Belgisch ijsmonster Nijs heerst op koude vlaktes

SINT-MICHIELSGESTEL - “Het kan mij niet koud genoeg zijn. Wat mij betreft mag het wekenlang vriezen. Veel zweten doe je immers niet met dit weer.” Hoewel men anders zou verwachten is dit geen uitspraak van de verschrikkelijke sneeuwman die voorkomt in Hergé's stripverhaal Kuifje in Tibet. Het waren de woorden die de Belgische veldrijder Sven Nijs gisterenmiddag lachend uitsprak nadat hij de Superprestigeveldrit van Sint-Michielsgestel overtuigend had gewonnen.

PAUL PRILLEVITZ

Als de ijspegels aan zijn neus hangen, begint de jonge Belg veldrijden pas echt interessant te vinden. Op een bevroren ondergrond waar snelheid, behendigheid en lef belangrijke wapens zijn, is de Belg dit seizoen ongenaakbaar. Bibberend van de kou stond hij, samen met de andere renners, aan de start maar eenmaal op de fiets ontpopte Nijs zich tot een echt ijsmonster dat het gure weer heerlijk vond. Na zijn ritwinst afgelopen zaterdag in de wereldbekerwedstrijd in het Tsjechische Tabor was het zijn tweede overwinning in twee dagen op een ijzig parcours. De Belgische wereldkampioen bij de beloftes was er zelf nog het meest over verbaasd. “Ik ben pas 22 en win nu al deze grote koersen en sta eerste in de wereldbeker. Dat besef je zelf niet. Misschien dat ik het over tien jaar echt begrijp.”

Met ontzag stelde de Belgische wereldkampioen Mario De Clercq na de wedstrijd vast dat Nijs vooral dankzij zijn fabuleuze sprongen over de hindernissen de overwinning had kunnen grijpen. De Clercq reed het grootste deel van de wedstrijd aan kop maar gaf ruiterlijk toe dat Nijs absoluut de sterkste was. De Clercq: “De sprongtechniek van Sven is ongeloofelijk. Hij is de enige die dat kan. Ik wist vantevoren dat hij daar veel tijd mee zou pakken. Dat is frustrerend. Ik ken vijf andere renners die het ook proberen, maar die gaan meestal op hun bek.”

Het was inderdaad opvallend om te zien hoe gemakkelijk Nijs over de houten balken stoof. Het deed denken aan de wijze waarop Danny de Bie ooit wereldkampioen werd bij de professionals. Terwijl grote namen als Groenendaal, Van der Poel en technische rijders als Wim de Vos allemaal van de fiets moesten bij de hindernissen, leek Nijs gewoon door te rijden. De Clercq kwam qua techniek nog het meest in de buurt van Nijs. Hij demonstreerde een techniek die het midden hield tussen lopen en springen. De snelheid van de latere winnaar behaalde hij er echter bij lange na niet mee.

Nijs zelf vond niet dat hij zijn overwinning alleen te danken had aan zijn snelheid op de hindernissen: “Op zo'n terrein zegeviert meestal de technisch sterkste renner. Dat ik zaterdag won in Tsjechië, heeft ook geholpen. Voor iedereen was de reis naar Nederland zwaar maar als je wint, valt het makkelijker te dragen.” Hoewel Nijs het type renner is die nooit pech lijkt te hebben en er schijnbaar niks voor hoeft te doen, wees hij er zelf fijntjes op dat hij zowel in Tabor als in Sint-Michielsgestel pech had. “Ik denk dat niemand het gezien heeft maar ik ben zowel in Tsjechië als hier een keer gevallen” aldus Nijs. Hij lijkt in dat opzicht een beetje op Indurain. Zelfs als dergelijke renners zich slecht voelen of een schuiver maken, valt het niemand op. Ze lijken nooit te lijden. Terwijl de achtervolgers met door pijn vertrokken gezichten rondrijden, maken zij de indruk fluitend rond te fietsen. Het belooft wat voor het jaar 2000 als het wereldkampioenschap veldrijden op hetzelfde parcours in Sint-Michielsgestel gereden wordt.

Het is voor de Nederland te hopen dat Richard Groenendaal dan, in zijn eigen woonplaats, beter rijdt dan gisteren. Groenendaal kwam niet verder dan een twaalfde plaats en reed vanaf het begin af ver achter de koplopers De Clercq, Nijs, Wim de Vos en Ben Berden aan. De eerlijkheid gebied te vermelden dat een slechte start en een valpartij het Groenendaal ook niet bepaald makkelijk maakten. Maar wellicht is de Nederlands kampioen gewoon nog niet in vorm. Van Groenendaal is immers bekend dat hij dit jaar iets later in het seizoen topprestaties wil leveren. Hij hoopt zo te voorkomen dat hij net als vorig jaar zijn kruit verschoten heeft bij het wereldkampioenschap.

Adri van der Poel deed het nog minder goed dan Groenendaal. Hij werd vijftiende. In het begin reed hij sterk aan kop maar naarmate de koers vorderde, zakte hij ver weg. Beste Nederlander werd de 30-jarige Wim de Vos. Na veel blessureleed werd hij knap derde. Zonder pech had de uitslag wellicht er nog gunstiger uit kunnen zien maar helaas voor De Vos viel medekoploper Berden op een heuveltje waardoor ook hij van de fiets moest. Dat kon de veldrijder uit Oosterhout later niet meer goed maken. Het was lang geleden dat De Vos nog eens op het podium van een grote koers stond en hij was er zichtbaar tevreden mee. “Ik heb verschillende operaties met narcose achter de rug - onder andere een sleutelbeenbreuk en afgescheurde pezen. Dat verzwakt je sterk. Tot nu toe ging het nog niet zo formidabel. Dit was de eerste keer dat het weer aardig ging. Ik wil echter niet te hoog van de toren blazen.”

Afgezien van de prestatie van De Vos viel de uitslag voor de Nederlandse toeschouwers tegen. De Belgische renners blijven het veldritseizoen domineren. De speaker strooide nog eens wat extra zout in de wonde door er op te wijzen dat de organisatie zich geen betere uitslag kon wensen met twee wereldkampioenen op het podium. Uit piëteit voor de Nederlanders vertelde hij er maar niet bij dat ze allebei uit België kwamen.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden