'Bab' de Jong gaat nu voor Koreaans succes

null Beeld ANP
Beeld ANP

Voormalig schaatser Bob de Jong moet in Pyeongchang als coach zorgen voor olympisch succes voor de Zuid-Koreaanse schaatsers. "Ze zijn ontzettend lenig. Dat zie je terug op het ijs."

Eline van Suchtelen

Paniek alom. Kochi Bab is er nog niet. Kochi Bab, dat is coach Bob de Jong. De voormalig schaatser zat de afgelopen maanden in Seoul om de Zuid-Koreaanse ploeg op weg te helpen naar olympisch eremetaal op de Winterspelen in eigen land. Hij werd er Bab genoemd, zijn naam werd zelfs zo geschreven in een lokale krant.

Vaak kwam De Jong als laatste aan als de schaatsers ergens heen moesten, omdat de rest er al ruim voor de afgesproken tijd was. "Als ik één minuut voor tijd aan kom lopen zijn ze al in paniek", vertelt de 41-jarige schaatser, die in februari 2016 een punt zette achter zijn schaatscarrière.

De viervoudig olympisch medaillewinnaar werd tien maanden geleden bij de ploeg gehaald als assistent-coach om de 'Hollandse school' in te voeren voor meer succes in het langebaanschaatsen. In Sotsji, vier jaar terug, won Zuid-Korea slechts twee medailles. Sprintster Sang-Hwa Lee werd olympisch kampioen op de 500 meter. De mannen, met Lee Seung-hoon - die Sven Kramer in 2010 versloeg op de 10.000 meter vanwege de foute wissel - pakten brons met de ploegenachtervolging.

De oogst vergroten

Aan De Jong de taak om de olympische oogst te vergroten bij de schaatsers die bijna allemaal een achtergrond hebben in het shorttrack, na honkbal de tweede sport in Zuid-Korea. Maar zomaar een programma omgooien, ging niet. De Jong had wel ideeën, maar diende zich aan de plannen van hoofdcoach Baek Ghul-gi te houden. "Discussiëren over het schema gebeurt af en toe, maar de hoofdcoach wil zich graag aan zijn programma houden. In Korea is die hiërarchie heel belangrijk, die moet je respecteren", vertelt De Jong. Communiceren ging in het begin moeilijk vanwege de taalbarrière. De meeste schaatsers kunnen Engels verstaan, maar waren nog onzeker over hun woordenschat.

Een van de dingen die volgens De Jong beter kon, was de intensiteit in de trainingen. In de zomer werd er hard gewerkt, in de winter vond hij dat er nog wel een schepje bovenop kon. Het viel hem ook op dat de sporters amper drinken. "Tijdens een fietstraining in de zomer hebben ze aan een flesje van een halve liter genoeg. Ze zweten ook bijna niet. Ik gooi met warm weer makkelijk anderhalve liter naar binnen. Hun lichamen zitten gewoon anders in elkaar."

In kleermakerszit

Dat de voormalig schaatser zelf geen lenig en compact Aziatisch lichaam heeft, werd snel duidelijk bij het eerste etentje met de ploeg. Terwijl de Koreaanse schaatsers zich soepel in kleermakerszit vouwden, vroeg de enige Nederlander in het gezelschap zich af hoe hij het voor elkaar kreeg om een hele maaltijd op de grond te zitten met de benen over elkaar.

Eten gebeurt in de traditionele Koreaanse restaurants vaak op de grond aan een lage tafel. De Jong, lachend: "Ik hou dat één minuut vol. Dan schiet de kramp er meteen in."

De oplossing vindt hij in een plekje aan de muur. Als hij met zijn rug ergens tegenaan kan leunen, met veel kussentjes onder de knieën, is het te doen. "Af en toe wordt er wel een normale tafel en een stoel voor me geregeld. De Koreaanse schaatsers vouwen dan alsnog hun benen in kleermakerszit terwijl ze op een stoel zitten. Ze zijn ontzettend lenig omdat ze van jongs af aan op de grond zitten. Dat zie je terug op het ijs. Ze kunnen goed diep zitten en voeren de oefeningen mooi uit. In Nederland zie je veel rijders die hele korte spieren hebben. Daar is bij deze ploeg geen sprake van."

