Belgen verwijten Nederlands handbal parasitisme
Er viel best wat te zeggen voor stuurse gelaatsuitdrukkingen van de Belgische gastheren bij de final four van de BeneluxLiga handbal. Hoewel twee Belgische teams de eindfase van het toernooi haalden, was de kans op de eindzege al voor de slotdag verkeken. Initia Hasselt verloor van Volendam (26-30) en Tongeren moest op z'n Vlaams de duimen leggen tegen Berchem, nota bene uit kabouterland Luxemburg (25-26). Vandaar dat de finale gistermiddag tot een ietwat verzuurd animo bij de Belgen leidde. ¿Met een Belgische finaleploeg hadden we tv gehad¿, verklaarde organisator David van Dorpe de teleurstelling wegens de - nu ook -- financiële tegenvaller. In de eindstrijd tegen Berchem prolongeerde Volendam de titel: 32-29.
Het was de vierde editie van de BeneluxLiga, die in 2008 als BeneLiga begon als een competitie tussen vier Belgische en vier Nederlandse ploegen. De opzet was een verhoging van het aantal grensoverschrijdende wedstrijden op hoog niveau zonder te vervallen in extreem hoge kosten. Na drie jaar kwamen er vier Luxemburgse ploegen bij.
¿In Nederland bestond daar aanvankelijk scepsis over¿, vertelt Van Dorpe, secretaris-generaal van het Vlaamse Handbalverbond. ¿Maar inmiddels is gebleken dat de Luxemburgse clubs sportief en organisatorisch goed mee kunnen.¿
Volgens Van Dorpe is de BeneluxLiga geslaagd. ¿In het begin is er misschien te veel nadruk gelegd op het prijzengeld, maar de sportieve meerwaarde heeft zich inmiddels bewezen. De eerste jaren trok het niet veel publiek, maar je moet eerst een historie opbouwen. Hoe beter de wedstrijden worden, hoe meer belang de BeneluxLiga krijgt. Het moet ook gaan leven onder de clubs en de spelers. Het moet een eer zijn als je als club een jaar lang kunt zeggen dat je BeneluxLiga-kampioen bent.¿
Bij Volendam is de trots er, maar of het Nederlandse handbal al aan een optimistisch visie toe is, is de vraag. De BeneluxLiga leeft hier nauwelijks en wordt niet gestimuleerd door het handbalverbond. Op de website van het NHV is niets over de BeneluxLiga te vinden. Formeel is daar niets tegen in te brengen, want organisatorisch staat de NHV los van de Liga, maar wie een relatief kleine sport met een zwak imago vertegenwoordigt, zou meer enthousiasme kunnen opbrengen voor een initiatief met een positieve uitstraling.
¿We zijn bang voor conflicterende belangen¿, legt bondsdirecteur Ben Spaai uit. Hij licht toe dat vermelding van twee competities (die van de bond en de Liga) met elk een eigen sponsor op één site moeilijk is. Bovendien zou Nederland de eindronde in Geleen organiseren, maar de toegezegde (Luxemburgse) sponsoring kwam niet af.
Van Dorpe zucht als hij dat hoort: ¿Het gaat altijd maar om geld. Feit is dat wij wel een partner hebben gevonden om voor 40.000 euro dit finaleweekend te organiseren. Alles zit erin: overnachting, prijzengeld, zaalhuur. Alleen de verplaatsing moeten de clubs zelf betalen.¿
De organisatiecomités in de voorrondes scharrelen zelf het sponsorgeld voor hun kosten bijeen. Pikant en pregnant: in Nederland is nog nooit een voorronde geweest. Tot verdriet van Van Dorpe komt er ook geen geld uit Nederland. ¿De NHV heeft een commerciële partner in RSP van John de Vos met wie wij gesproken hebben. Wij vroegen wat hij voor het finaleweekend in Limburg kon inbrengen. Toen bleek dat hij voor zijn diensten geld van ons wilde hebben.¿
¿België en Luxemburg zijn verder in hun BeneluxLiga-beleving dan wij¿, noemt Spaai dat, maar Van Dorpe meldt dat hij in zijn achterban regelmatig het woord 'parasiteren' hoort. ¿Ik wil niet te veel polemiek, maar ik vind het schandalig dat het NHV twee miljoen voor twee EK's uittrekt en voor de Liga geen euro over heeft.¿
Dat geeft het Belgisch chagrijn van gisteren een tweede reden.
