Amsterdam vreest aanslag
Stadsbestuur scherpt aanpak radicalisering aan
Het grootste risico van radicalisering is een aanslag in de hoofdstad, analyseert het Amsterdams stadsbestuur. B. en w. hebben besloten daarom de aanpak aan te scherpen.
In een brief aan de gemeenteraad wijst burgemeester Van der Laan op de aanslagen in Parijs, Kopenhagen en het Joods Museum in Brussel. Ze tonen volgens hem aan dat radicalisering kan doorgroeien naar terreur. "De dreiging die uitgaat van terugkeerders is niet alleen substantieel en duurzaam, maar ook dichtbij", schrijft de burgemeester. "Naast lone wolves hebben we te maken met gecoördineerde, gerichte acties door elders getrainde terugkeerders."
Het stadsbestuur erkent dat er geen bewezen, sluitende aanpak is die radicalisering en het uitreizen naar Syrië en andere conflictgebieden tegengaat. De beweegredenen zijn tamelijk ongrijpbaar en het effect van overheidsoptreden lijkt gering. De oorzaak ligt ook steeds meer buiten de religie, schetst Van der Laan de dilemma's. "Elke persoon die radicaliseert is anders en vraagt om een andere aanpak."
Daarom beoordeelt Amsterdam per geval welke maatregelen worden ingezet, inclusief zorg en begeleiding naar werk. "Onder strikte voorwaarden en gekoppeld aan tegenprestaties." B. en w. zoeken het vooral in preventie, bescherming en dialoog. Zo wil Amsterdam meer bemiddelen tussen groepen die tegenover elkaar staan. Scholen krijgen steun bij het bespreekbaar maken van islamofobie en antisemitisme.
Ook wordt gekeken in hoeverre sportclubs en instellingen behoefte hebben aan ondersteuning en bescherming. 150 sleutelfiguren krijgt training in het herkennen van signalen van radicalisering. Verder vertrouwt het college op de kracht van de samenleving. "Amsterdam staat voor vrijheid en verdraagzaamheid. We gaan uit van het zelfcorrigerend vermogen, dat Amsterdammers de moed hebben om het probleem aan te vechten."
undefined