Antidepressiva
Artsen: vooraf weet je niet bij wie de antidepressiva aanslaan
Artsen bestrijden met klem dat ze sombere mensen te snel een recept meegeven. 'Afraden is ons dagelijkse werk.'
Hoogstens 2 procent van de recepten voor antidepressiva is terecht uitgeschreven, concludeerden de Deense arts Peter Gøtzsche en de Nederlandse arts Dick Bijl dit weekeinde in deze krant. De rest heeft enkel nare bijwerkingen. Psychiaters zouden niet in gesprek willen over deze feiten.
"Dat is oorlogstaal, daarmee voer je geen gesprek. Niemand wil terug naar de situatie dat honderdduizenden mensen zonder medicijnen in een instelling verblijven, opgesloten en vastgebonden. Dat zou er gebeuren als we medicijnen als antidepressiva zo goed als zouden afschaffen", zegt Damiaan Denys, hoogleraar psychiatrie aan het AMC Amsterdam en voorzitter van beroepsvereniging NVvP.
Denys: "Zeker bij lichte depressies kunnen artsen terughoudender zijn met pillen. Psychiaters raden die dan ook vaak af. Ook wij vinden dat mensen te snel een psychiatrische diagnose krijgen. Maar vergeet niet dat mensen het tegenwoordig moeilijker vinden om psychisch leed te accepteren, en dat de politiek het liefst ook de zogeheten groep 'mensen met verward gedrag' de psychiatrie inschuift, terwijl de meesten van hen geen psychiatrisch probleem hebben."
Voor patiënten met ernstige problemen, zoals zware angst- en dwangstoornissen, is medicatie volgens Denys vaak onverminderd hard nodig. "We willen niet dat een psychotische patiënt zijn darmen eruit trekt en door acht personeelsleden in bedwang gehouden moet worden."
Spreekkamer
"Mensen afraden antidepressiva te slikken, dat doen wij dagelijks in de spreekkamer", zegt huisarts Jako Burgers. "We leggen dan uit: een depressief gevoel kan overgaan, er zijn andere mogelijkheden en een medicijn werkt lang niet altijd."
Burgers werkt ook bij het Nederlands Huisartsen Genootschap, daar was hij verantwoordelijk voor aanscherping van de richtlijn depressie. "Een gesprek of psychotherapie moet nog meer dan voorheen het eerste aanbod zijn. De meeste patiënten kiezen er ook voor. Maar soms ziet men dat niet zitten, of heeft het eerder niet gewerkt, terwijl de depressie of angst heftig is."
Een 'depressief gevoel' alleen is geen reden voor een recept, benadrukt Burgers. "Denk ook aan niks meer willen, geen eetlust of juist vreetbuien, slapeloosheid of juist alleen maar slapen. Dat kan ervoor zorgen dat iemand totaal niet kan functioneren, op het werk noch thuis." Volgens de huisarts komt het best weleens voor dat een patiënt zo aandringt, dat de huisarts uiteindelijk een recept uitschrijft.
De richtlijnen mogen dan strenger zijn, dat wil nog niet zeggen dat elke dokter ook direct zuinig voorschrijft. Dat stelt Pim Cuijpers van de VU in Amsterdam, gespecialiseerd in depressie. "Het aantal recepten is te hoog en de hoop dat medicijnen werken, nog te groot. Niet alleen bij patiënten, ook bij artsen. Die zien iemand opknappen en denken dat antidepressiva werken, terwijl een depressie vaak ook vanzelf overgaat."
Placebo
Volgens hoogleraar Cuijpers hebben Gøtzsche en Bijl in grote lijnen gelijk met hun weergave van het onderzoek naar depressie. "Het klopt dat antidepressiva niet veel meer helpen dan een placebo, en dat onderzoek hun werking te rooskleurig voorstelt. Dat 98 procent niet werkt, lijkt mij wel heel hoog, maar onder de 90 procent zal dat percentage niet komen. Maar vooraf weten we niet bij welke patiënt het aanslaat." Huisarts Burgers: "Ook al blijkt de verbetering bij veel mensen een placebo-effect te zijn, die mensen zijn er in werkelijkheid wél op vooruitgegaan."
Als pillen niet helpen, dan maar 'praten'? Cuijpers: "Vergeet niet dat voor psychotherapie hetzelfde geldt: het effect is beperkt. Ik denk dat artsen veel meer tegen patiënten moeten zeggen dat een pil bijwerkingen heeft voor veel mensen en dat een eventueel herstel in hooguit 20 procent van de gevallen door de pil komt. Maar ook dat therapie een investering is die niet altijd veel toevoegt aan spontaan herstel. Mensen kunnen dan zelf beslissen of ze investeren."
Wachtlijsten
Psychiater Denys: "Ik moet nu vaak tegen patiënten zeggen: u kunt een pil nemen die misschien morgen al effect heeft, of u moet vanwege de wachtlijsten een half jaar wachten op psychotherapie, die iets vaker helpt. Velen kiezen dan toch maar voor de medicatie."
Jako Burgers van het huisartsengenootschap: "Deze pillen verslavend noemen en daarmee op een lijn zetten met alcohol of drugs, lijkt mij niet zinnig. Maar stoppen kan lastig zijn. Daar moeten wij als huisarts meer op inzetten. Niet zomaar een herhaalrecept voorschrijven als de behandeling al een tijdje voortduurt, maar het gesprek aangaan met de patiënt of het medicijn wel echt nodig is."