Ambtenaren: Zorg bij gemeenten niet in betere handen

Bijna een jaar na de overheveling van taken op het gebied van zorg, jeugd en werk naar gemeenten gaat de vlag niet uit op stadhuizen. Een op de drie gemeenteambtenaren meent dat mensen met zorg aan huis en ondersteuning via hun gemeente slechter af zijn dan voorheen.

Ook bij het aan het werk helpen van mensen overheerst de indruk dat gemeenten het bepaald niet beter doen. Over deze zogeheten Participatiewet is 21 procent negatief, tegenover 17 procent die spreekt van een verbetering. De rest ziet geen verschil, blijkt uit een enquête in opdracht van Binnenlands Bestuur. Ook over de jeugdhulp is een op de vijf somber.

De megaoperatie die de drie nieuwe taken met zich meebracht, is wel soepeler gelopen dan verwacht. In een soortgelijke enquête voorspelde vier op de vijf gemeenteambtenaren een jaar geleden een stroeve tot chaotische overgang. Achteraf zegt een op de vijf dat het zo is gegaan. "Dat is dus allemaal wel meegevallen", stelt onderzoeker Peter Kanne van I&O Research.

Ook voor komend jaar verwachten de ambtenaren dat niet alles op rolletjes zal lopen. De grootste knelpunten voorzien ze bij de hulp voor de jeugd: te weinig geld, te weinig personeel en problemen bij het herbeoordelen van hun behoefte aan zorg.

Medewerkers bij de grootste gemeenten betwijfelen vooral of er voldoende budget zal zijn voor thuiszorg en zaken als dagbesteding en speciaal vervoer via de WMO. Maar een aantal gemeenten verwacht dit jaar geld over te houden op de WMO, Rotterdam zelfs een fors bedrag en ook Den Haag rekent op een meevaller.

In een aparte peiling gaven de ambtenaren nog een krachtige aanbeveling mee voor de komende tijd: gemeenten moeten veel meer doen voor mantelzorgers.

undefined