Autofabriek Born bloeit op
1900 banen bij VDL Nedcar voor het bouwen van de nieuwe Mini Hatch van BMW
BORN - Alle 1500 medewerkers van VDL Nedcar zijn uiterlijk in juni weer aan het werk. De autofabriek in Born heeft zelfs 400 nieuwe medewerkers nodig. Nedcar aast op personeel van de Fordfabriek in het Belgische Genk, die dit jaar sluit. Nedcar krijgt ook een eigen ontwerpafdeling, waarvoor een nieuwe groep hoogopgeleide engineers nodig is. Van het oude personeel is ruim de helft al aan de slag.
Dat nieuws kwam naar buiten bij de presentatie van de auto die Nedcar de komende jaren gaat maken: de nieuwe Mini Hatch van BMW. De eerste tachtig proefauto's zijn al van de band gerold.
Klaus Draeger, lid van de raad van bestuur van BMW: "Dit jaar verwachten we een productie van tienduizend auto's. Volgend jaar zou het vijftigduizend kunnen zijn, misschien wat meer." De capaciteit van de fabriek ligt nog ruim vier keer zo hoog. "De productie van Mini's hier loopt minstens tot 2021", zegt Draeger.
De Mini wordt al gemaakt in het Engelse Oxford, maar de capaciteit van die fabriek is te klein. Veel onderdelen gaan naar Engeland vanuit Polen, Italië of Duitsland. Born ligt handig op de route, zodat BMW weinig extra logistieke kosten maakt. BMW en VDL willen niet zeggen wat ze geïnvesteerd hebben, maar het zijn vele miljoenen.
Twee jaar geleden leek Nedcar nog ten dode opgeschreven. Toen trok Mitsubishi zich terug uit Born. Maar het Eindhovense VDL, dat onder andere touringcars maakt, kocht het bedrijf en vond in BMW een nieuwe klant. Om de Mini's te gaan maken moest de fabriek in één jaar tijd volledig worden omgebouwd.
VVD-minister Henk Kamp van economische zaken noemt het nieuwe Nedcar 'een paradepaardje van de Nederlandse maakindustrie'. "Terwijl er in Europa een forse overcapaciteit is in de autoproductie, investeert een van de sterkste merken ter wereld hier in een nieuwe fabriek. Dat zegt wat over ons ondernemingsklimaat", stelt Kamp. Hij nam gisteren uitgebreid de tijd om Mini-carrosserie te bekijken en te bekloppen. Mooie auto, vindt de minister. "Ik heb er vroeger vaak in gereden - geleend, want ik had nog geen geld voor een eigen auto."
Ron Sonnemans, manager van de afdeling die de carrosserie in elkaar zet, geeft 'apetrots' een rondleiding. Een kleine duizend oranje robots doen hun werk, puffend, zoevend en met af en toe een gilletje. Nu nog is dat 'droog oefenen', zonder echte onderdelen. Komende zomer rollen de eerste auto's van de band. Sonnemans droomt al van het vervolg. "Als we op volle capaciteit draaien, kunnen we hier ruim 200.000 auto's maken." Dan zou de fabriek nog drie tot vier keer zoveel medewerkers nodig hebben.
VDL wil straks ook voor andere autoproducenten auto's gaan maken. Nedcar deed dat eerder al gelijktijdig voor Volvo en Mitsubishi. "Onze focus ligt eerst op het vlekkeloos lanceren van de Mini", zegt Joost Govaarts, directeur van VDL Nedcar. "Daarna kijken we stapje voor stapje verder."
Het bestaande Nedcar-personeel is de afgelopen jaren getraind in de Mini-fabriek in Oxford en de BMW-fabriek in Regensburg in Duitsland. Een deel verbouwde de productielijnen in Born, en een ander deel zat thuis. Ruim tweehonderd medewerkers moesten verplicht vrijwilligerswerk gaan doen, onder andere in de zorg. Ze kregen een WW-uitkering, die VDL aanvulde tot 100 procent van hun salaris. Volgens Govaarts heeft slechts een handvol een andere baan gevonden. De rest keert terug op het oude nest.
Eindhoven erg aantrekkelijk voor bedrijven
Een opsteker voor de stad Eindhoven. In het tweejaarlijkse onderzoek naar de beste Europese steden en regio's om te investeren gooit de stad hoge ogen. Eindhoven staat - na Londen en Helsinki - op de derde plaats van de Foreign Direct Investment-index (FDI-index), die aangeeft waar het investeringsklimaat voor bedrijven het beste is.
De derde plaats van Eindhoven betekent de hoogste plek ooit voor een Nederlandse stad. In 2010 kwam Eindhoven niet verder dan de twintigste plek. De stad wordt vooral geprezen om de goede samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden. Bedrijven ontstaan gemakkelijk op de zogeheten High Tech Campus - het voormalige natuurkundig laboratorium van Philips - en het Science Park van de Technische Universiteit. Eindhoven biedt investeerders de kans om samen te werken en doet er veel aan de bedrijven in de stad te nestelen.
Ook Amsterdam (plek 9), Rotterdam (14) en Utrecht (18) scoren hoog in de index. De laatste twee komen nieuw binnen in de lijst. De ranglijsten zijn gebaseerd op een verzameling gegevens zoals economisch potentieel, onderwijs, beroepsbevolking, salarissen, prijzen en infrastructuur.
Ook economische regio's worden beoordeeld op hun aantrekkelijkheid voor bedrijven. Volgens de organisatie, die deel uitmaakt van het concern waarin ook zakenkrant Financial Times huist, is het Duitse Noord-Rijnland-Westfalen de aantrekkelijkste regio om te investeren. In Nederland scoort de regio rond Amsterdam het beste: dat gebied staat op een zesde plek. Het gebied rond de stad Utrecht (op de negende plaats) en de regio Brabant (tiende) scoren ook zeer goed.
undefined