Altijd klaarstaan, al ben je tachtig

Door haar verblijf in een Surinaamse lepra-inrichting zag zij het goddelijke licht en werd kloosterlinge. Antoinette Heidweiller, oftewel de 'Surinaamse moeder Teresa', werkt op 80-jarige leeftijd met zwerfkinderen in Paramaribo. Maar ja, ze is bejaard en het liefdadigheidswerk moet worden voortgezet. Daarom zingen drie Surinaamse baritons op 11 september de sterren van de hemel op een benefietconcert voor de Surinaamse zwerfkinderen.

Laura Soer

Antoinette Heidweiller -blauwgrijs haar, een caramelkleurige huid en een indigoblauw gewaad- is verlegen met al die aandacht. Terwijl de organisatoren van het benefietconcert haar toch als een reddende engel beschouwen: eerst 25 jaar voor meisjes in Kenia en nu nog steeds voor Surinaamse zwerfjongeren. Zuster Antoinette ziet haar werk als een door God opgedragen taak, want door zijn liefde kan ze die aan anderen geven, legt ze uit.

Op dit moment is de zuster even bij familie in Amsterdam; een van haar 'zonen' uit Kenia is daar speciaal voor haar naar toe gekomen. De jongen, eind twintig, wil in haar voetsporen treden, de liefde voor God uitdragen. Want dat heeft hij van de Surinaamse kloosterlinge geleerd.

In Suriname leerde zuster Antoinette God kennen; de basis, zegt ze, waaruit later het ontwikkelingswerk voortvloeide. Ze wilde op jonge leeftijd allesbehalve naar het klooster. Trouwen, dat was wat ze wilde. Op 15-jarige leeftijd had ze een zeer gelovige partner. Toen hij naar Curaçao vertrok om daar les te gaan geven, vroeg hij haar een belofte te doen: ,,Beloof mij eén ding, je moet religieuzer zijn, ga vaker naar de kerk.'' Dat deed ze en ze raakte zo overtuigd van het geloof, dat ze het contact met haar vriend verbrak om zich meer in religie te verdiepen.

Iets later tekende zich een donkere vlek op haar hand af: lepra. ,,Vreselijk! Dat was de straf van God, omdat ik hem niet wilde kennen.'' Als patiënt dreigde ze naar een aparte inrichting te moeten, zoals in die tijd in Suriname gebruikelijk was. En meestal was dat levenslang. Haar ouders wilden haar dat niet aandoen en bouwden een huisje, waar zij in afzondering kon wonen.

Daar kreeg ze maandelijks bezoek van een pastoor. Hij probeerde haar te overreden naar de lepra-inrichting te gaan. Ze ging inderdaad, maar niet in de eerste plaats als patiënt. Aangezien zij lesbevoegdheid had, mocht zij als docent werken -wat goed uitkwam, want de kinderen in de inrichting hadden geen leraar. Na een jaar liet ze zich overhalen om te blijven. Het werden uiteindelijk acht jaar.

Daar deed ze een belofte aan God: ,,Als ik hier ooit uitkom, wijd ik mijn leven aan u en ga het klooster in.'' De tijd verstreek en ze leerde de lepra-kinderen alles wat zij wist. Op een gegeven moment bezocht een Duitse arts de instelling en concludeerde dat bij velen de lepra was genezen. ,,Toen begon de grote uittocht, maar ik vond het eng. Ik had zo lang veilig in de inrichting gezeten en nu mocht ik zomaar met iedereen omgaan.''

Doordat ze als onderwijzeres had gewerkt, kreeg ze een halfjaar buitenlands verlof. Ze vertrok naar Nederland en hield haar belofte aan God; het klooster in Oudenbosch, vlakbij Roosendaal, nam haar op. ,,Ik stelde wel een voorwaarde: in Suriname ontwikkelingswerk doen.'' De nonnen keurden die voorwaarde goed, maar het zou nog lang duren voordat zuster Antoinette daadwerkelijk naar Suriname zou terugkeren. ,,Eén zuster werd ziek en kon niet naar Kenia, waar een school werd opgericht. Zij vroegen mij en ik ben gegaan.'' Daar zou zij vijfentwintig jaar blijven.

De school die daar werd opgezet, kreeg het motto: 'Bemin God en je naaste'. En dat was niet zomaar een motto, maar een levenswijze. ,,Iedereen hielp elkaar. Als leerlingen na schooltijd uitleg wilden van een docent, kregen ze die. Als er midden in de nacht een probleem was, stond ik klaar.'' Zuster Antoinette onderwees uitsluitend meisjes. Trots: ,,Het motto heeft gewerkt, want nu bekleden vele vrouwen vooraanstaande posities, terwijl zij onwetend op onze school kwamen.'' Zij glimlacht als ze vertelt over de dankbetuigingen van haar leerlingen. ,,Een van de meisjes vertelde me dat zij nog steeds veel aan het motto heeft. Vooral in haar persoonlijke leven met haar man.'' De vrouw leerde er namelijk dat zij altijd een plek moet creëren waar ze zich veilig voelt. ,,Pas dan kun je de warmte van God uitdragen'', glimlacht ze.

Na Kenia keerde zuster Antoinette terug naar Nederland, waar ze anderhalf jaar in zwerfjongerencentrum de Terp in Haarlem werkte. ,,Het was voor het eerst dat ik met zwerfjongeren in aanraking kwam.'' Daar groeide haar voornemen om in Suriname jonge mensen te helpen. Eerst probeerde zij een weeshuis op te zetten voor kinderen met aids, maar het lukte maar niet om een geschikte ruimte te vinden. Niemand wilde een huis afstaan, 'omdat er een stigma op aids zit'. Daarom besloot ze te gaan samenwerken met een vriend die een tehuis voor zwerfjongeren runt.

Zuster Antoinette hielp mee in het tehuis, maar wilde de Surinaamse jongeren vooral nazorg geven. ,,Sommigen verlaten het tehuis, en ook al gaan ze niet meer zwerven, ze lopen wel tegen andere problemen op. De jongeren hebben vaak te weinig geld om van te leven. En werken, terwijl je hele dagen naar school gaat, is zwaar. Enkelen stappen in het criminele circuit om maar genoeg geld te hebben. Met als gevolg dat zij in aanraking komen met de politie of zelfs in de gevangenis belanden.''

De hulp nadat de jongeren het tehuis hebben verlaten, is volgens de kloosterlinge essentieel. Zij hoopt daarom dat het benefietconcert in het Amsterdamse theater Cosmic een succes wordt. ,,Zodat er genoeg geld is om de jongeren, ook na mijn dood, een goede toekomst te bieden.''

Ze vertelt over een van haar laatste zorgenkinderen. ,,Eén jongen verliet het zwerfjongerentehuis en trok bij zijn vader in. Hij ging aan het werk, maar hij moest wekelijks zijn loon thuis afgeven. Het geld verdween linea recta achter slot en grendel in de kast. De jongen raakte zo gefrustreerd, dat hij de kast openbrak en het geld pakte. Zijn vader was woest en deed aangifte bij de politie. Nu zit de jongen in de gevangenis en ik kan niets doen'', roept ze verontwaardigd uit. Vervolgens moet ze lachen, want toen ze in het klooster trad, dacht ze nooit kinderen te krijgen. ,,Maar nu heb ik die overal ter wereld.''

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden