Alom verbazing over tegenstrijdige info na brand Roermond
Burgers in Roermond zijn na de brand bij koeltechnisch bedrijf Koma niet goed ingelicht over mogelijke risico’s voor de gezondheid. Dat zei burgemeester Henk van Beers van Roermond gisteren.
Volgens hem is het voor de burger onbegrijpelijk dat dinsdagmiddag gezegd werd dat er geen gezondheidsgevaar was, en dat diezelfde burgers ’s avonds (per brief) voor mogelijk gevaar werden gewaarschuwd.
Maar volgens de brandweer is alles volgens het protocol gegaan. ’s Middags concludeerden gemeente en brandweer na metingen dat geen maatregelen getroffen hoefden te worden. Zij lieten dan ook weten dat er geen gevaar dreigde.
Commandant van de brandweer Ge Cloosterman: „Bij een brand komt er altijd rotzooi vrij. Maar wij laten dan niet onmiddellijk een waarschuwing uitgaan. Het gevaar wordt namelijk teniet gedaan door het grote gebied waar deeltjes verspreid worden. Het ging ook om erg dun bewoond gebied.”
Later op de dag werd alsnog besloten een brief naar buurtbewoners te sturen. Daarin stond dat de deeltjes mogelijk schadelijk waren, en werden tips gegeven om blootstelling tegen te gaan.
De roetdeeltjes worden nu door het RIVM onderzocht. Volgens Cloosterman is er voor bewoners nog steeds geen reden om zich zorgen te maken. Maar volgens de burgemeester valt het niet aan de burger uit te leggen waarom de informatie toch tegenstrijdig leek.
Omwonenden zijn matig tevreden over de voorlichting na de brand. John Aarts, die in het dorpje Asenray – niet ver van de brand – woont, vindt niet dat hij goed is voorgelicht. „Ik heb de brand langs zien trekken en kon hem ruiken. Maar wij kregen geen brief. De informatie over giftige deeltjes moest ik achteraf via internet en televisie vernemen.”
Vader René Aarts, die honderd meter verderop woont, heeft wel een brief van de gemeente gehad. „Terwijl mijn zoon dichter bij de brand woont.” Roetdeeltjes hebben vader noch zoon gezien. Vader Aarts: „Toch ben ik blij dat ik de brief heb gehad. Het was tijd om de bonen en de peultjes uit te tuin te plukken, maar daar wachten we nu mee.”