INTERVIEW
'Asielkinderen zijn toch geen postpakketjes die je rondstuurt?'
De circa 7000 kinderen die in Nederland in de asielopvang leven, hebben vaak weinig privacy en moeten te veel verhuizen.
Dat blijkt uit nieuw onderzoek naar hun leefomstandigheden, gedaan in opdracht van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (Coa) en de Werkgroep Kind in AZC. “Kinderrechten worden ook in Nederland geschonden”, concludeert Helen Schuurmans van die werkgroep.
Wat vond u het meest schokkend uit de bevindingen?
Helen Schuurmans: “Dat op sommige plekken maar zo weinig kinderen psychische steun krijgen. De drempel voor de geestelijke gezondheidszorg is te hoog. Dat moet echt veel beter voor deze vaak getraumatiseerde groep kinderen.”
Bij de aanbevelingen voor een betere geestelijke zorg staat dat asielkinderen op één plek moeten blijven en niet steeds moeten verhuizen. Is het echt zo erg om tijdens een asielprocedure te verhuizen?
“Ik weet wel dat er mensen zijn die vinden dat asielzoekersgezinnen zich maar aan de procedure moeten aanpassen. Maar waarom eigenlijk? Kinderen zijn toch niet een soort postpakketje in een logistiek systeem, dat je rondstuurt? Deze zomer sluiten weer elf asielzoekerscentra in Nederland, waardoor duizend asielkinderen moeten verhuizen. Dat heeft financiële redenen. Maar de gevolgen voor de kinderen zijn groot. Ik hoor verdrietige verhalen. En niet alleen van henzelf. Een juf die een getraumatiseerd jongetje eindelijk tot praten kreeg, moet weer afstand nemen van dat kind. Hij voelt zich net weer een beetje veilig. Het is zoveel beter voor deze kinderen als ze op één plek kunnen blijven.”
Met privacy wordt niet altijd goed omgegaan, luidt een andere conclusie. Professionals kloppen vaak wel aan als ze binnen willen komen, maar wachten niet lang genoeg met het openen van de deur. Hoe zit dat?
“In asielzoekerscentra is bijna nooit een deur op slot. Medewerkers kunnen altijd overal in. Ze kloppen vaak even en lopen dan naar binnen, als je dan net in je blootje staat, is dat nogal vervelend. Of als je een hoofddoek om wilt doen, omdat je je haar wilt bedekken. Als je jaren in zo’n situatie woont, is dat heftig, dan krijg je echt behoefte aan meer privacy.”
Ieder gezin moet een eigen woonruimte hebben met een eigen douche en toilet, staat in de aanbevelingen. Is het niet begrijpelijk dat dit soms niet meteen lukt?
“Asielzoekersgezinnen zijn na komst in Nederland allereerst vaak super dankbaar. Ze komen uit een land waar ze niet veilig waren, zijn soms maandenlang op de vlucht geweest. Ze kunnen hier tot rust komen. Maar als je dan met het hele gezin in een kleine ruimte zit, en je toilet en douche moet delen met andere gezinnen, dan is dat op den duur heel lastig en geeft dat veel spanningen. De asielprocedure voor deze gezinnen kan lang duren, soms twee jaar of meer. Ik ken een asielzoekerscentrum waar een vleugel leeg staat, terwijl de asielzoekers elders op een kluitje zitten. Dat zou niet zo moeten zijn.”
Er is wel opvoedondersteuning voor ouders in asielcentra, maar er wordt weinig gebruik van gemaakt, blijkt uit het onderzoek. Waarom maken ze er geen gebruik van?
“Ouders weten er vaak niet van, de communicatie is slecht. Toch is het hard nodig. Kinderen hebben vaak vragen als: waarom moeten wij zolang wachten voor we hier een huis krijgen, waarom wil Nederland ons niet hebben? Ouders moeten leren hoe ze met dit soort vragen moeten omgaan, dat is voor de toekomst van de kinderen van groot belang."
Uitgeprocedeerde asielgezinnen gaan naar een gezinslocatie. Daar kunnen ze blijven tot hun jongste kind achttien jaar wordt. Dan moeten ze weg. Op een gezinslocatie krijgen ze minder leefgeld dan mensen die nog in een asielzoekerscentrum wonen. De opvang voor uitgeprocedeerden is ook soberder, alles is gericht op hun vertrek. Dat mag niet?
“Nee, het Kinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties stelt dat alle kinderen gelijke rechten hebben. Kinderen in azc’s en in gezinslocaties moeten dus gelijk behandeld worden. Als je ouders minder geld geeft, hebben ze minder te besteden aan hun kinderen. Dat levert ongelijkheid op. Daarbij: vluchtelingenwerk zegt dat bewezen is dat de mensen die actief blijven, ook na terugkeer een grotere kans hebben weer een plekje te vinden in het land van herkomst. Je maakt gezinnen op gezinslocaties kapot door ze heel lang bijna niks te laten doen.”
Wat gebeurt er met dit rapport?
"Staatssecretaris Harbers (Justitie & Veiligheid,red.) heeft het in ontvangst genomen en zal nog reageren. Wij gaan samen met het Coa nu kijken hoe we met deze aanbevelingen de opvang echt kindvriendelijker kunnen maken.”
Enkele conclusies uit het onderzoek
-In de gezinslocaties voor uitgeprocedeerde asielzoekers voelt één op de drie kinderen zich onveilig. In de azc’s is dat één op de tien.
-Slechts een krappe kwart van de ouders maakt gebruik van opvoedondersteuning.
-Ongeveer de helft geeft aan te weinig privacy te hebben.
-Hoewel schoolgaande kinderen in de asielopvang van de politiek niet meer hoeven te verhuizen zolang hun procedure loopt, gebeurt dit in de praktijk nog wel vaak.
-45 procent van de bewoners is niet tevreden over de aangeboden gezondheidszorg, al is op elke locatie een gezondheidscentrum en een huisarts. Bewoners voelen zich niet serieus genomen, krijgen te vaak advies een paracetamol te slikken.
-De toegang tot geestelijke gezondheidszorg moet beter, slechts circa één op de tien kinderen of jongeren heeft therapie of weerbaarheidstraining gehad.
-99 procent van de kinderen gaat naar school. De overgang van de internationale schakelklas naar het regulier onderwijs gaat vaak moeilijk.
Lees ook: Centraal Planbureau: Het is beter om vluchtelingen te huisvesten waar werk is
De kans op een baan voor vluchtelingen stijgt als meer rekening wordt gehouden met hun situatie.