Arnhem snuffelt aan kabeltram Plan voor sprong over Rijn nog met reserves bekeken
ARNHEM - Het stadsbeeld onderscheidde zich al door de voor Nederland unieke eigenzinnige trolleys. Straks heeft Arnhem er wellicht een nieuw vervoerfenomeen bij: de kabeltram.
Met nogal wat vertoon werd het plan enkele weken terug op tafel gelegd. Bedenker de Gelderse gedeputeerde voor verkeer en vervoer J. de Bondt (toen nog voorzitter van de vervoerregio Arnhem-Nijmegen) zag het wel zitten. Een 3 600 meter lange kabelbaan, waaraan enkele tientallen cabines dagelijks zo'n 25 000 passagiers in acht minuten van Arnhem CS over de Rijn naar het drukke winkelcentrum Kronenburg in Arnhem-Zuid vervoeren. Als het moet in de spits met een frekwentie van een per minuut.
Dat zou immers betekenen: minder congesties in het steeds drukker wordende stadshart en de bij tijd en wijle uit zijn voegen barstende Rijnbrug. Plus een fikse bijdrage aan het milieu, want de kabelbaan produceert nauwelijks geluid en - omdat het systeem elektrisch is - al helemaal geen uitlaatgassen.
Bovendien: in vergelijking met bestaande systemen is het relatief niet eens duur. Negentig miljoen gulden zou het gaan kosten, hadden het Zwitserse bedrijf Von Roll Seilbahnen (dat een vergelijkbaar systeem in Singapore realiseerde) en het Nederlandse bouwbedrijf Van Hattum en Blankevoort becijferd. Stel daar tegenover de anderhalf miljard die een metro zou vergen en de rekensom is dan, wat De Bondt en zijn projectgroep betreft, gauw gemaakt.
De Bondt zegt sinds de presentatie veel positieve reacties te hebben ontvangen. De Gelderse Vervoer Maatschappij, waarin het Gemeentelijk Vervoerbedrijf Arnhem sedert enkele jaren is opgegaan, wil eigenlijk gelijk wel met de exploitatie beginnen, al was het alleen maar om de forse verliezen in te dammen. Want dat is óók al becijferd (door de Heidemij): de kabeltram zal winst gaan opleveren. Naar zeggen van De Bondt hebben ook stedebouwkundigen de projectgroep benaderd en bestaat er ook in andere gemeenten belangstelling voor het plan.
De enige, die tot nu toe opmerkelijk stil is gebleven, is de gemeente Arnhem zelf. Pas over enkele weken wordt een besluit verwacht. Niet over het wel of niet uitvoeren van het project, maar over de vraag of men er wel over moet gaan denken.
De Bondt en provinciale projectleider Willem Hombrink zeggen dat wel te begrijpen. Het project is zo revolutionair dat in Nederland daarvoor eerst psychologische drempels moeten worden geslecht. Bovendien heeft Arnhem een reputatie, als het gaat om plannen die uiteindelijk richting prullemand verdwijnen.
Het bekendst was vijf jaar terug de monorail. Een prestigieus project, waarover hoog werd opgegeven, maar dat ten slotte sneefde. Het was te duur (uiteindelijk een miljard gulden); bovendien bleek de beoogde bouwer, het Duitse bedrijf AEG, ook zaken te doen met Zuid-Afrika en dat was in die tijd in Arnhem geen aanbeveling. De mislukking van het plan Akzodrome, een enorm evenmentenstadion in Arnhem-Zuid, is nòg zo'n voorbeeld.
Arnhem wil niet wéér zo'n zeperd halen, opgezadeld worden met een soort carpoolstrooktrauma en heeft zich tot nu toe dus terughoudend opgesteld. Een woordvoerster spreekt wel over een “interessant project”, maar wijst er ook op dat zo'n kabeltram een ingrijpende verandering van het stadsbeeld zou betekenen. “Dan zeg je niet zo gauw meteen ja; het plan heeft wel onze aandacht”, aldus de woordvoerster.
De Bondt en Hombrink blijven er echter bij: met een kabeltram kan Arnhem voorbeeldstad worden. Die kans moet gegrepen worden, want de bouwers hebben al laten weten dat als Arnhem 'nee' zegt, ze naar een andere stad zullen gaan. Nijmegen lijkt daarvoor de eerst aangewezene. Daar wordt er ook al over gepraat.
De Bondt: “De kabeltram zou daar de ideale oplossing zijn voor de vervoerproblemen die opdoemen, als de geplande nieuwbouwwijk Waalsprong aan de de andere kant van de Waal met 30 000 bewoners vorm heeft gekregen.”
“De wegen en de Waalbrug zullen de dagelijkse vervoersstroom richting centrum nauwelijks kunnen verwerken. Wat is dan logischer dan een kabelbaan van de nieuwe wijk over de Waal, rechtstreeks naar Plein '44 in het centrum? Het zou waarschijnlijk nog goedkoper zijn dan de aanleg van vrije busbanen.”
Volgens Hombrink is de opzet van de kabelbaan simpel. Het Arnhemse plan steunt op negen, voornamelijk op brede verkeersaders aan te brengen, pijlers met een gemiddelde hoogte van 25 meter en enkele uitschieters tot 40 meter, die twee kabels dragen. Aan die kabels komen ongeveer 24 cabines te hangen met elk plaats voor 30 passagiers die continu hun rondjes draaien.
In eerste instantie zijn vier halteplaatsen gepland. Behalve het NS-station het Velperplein (middelpunt van Arnhems belangrijkste winkelwijk), het Airborneplein (veel overheidskantoren) en het winkelcentrum Kronenburg in Arnhem-Zuid. In de visie van de ontwerpers moeten de stations zoveel mogelijk worden ingebouwd in bestaande bebouwing. Bij halte Velperplein wordt gedacht aan het parkeerdak van V & D, op andere plaatsen zullen speciale voorzieningen als liften en roltrappen moeten worden aangebracht.
Het plan laat de mogelijkheid open de lijn nog met twee kilometer door te trekken naar de Gelderse Poort, de toegang tot de stad waar een transferium is gepland (overstapplaats voor automobilisten op het openbaar vervoer) en het toekomstige treinstation Arnhem-Zuid-Driel-Oost.
De Bondt ziet zelfs nog meer mogelijkheden: “Een lijntje naar Burgers Bush bijvoorbeeld. Dat zou zeker een winstmaker zijn. Uitbreiding van het net naar andere gemeenten, is ook een mogelijkheid. Westervoort en Duiven hebben al gevraagd te mogen worden aangekoppeld.”
De projectgroep van de vervoerregio (sinds 1 januari Regionaal Openbaar Lichaam Arnhem-Nijmegen) laat vooralsnog in het midden hoe de, in de brochures als nieuwe vorm van hoogwaardig vervoer betitelde kabeltram moet worden gefinancierd. De Bondt gaat ervan uit dat het ministerie van verkeer en waterstaat met subsidie over de brug komt, omdat het een zogeheten innoverend vervoerproject betreft. Naar zeggen van De Bondt is in ieder geval de provincie bereid bij te dragen. Het restant zou rekening Arnhem moet worden. Naar daar zit Arnhem minder meer mee dan met de stedebouwkundige aspecten. Het Moet nog even wennen, de gedachte aan al die trams in de lucht.