WOIIVliegtuigwrak
Almere weet het bijna zeker, in het Markermeer ligt de verdwenen bommenwerper uit 1943
In Almere is maandag begonnen aan de berging van een Britse bommenwerper die in 1943 neerstortte in het Markermeer. De hoop bestaat dat resten van de bemanningsleden kunnen worden geborgen.
“Mijn moeder was drie maanden zwanger van mij toen ze bericht kreeg dat mijn vader werd vermist”, vertelt Richard Shrubsall (77) aan de telefoon vanuit Engeland. Hij is de zoon van boordschutter Leonard Shrubsall, die hoogstwaarschijnlijk dienst deed in het toestel in het Markermeer. Shrubsalls vader keerde nooit terug van een bombardeermissie in Duitsland. “We hebben altijd aangenomen dat zijn toestel in de Noordzee was neergekomen en nooit zou worden gevonden.”
Berging van lichamelijke resten is een belangrijk doel van de operatie, die enkele weken in beslag zal nemen. Almere is de opdrachtgever, het Rijk financiert de werkzaamheden. Het wrak werd al in 2008 bij toeval ontdekt door vrijwilligers van de Koninklijke Nederlandse Reddingsmaatschappij (KNRM), die bij het ophalen van een anker een motoronderdeel naar boven haalden.
Ze waarschuwden Johan Graas, vrijwilliger van de stichting Aircraft Recovery Group, die al decennialang studie doet naar de ruim vijfduizend toestellen die tijdens de Tweede Wereldoorlog op Nederlandse bodem zijn neergestort. “Ik herkende het brokstuk meteen als aandrijfmotor van het landingsgestel van de Short Stirling”, vertelt Graas.
Tientallen malen hebben vrijwilligers van onder meer de KNRM daarna op de ondiepe, maar zeer modderige plek allerlei spullen opgedoken. Een belangrijke vondst was een identificatieplaat, waaruit de onderzoekers afleidden om welk toestel het ging. Nabestaanden van het vermeende toestel werden op de hoogte gebracht, maar er bleek een pijnlijke vergissing in het spel: nader forensisch onderzoek leerde dat wat in eerste instantie het cijfer 0 leek, in werkelijkheid een 6 was.
De gemeente Almere houdt veiligheidshalve nog een slag om de arm, maar Graas is ervan overtuigd dat het toestel nu wel juist is geïdentificeerd: het moet de BK716 zijn. Een belangrijke vondst was een sigarettenhouder met de initialen van een bemanningslid van dit vermiste toestel.
“Richard Shrubsall is de enige directe nabestaande van de bemanning van dat toestel”, vertelt Graas, die Shrubsall jr. opspoorde en op de hoogte bracht. “We hebben gesloten riemgespen aangetroffen, die erop wijzen dat de bemanning op het moment van neerstorten nog in het toestel zat.”
De berging is in handen van specialisten van de Koninklijke Luchtmacht en het bergingsbedrijf Leemans.
Almere is van plan om de geschiedenis van het toestel te gebruiken in lesmateriaal voor leerlingen. Kunstenares Laura O’Neill vervaardigt een monument van de brokstukken dat volgend jaar bij het Nationaal Verzetsmonument Bos der Onverzettelijken in Almere wordt geplaatst. De van oorsprong Britse kunstenares, inwoner van Almere en kleindochter van een Britse WOII-veteraan, won vorig jaar een prijsvraag met een ontwerp van een piloot die op een wrakstuk zit.
Richard Shrubsall was uitgenodigd om de start van het bergingswerk bij te wonen. Hij moest echter verstek laten gaan, omdat hij bij terugkeer twee weken in coronaquarantaine zou moeten. “Maar als het kunstwerk wordt onthuld, dan kom ik hoe dan ook.”
Lees ook:
1085 oorlogsvliegers mogelijk nog in de grond
De lichamen van 1085 vermiste bemanningsleden van vliegtuigen die in de Tweede Wereldoorlog zijn neergestort, liggen mogelijk nog onder de grond. Dat blijkt uit een analyse van de NOS samen met de Studiegroep Luchtoorlog 1939-1945.