Asscher verklapt alvast: niemand gaat er volgend jaar op achteruit
Eigenlijk had het nieuws pas op Prinsjesdag bekend mogen worden, maar minister Asscher van sociale zaken is loslippig geweest. Hij meldt dat het huidige kabinet gaat zorgen dat de koopkracht overeind blijft van ouderen met een beperkt aanvullend pensioen en mensen met een uitkering.
Die twee groepen dreigen er anders volgend jaar als enigen op achteruit te gaan.
In de begroting die het zittende kabinet nog opstelt, wordt extra geld gereserveerd voor deze groepen. Het is een wens van de PvdA. Toen PvdA-leider Lodewijk Asscher deze zomer dreigde het kabinet van PvdA en VVD te verlaten, eiste hij niet alleen geld voor lerarensalarissen, maar ook voor koopkrachtbehoud. In de begroting met Prinsjesdag komt te staan met hoeveel procent de uitkeringen stijgen, en welke uitgave daarmee is gemoeid.
VVD en PvdA botsten deze week hard over de wensen van de PvdA. Asscher moest slikken dat hij zijn politiek gevoeligste eis – hogere lerarensalarissen – nu nog niet wordt ingewilligd. Maar achter de schermen was over de andere eis – de koopkracht – wel een akkoord. De VVD stelde als voorwaarde dat er per groep een aparte doorrekening komt, in plaats van een algemene verhoging van de uitkeringen.
Normaal gesproken houdt een kabinet de inhoud van de begroting geheim tot Prinsjesdag, over tweeënhalve week. Asscher meldde het nieuws vandaag na vragen van journalisten. Hij vroeg zich vervolgens hardop af of hij dit wel had mogen vertellen. De PvdA-leider kon de week zo in elk geval afsluiten met het melden van een succes voor zijn partij.
Doordat de economie aantrekt hebben volgend jaar bijna alle Nederlanders meer te besteden. Maar het ministerie van sociale zaken, waar Asscher de leiding heeft, ontdekte onlangs dat een paar groepen toch achter dreigen te blijven: ouderen met een beperkt aanvullend pensioen en uitkeringsgerechtigden.
Tot nu toe profiteren burgers nog relatief weinig van het aantrekken van de economische groei. Het Centraal Planbureau beraamde een paar weken geleden dat we dit jaar gemiddeld 0,3 procent meer te besteden kregen, volgend jaar 0,5 procent. In het zittende kabinet is afgesproken dat in elk geval niemand er op achteruit mag gaan, komend jaar. Of Nederlanders ook substantieel meer te besteden krijgen, is een discussie voor het komende kabinet, dat aan de formatietafel zit.