hoe hij het had, waar die zat, of hoe het weer was. Na die column hebben wij die gewoonte ook nog wel eens. Een kaartje naar de kerkenraad, gaat vaak vergezeld van een tekst. Als je wilt weten hoe het ons vergaat, moet je de Bijbel lezen. Toen hij verdween als stukjesschrijver hebben we dat ook altijd als een gemis ervaren. Trouw was niet meer dezelfde.
In het liedboek voor de kerken staat het lied Jeruzalem mijn vaderstad (nr. 265). Hierin laat de dichter zijn fantasie de vrije loop over hoe het in de hemel zal zijn. Hieraan dient naar mijn mening nu een couplet te worden toegevoegd en wel het volgende: En Klei, die schrijft zijn stukjes weer, / met lichte ironie. / Verluchtigt zo het leven weer, /van onze Lieve Heer.
Erik Nobel Terwolde
Bert Klei 2
Op het terras van ijssalon Florenzia, hier in het Haagse, las ik gistermorgen Trouw, toen een weliswaar hervormde, maar toch goede vriend, naast me kwam zitten.
Vanzelfsprekend stonden we, ontroerd, stil bij het overlijden van A.J. Klei. „Geweldig vond ik zijn stukjes, ik mis ze nog steeds”, was mijn commentaar. „Hmmm, ik vond ze soms wat melig” was zijn reactie. Een typerende reactie zoals ik vaker gehad heb wanneer ik enthousiast met van oorsprong hervormde mede PKN’ers over Bert Klei zijn werk sprak.
Het onderschrijft de typisch gereformeerde nestgeur en humor van zijn stukjes. Heerlijk! Moge hij rusten in vrede.
Reinder E. de Boer ’s-Gravenhage
Bert Klei 3
Met enige weemoed las ik de rouwadvertenties voor Bert Klei. En met groot genoegen het mooie stuk van Pieter van der Ven over deze aimabele, geestige man. Oude tijden herleefden. In de jaren tachtig kreeg ik contact met hem, naar aanleiding van een door mij aan de kerkpagina ingestuurd stuk over een lezing van Bethge over Bonhoeffer, dat hij meteen plaatste. Daarna stuurde hij me boeken toe ter recensie en na enige tijd werd ik gevraagd voor een maandelijks, later wekelijks stukje. Dat heeft enkele jaren geduurd.
Ik had een heel leuk, meest telefonisch, contact met Bert. We deelden een gevoel voor humor. Wat schreef hij ongelooflijk geestig en raak. En wat was hij thuis in kerkelijk Nederland!
Ik koester nog de kerstkaarten die hij me stuurde ’met heilbede’.
Laura Reedijk-Boersma Zeist
Jeugdzorg
Na lang nadenken reageer ik op de brief van mevrouw Jonker in Trouw van 19 juli en het artikeltje over minister Rouvoet en Jeugdzorg van 12juli. De brief gaat over een negatieve ervaring met Jeugdzorg. Bij iemand uit mijn omgeving heb ik hetzelfde zien gebeuren.
Onjuistheden in het dossier worden niet aangepast als daar om wordt gevraagd. Gegevens of ’verhalen’ worden negatief geïnterpreteerd. Van een andere uitleg wil Jeugdzorg niet horen. Waar mensen werken, worden fouten gemaakt. Ook bij Jeugdzorg.
Helaas zijn er dan kinderen en ouders of verzorgers bij betrokken voor wie de gevolgen zeer ingrijpend zijn. Terwijl het niet nodig was geweest als er geen fouten werden gemaakt.
Als Jeugdzorg nog meer kinderen gaat volgen, komen er meer dossiers, met meer kansen op fouten. Zullen er dus ook meer fouten gemaakt worden en daardoor levens van zowel kinderen als van ouders of verzorgers geruïneerd worden? Ik denk niet dat de minister dat wil. Het zou goed zijn wanneer in zijn plannen aandacht wordt besteed aan controle op Jeugdzorg zodat zoveel mogelijk fouten voorkomen kunnen worden.
I. Wierda Zwolle
Brede en smalle weg
Als wij, volgens sommige bevindelijke christenen, werkelijk niet weten op welke weg wij lopen en we aan het eind van ons leven maar moeten afwachten of we goed hebben gegokt, belanden we in het afschuwelijke land van Jan Siebelinks boek ’Knielen op een bed violen’ waarin we te maken krijgen met een liefdeloze en wispelturige God, die maar heel weinig mensen toelaat in zijn rijk.
Willen diezelfde christenen me dan de tekst uitleggen waarin staat dat God uit pure liefde zijn enige Zoon naar deze wereld gezonden heeft om die te behouden en niet om te veroordelen?
God is die aardige, geduldige, liefhebbende vader uit de gelijkenis van de verloren zoon, die verlangend op ons wacht en ons met liefde verwelkomt aan het eind van ons leven: ’Dag kind, ben je daar?’
Reina Bakker Swifterbant
Zangeres?
Poetin kiest voor Moskou als songfestivalstad omdat ’zangeres Dima Bilan’, die met ’haar’ winst in Belgrado het Eurovisie songfestival naar Rusland haalde, dat graag wil (Trouw 22 juli). Toegegeven, Bilan zingt soms met een licht androgyne stem, maar is toch echt een man.
Frans van Hilten Leiden
Vrijwilligers Nivonhuis
Zojuist zijn we, 70 en 72 jaar, terug van een week vrijwilligerswerk in Nivonhuis De Bosbeek in Bennekom. Huiswachten heet dat: gastheer en gastvrouw zijn in een vakantiehuis in de bossen waar men kamers kan huren en verblijft op basis van zelfverzorging.
Vakantie zo goedkoop mogelijk, als gezin, als alleenstaande, als oudere. Vrijwilligerswerk van ouderen staat in de aandacht omdat het schijnt af te nemen. Bovendien schrijft Trouw een artikel over vakantie zo goedkoop mogelijk.
Wij troffen deze week een bont gezelschap vakantievierders: de oudste was 92 jaar, de jongste 5 jaar, er waren echtparen met kinderen, alleenstaande moeders met kinderen, ouderen al dan niet met rollator, Vierdaagselopers en passanten, die de NS-wandeling Ede-Wageningen liepen en de Bosbeek als rustpunt aandeden.
Nivonhuizen worden gerund door vrijwilligers, het hele jaar door, en nog steeds melden nieuwe vrijwilligers zich aan, meestal ouderen maar ook gezinnen in de vakantie: de kinderen vermaken zich in het bos en in de speelkelder terwijl de ouders hun gastheer of gastvrouwwerk vervullen.
Ik schrijf dit omdat het goed zou zijn deze vorm van vrijwilligerswerk, die nog steeds goed functioneert en deze manier van voordelig vakantievieren eens onder de aandacht van een breder publiek te brengen omdat er nog veel te weinig over bekend is. Het Nivon is nog een blinde vlek voor veel mensen.
J.H. de Greef-de Rijcke Alkmaar