Vier verschillende antwoorden

In tien maanden tijd heeft De Jong, die tussendoor met zijn trainersopleiding bezig is, kleine tips kunnen geven aan de Koreanen. Hij werkte onder meer aan de techniek in de bochten. Inmiddels is hij ook gewend aan de namen. Want die haalde hij eerst continu door elkaar. "Cheol Min, Cheon Ho, Hyuan Jun, Hyun Jun, Hyun Min, het klinkt voor mij allemaal hetzelfde. Inmiddels kan ik in een Koreaanse zin eindelijk een naam onderscheiden."

Net zo moeilijk was het om de uitslagen van zijn pupillen op te zoeken tijdens wedstrijden. Want de naam in de internationale uitslagen was elke keer anders. "Vraag aan vier verschillende mensen wat de Engelse vertaling van een Koreaanse naam is en je krijgt vier verschillende antwoorden."

Eén naam kon hij wel meteen onthouden. Jaewon Chung, de jongste schaatser van de ploeg. Die was namelijk altijd de pineut. "Dat hoort ook bij die hiërarchie. De jongste moet tijdens het eten water halen. Of een tafel bijschuiven. Of de elastieken voor de krachttraining meenemen in zijn tas. Hij kent zijn rol en volbrengt die met veel respect."

Een olympisch kampioen buigt niet

Zelf probeerde De Jong zich aan te passen aan de cultuur door volgens Koreaans gebruik te buigen voor de hoofdcoach. Daar werd lacherig op gereageerd, dat hoefde de olympisch kampioen van Turijn (2006) op de 10 kilometer niet te doen.

De Nederlandse trainer werd zelf wel ritueel begroet met een buiging, zoals alle schaatsers aan het begin en het einde van de training uit respect doen naar de staf. Handen worden er nauwelijks geschud. Een keer werd De Jong door een assistent-trainer naar het vliegveld gebracht voor een kort verblijf in Nederland. "Stap ik uit de auto, zet ik mijn spullen bij elkaar op een karretje en wil ik omdraaien om hem een hand te geven om te bedanken voor het wegbrengen. Maar hij was al bijna weg. Stond ik wel even van te kijken. Begroeten gaat hier wat anders."

Ondanks alle cultuurverschillen is de schaatscoach van het land gaan houden. Het geduld en de vriendelijkheid van de mensen, het heerlijke eten (De Jong: 'voor hond op het menu hoef je niet bang te zijn'). Hij hoopt dat de Winterspelen zorgen voor een doorbraak in de impasse tussen Noord- en Zuid-Korea. Dat de landen onder één vlag in Pyeongchang in actie komen, ziet hij als een teken van verzoening. "Het is een verscheurd land met verscheurde families en de Koreanen willen heel graag weer één land worden. Als je die gedemilitariseerde zone ziet, kun je je niet voorstellen dat je voor een stukje over vijf kilometer tot de grens helemaal via China moet reizen."

Een man op de zon

Noord-Korea is voor De Jong nog steeds een groot mysterie. Hij heeft geen behoefte om er een kijkje te nemen. "Dat zou een soort reis naar Disneyland zijn waarin ze je alleen laten zien wat ze willen dat je ziet."

Onlangs kwam de voormalig schaatser online nog een apart verhaal tegen dat het staatspersbureau van Noord-Korea een paar jaar geleden had gepubliceerd. Noord-Korea zou erin geslaagd zijn om een man op de zon te zetten. De man zou in de ochtend zijn gelanceerd in een speciale raket en 's avonds alweer thuis zijn gekomen. De Jong, lachend: "Naar mijn weten is het veel te heet op de zon. En het lijkt me ook nogal ver om in een dag weer terug te zijn. Blijkbaar geloven ze daar dit soort dingen."

Van spanningen merkt hij weinig. In Zuid-Korea zijn ze gewend aan de heftige retoriek van de Noord-Koreaanse dictator Kim Jong-un.

Met de witte tijger op de foto

In de laatste dagen voor de Spelen maken de mensen in het olympische Gangneung, waar de schaatshal staat, zich alleen nog maar druk om de laatste voorbereidingen. De witte tijger Soohorang, de mascotte van de Spelen, staat al op elke hoek van de straat. In de winkels vinden de pluchen varianten gretig aftrek, want de Koreanen zijn gek op knuffeldieren.

Zelf ging de voormalig schaatser ook op de foto met de witte tijger. Hoort bij het avontuur van 'Kochi Bab', coach Bob. Op zijn zesde Spelen, zijn eerste als coach, hoopt hij weer op olympisch succes. Maar dan voor zijn schaatsers van wie hij inmiddels alle namen goed kent.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden