Alles blijft bij het oude op NK
almere – In het laatste Badminton Info stond een artikel over ene Kirsten van der Valk, zestien jaar oud, nu al bezitster van zes nationale jeugdtitels en hard op weg naar de Olympische Spelen van Rio de Janeiro. Ze zal in 2016 dan 21 zijn, maar ze komt er wel, suggereert het blad.
Het schoolmeisje want dat is ze nog, traint tweemaal per week bij haar privétrainer en de andere dagen op de badmintonacademie in Amersfoort.
Uiteraard is Van der Valks verlangen naar de Spelen een jeugddroom, maar wel één waarvan de badmintonbobo’s op het bondsbureau in Nieuwegein graag horen. De bond zit te wachten op jongens en meisjes met ambitie en gedrevenheid, en bovenal met kwaliteit. Een echte doorbraak van een jeugdspeler op nationaal niveau is er al lang niet meer geweest. Soms is er een lichtpuntje, maar dat dooft vaak weer snel.
Het NK, dat afgelopen dagen plaatsvond, illustreerde de benarde situatie waarin een sportbond zit die zich op de toekomst richt, maar alle pogingen gefrustreerd ziet door een oude garde die niet valt weg te branden. De finale in het mannen enkelspel was wel het summum uit de alles-blijft-zoals-het-is-show. Voor het twaalfde jaar op rij trad Dicky Palyama (32) in de eindstrijd aan, voor de vijfde achtereenvolgende keer ging de strijd tussen hem en Eric Pang (29). Palyama ging strijdend ten onder, bleef staan op negen titels. Pang noteerde zijn derde.
Bij de vrouwen was het ook al een herhalingsoefening. Sinds Mia Audina de topsport eraan gegeven heeft, heerst Yao Jie (33) over het vrouwenveld. Ze won gisteren haar achtste titel. Judith Meulendijks (32), ook al zo’n monument met lijm aan de badmintonschoenen, was sinds 1996 voor de negende maal finalist. Ze won tweemaal, maar redde het gisteren niet.
En dan was er Lotte Jonathans (33). De dubbelspeelster die moeder werd, haar carrière beëindigde en anderhalf jaar geleden een geslaagde come back maakte, speelde gisteren haar zeventiende en achttiende finale en won met partners Ruud Bosch (26) en Paulien van Dooremaalen (25).
De mastodonten van het badminton zijn niet weg te spelen en ze willen ook niet weg. Gelukkig maar. Want zolang deze gelouterde toppers nog jaar in jaar uit de aanstormende jeugd zo gemakkelijk afweren, verdienen ze het om de ereplaatsen te bezetten. Internationaal gezien kan Nederland dankzij de gevestigde orde nog aardig meekomen.
Bij de badmintonbond zijn ze niet gelukkig met deze stilstand, want de bond wil ontwikkeling en werkt daar hard aan. Vandaar de oprichting van badmintonscholen en -academies, vandaar ook de omstreden overeenkomst met sponsor Yonex die geld in het laatje brengt en toppers buiten de nationale selectie houdt (zie kader). Het doel is: een nieuwe generatie kweken die het stokje van de ouderen kan overnemen.
Volgens Jonathans is de bond goed op weg, zei ze na haar finales: „Ik ben de oudste van allemaal, maar ik wijs graag op jonge spelers die ik fantastische partijen heb zien spelen tijdens dit toernooi.”
Niettemin oogt de jeugdige aanwas vooralsnog broos. Van der Valk mag dan inzetten op 2016, er komen volgend jaar eerst nog de Olympische Spelen in Londen. Daar zullen al die toppers in de dop nog ontbreken. Alleen vanuit de gevestigde orde kan aanspraak op kwalificatie gemaakt worden. Die selectie begint overigens pas in mei.
Kirsten van der Valk werd vrijdag al in de eerste ronde uitgeschakeld, maar zij heeft nog vijf jaar om in 2016 te schitteren.