Asscher: Zzp-er moet meer betrokken worden bij cao-overleg
Cao's worden afgesloten door vakbonden, die bestaan uit een minderheid van de werknemers. Maar een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) geldt wel voor alle werknemers binnen een bedrijf of sector. Dat wringt vindt de sociaal-economische raad (SER), en adviseert opzoek te gaan naar modernisering.
In het debat dat gisteren in de Tweede Kamer werd gehouden zei minister Lodewijk Asscher dat hij er voorstander van is als niet-vakbondsleden meer betrokken worden bij de onderhandelingen en er meer rekening wordt gehouden met flexibele arbeidskrachten. Hij zou graag zien dat sociale partners in de cao afspraken te maken over de inzet van zelfstandigen zonder personeel (zzp-ers) en ander tijdelijk personeel.
De cao die de sociale partners afsluiten wordt naar de minister gestuurd, die de wettelijke bevoegdheid heeft om de afspraken over arbeidsvoorwaarden voor iedereen te laten gelden: algemeen verbindend te verklaren. Asscher vindt dat belangrijk, het zorgt voor stabiliteit. Werknemers weten waar zij aan toe zijn en dat leidt tot arbeidsrust, er kunnen afspraken worden gemaakt waar de hele sector van profiteert, bijvoorbeeld over scholing, en er is tussen bedrijven geen concurrentie op arbeidsvoorwaarden.
Maar hier en daar doemen kleine bondjes op die, los van FNV en CNV, het recht claimen om cao-afspraken te maken. Zijn zij minder representatief dan de traditionele vakbonden die enige tientallen procenten vertegenwoordigen? D66 gaf in het debat aan dat er vaker dispensatie verleend mag worden aan bedrijven en andere bonden om afspraken te maken. De SP verzet zich daar tegen: "De neo-liberalen stellen de positie van de vakbeweging ter discussie. Waarom moet de bond kapot?"
Asscher riep de bonden op meer te doen aan werving. Hij betoogde dat 44 procent van de werknemers nooit serieus heeft nagedacht over lidmaatschap en als je werknemers vraagt naar hun waardering, dan geven zij de bond een 8.
