Amateurarcheologen helpen de profs: 'Als ik ergens een kuil zie, ga ik graven'
De schep in zijn hand en de groene regenlaarzen aan zijn voeten vormen een opvallend contrast met zijn geruite colbert en stropdas. Amateurarcheoloog Ab Goutbeek (80) kijkt trots uit over de uitgegraven put in een weiland bij Dalfsen. In januari wordt hier een nieuwe wijk gebouwd. Voor die tijd wordt de grond uitgekamd, op zoek naar resten van nederzettingen van duizenden jaren geleden.
"Het is een voorrecht hier te mogen zijn", vindt Goutbeek. De Dalfsenaar graaft al sinds zijn kindertijd in de akkers en rivierduinen waar hij opgroeide, als hobby. Met een ondeugende blik diept hij een spatel op uit de zak van zijn jasje. "Deze heb ik altijd bij me. Als ik ergens een kuil zie, ga ik graven."
Nu staat hij samen met andere geïnteresseerden in een zandput. Het is voor het eerst in Nederland dat amateurs op zo'n grote schaal aan de slag mogen bij een opgraving. In de komende maand nemen meer dan 220 hobbyisten de troffel in de hand, onder begeleiding van studenten en professionele archeologen. De gemeente wil het publiek zo meer bij de opgravingen betrekken.
Bijzondere vondst
De graafwerkzaamheden vormen de tweede fase van een groter project. In 2015 deden archeologen bij Dalfsen een bijzondere vondst: zij stuitten op vijfduizend jaar oude restanten van 137 graven vol met trechterbekers, een boerderij en een nog ongedefinieerd gebouw uit de tijd van de hunebedbouwers.
De vondst was uniek in Nederland en zelfs op Europees niveau zeldzaam. Ze leverde nieuwe informatie op over een tijd waarover nog altijd weinig bekend is. Zo kwam hiermee vast te staan dat de hunebedbouwers ook buiten Drenthe leefden. Maar er zijn nog veel vragen, over het gebouw dat deze prehistorische mensen neerzetten bijvoorbeeld. Welke functie had het?
Archeoloog Henk van der Velde, die de opgravingen leidt, hoopt het antwoord nu te vinden. "Het leuke is: ook als we niets vinden is het leerzaam. Als dat gebouw een woning is, moeten hier werktuigen liggen. Ligt hier niets, functioneerde het bouwwerk misschien als tempel."
Het werken met amateurs is spannend, maar vooral mooi, zegt Van der Velde. "Iedereen is heel enthousiast. Er zitten mensen tussen die vroeger archeoloog wilden worden, maar dat toch niet hebben gedaan, maar ook jongeren die misschien archeologie willen studeren."
Na een half uur komen de eerste vondsten naar boven. Geen goud of aardewerk, maar verkleuringen in de aarde. Goutbeek wijst naar een donkere baan in het zand. "Waarschijnlijk een oude greppel. Maar deze is recent, misschien uit de Middeleeuwen. Dat zie je aan de scherpe randen. Anders zouden wormen die hebben omgeploegd."
Even verderop roepen twee vrouwen om hulp van de professionals. "Zijn dit stukjes verbrand bot?" De toegesnelde studenten moeten hen helaas teleurstellen. 'Hard zand' luidt het oordeel.