Ambitieus plan turnbond moet naar Sydney leiden

ARNHEM - De Nederlandse turnsters zijn vastbesloten om volgend jaar bij de wereldkampioenschappen in China een plaats bij de beste twaalf af te dwingen, een prestatie die recht geeft op deelname aan de Olympische Spelen van 2000. De Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Bond presenteerde deze week een plan dat de turnsters in staat moet stellen om via meer internationale toernooien en stages dit ambitieuze doel te bereiken.

Paul Prillevitz

Volgens de voorzitter van de productgroep turnen dames, Peter Weel, gaat het plan minstens 3,5 ton kosten. De turnbond is niet in staat volledig garant te staan voor dat bedrag en draagt zelf 175 000 gulden bij. De resterende twee à drie ton hoopt Weel te krijgen van het NOC-NSF. Toezeggingen van die kant werden echter nog niet gedaan. Weel wees erop dat een bijdrage van NOC-NSF, tijdens de WK een verschil van zes plaatsen kan maken. Weel: “Zonder extra stages en toernooien kan de selectie zich niet frequent presenteren aan een internationale jury en niet voldoende oefenen. Het gevolg kan zijn dat een twaalfde plaats wel eens een achttiende kan worden.”

De turnbond vindt dat er nu actie ondernomen moet worden omdat Nederland voor het eerst in jaren weer een seniorenploeg heeft die internationaal gezien meetelt. Met het huidige programma en meer wedstrijdervaring acht de bond het met deze groep turnsters goed mogelijk om de strijd aan te gaan met de grootste Europese concurrenten Hongarije, Bulgarije, Groot-Brittannië, Duitsland en Griekenland. Het Nederlands vrouwenteam hoopt zich bij de eerste zeven of acht landen van Europa te scharen en zodoende een plaats bij de beste twaalf landen van de wereld veilig te stellen. De mondiale titelstrijd in het Chinese Tianjin is het enige toernooi waar ploegen zich, volgens de regels van de NOC-NSF, kunnen kwalificeren voor Sydney 2000.

De Nederlandse turnbond wees er verder op dat er internationaal momenteel een nivellering plaatsvindt waar Nederland voordeel bij kan hebben. De politieke veranderingen in het Oostblok hebben hun weerslag gehad op het turnen in die landen. De slechte financiële situatie zorgde ervoor dat de turnresultaten minder stabiel werden waardoor West-Europese ploegen sterk op konden komen. Wetenschappelijk onderzoek en technieken, die vroeger alleen aan Oost-Europeanen waren voorbehouden, zijn nu ook voor Nederlandse turnsters beschikbaar.

Daarbij komt nog dat in Nederland de trainingsintensiteit sterk is verhoogd. Tegenwoordig is het geen uitzondering meer als jonge Nederlandse turnsters meer dan dertig uur trainen per week. Speciale scholen stellen de meisjes in staat om twee maal per dag voor langere tijd te oefenen.

De decentralisatie van de trainingen, die noodzakelijk was na de opheffing van het turninternaat op sportcentrum Papendal, heeft ook positieve effecten gehad volgens de turnbond. Overal in het land ontstonden nieuwe initiatieven en kwamen er plannen voor permanente turnaccommodaties in het gehele land. Er kwam ruimte voor eigen ideeën van clubs. Op 13 december worden aan de achterban plannen voorgelegd voor het aanwijzen van negen steunpunten die ervoor moeten zorgen dat de bond overal in Nederland goed vertegenwoordigd is.

Het zou voor de eerste keer in 24 jaar zijn als het de vrouwenequipe lukt zich te kwalificeren voor de Spelen in Sydney. Tijdens de Olympische Spelen van 1976 in Montreal werd voor het laatst deelgenomen door een Nederlandse ploeg. Daarna raakte het turnen wat in het slop. Op de WK van '87 in Rotterdam leverde Nederland nog een redelijke prestatie door als zeventiende te eindigen. Vervolgens werd het minder. Elvira Becks nam in 1992 op de individuele nummers nog deel aan de Olympische Spelen van Barcelona. Momenteel zitten er veertien meisjes in het nationale team. Na verschillende schiftingen reizen er uiteindelijk zeven turnsters - zes deelnemers en één reserve - naar de WK in China.

In de malaise van het Nederlandse turnen kwam pas in 1996 weer enige verbetering toen een nieuwe groep talentvolle junioren bij de Europese kampioenschappen in Engeland een respectabele twaalfde plaats behaalde. Tijdens de EK van 1998 in St. Petersburg nam voor het eerst in tien jaar weer eens een seniorenploeg deel, die verdienstelijk twaalfde werd. De juniorenploeg deed het met een tiende plaats zelfs nog iets beter dat jaar. Het voorlopige hoogtepunt van de nieuwe lichting turnsters werd afgelopen zomer in Moskou bereikt. Bij de Jeugd Olympische Spelen eindigde Nederland als vijfde. Als het aan de bond ligt, staat dit resultaat pas aan het begin van een reeks successen waarbij Sydney de kroon op het werk moet worden.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden