Alles wat voetbal in zich heeft, werd gevraagd. Ajax had het antwoord

Donny van de Beek, Frenkie de Jong (beiden Ajax) en Victor Wanyama van Tottenham Hotspur.  Beeld BSR Agency
Donny van de Beek, Frenkie de Jong (beiden Ajax) en Victor Wanyama van Tottenham Hotspur.Beeld BSR Agency

Met een kostbare overwinning in de uitwedstrijd tegen Tottenham Hotspur komt Ajax dichtbij de finale in Madrid.

Henk Hoijtink

Hij was al hallucinerend, de tocht van Ajax door Europa, dan kan dit er in de bedwelmende sferen niet meer aan ontbreken: het zicht, ja werkelijk, op de finale van de Champions League, voor het laatst in de clubhistorie in 1996 bereikt. Ajax won weer een uitwedstrijd – gewoon weer, zou je bijna schrijven.

Zo gewoon was het niet: het kostte ook bloed, zweet en tranen, maar het was zoet bloed, zoet zweet, het waren zoete tranen. Na een sterk eerste gedeelte, met een gewichtig doelpunt, werd het steeds wildere Tottenham Hotspur weerstaan (0-1) en met alle facetten van het voetbal – eerst vloeiend voetbal, later heldhaftig verdedigen – een comfortabele uitgangspositie voor de return van volgende week afgedwongen.

Geconcentreerd verdedigen

Waarachtig, daar dartelde Ajax aanvankelijk ook – net zo makkelijk, zou je bijna schrijven – in dat mooie, nieuwe stadion van Londen. Het was niet alleen dartelen, het was ook geconcentreerd verdedigen, met elkaar de rijen sluiten. Dat was nodig in het slotgedeelte van de eerste helft, toen Tottenham Hotspur toch met kracht vooral kwam opzetten, wat de toch al intensieve wedstrijd van een nieuwe dimensie voorzag.

De eerste was die van overmacht van Ajax geweest. De sterker geachte tegenstanders Real Madrid en Juventus waren uitgedaagd, maar dit was geen uitdagen meer. Ajax maakte de dienst uit – ja, in een halve finale van de Champions League. Tottenham-coach Pochettino had een extra verdediger opgesteld, oud-Ajacied Sanchez, en de lange spits Llorente op wie prompt het spel gericht was.

Ajax-trainer Ten Hag had gezegd dat zijn spelers goed, steeds beter, kunnen anticiperen op wat de tegenstander doet of wil. Het was in het begin niet eens nodig. Groot was het verschil in speluitvoering: de onvermijdelijk schrale, rommelige van Tottenham tegenover de positiewisselingen van Ajax, de passjes tussen de linies door ook, de combinaties.

Een van de spelers die zich daarin voorspoedig ontwikkelt, stond na een kwartier niet toevallig volledig vrij na weer een vloeiend opzetje. Zoals de diepgaande middenvelder Van de Beek had gescoord tegen Juventus, zo deed hij dat ook in Londen: na een passje van Ziyech stond hij, met gevoel voor de kansrijke plek, oog in oog met doelman Lloris en hij bleef kalm (0-1).

Nog een kans kreeg Van de Beek, nu redde Lloris met de voet. Maar Ajax kweet zich ook van de defensieve taken. Met de longinhoud van Engelse ploegen is een wedstrijd niet zomaar gespeeld. Dat zou ook raar zijn, in dit finale stadium. Tottenham raakte Vertonghen kwijt na een botsing met doelman Onana – ja, dat zit aanhoudend mee voor Ajax: tegenstanders, eerder ook Real en Juventus, missen of verliezen spelers.

Maar na al een dreigende kopbal van Alderweireld had invaller Sissoko met een schot de hervonden dadendrang geïllustreerd van Tottenham, dat na rust wilde stormen, met steun van zijn publiek. Nu ging het om andere zaken, niet die van het Ajax-dna, nu werd het moeilijk. Nu moest Ajax anticiperen, wat vooral neerkwam op alle zeilen bijzetten.

Dat deed Ajax, waarmee de groei werd bevestigd, en opnieuw toonde verdediger Blind hierin zijn waarde. Ten Hag moest oudgediende Schöne in het geweld wisselen, Mazraoui kwam voor hem. Ook De Ligt en Tagliafico stonden pal: het kwam nu aan op de jongens die weten dat voetbal niet alleen maar leuk kan zijn. En toch kan Ajax er altijd ook weer uit komen. Neres schoot de bal al in het slotgedeelte zowaar nog op de paal.

Alles wat voetbal in zich heeft, werd gevraagd en de ploeg die Europa al zo verbaast, gaf overal een antwoord op, goed- of kwaadschiks. Ja, Tottenham wilde stormen en het publiek gierde, maar per saldo werd er nauwelijks een kans gecreëerd – stond Ajax dat niet toe, kun je natuurlijk ook zeggen. Een schot van Alli al vroeg in de tweede helft, wat kopballen, menig onnauwkeurige voorzet, dat was het. Weer konden de Ajacieden met de borst vooruit naar hun dankbare fans.

Lees ook:

Ajax piekt weer, maar houden ze het vol te midden van de internationale clubs die barsten van het geld?

Het zou nooit meer kunnen, een Nederlandse voetbalclub bij de allerbeste van Europa. Nu staat Ajax in de halve finale van de Champions League. Lijnen van 1988 via 1995 naar nu.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden