Al jaren ziek thuis, geen cent salaris meer, maar nog altijd in dienst
Sinds 2015 moeten werkgevers aan werknemers bij ontslag een vergoeding meegeven. Ook als ze ziek zijn. Maar dat gebeurt vaak niet. Het CNV begint nu een campagne tegen ‘slapende dienstverbanden’.
Ze zijn al jaren ziek thuis, krijgen geen cent meer uitbetaald, maar zijn nog altijd in vaste dienst. Simpelweg omdat hun werkgever weigert ze te ontslaan en dus een flinke zak geld mee te geven. Vakbond CNV begon deze week een campagne om werkgevers tot ander gedrag te verleiden.
Stevige taal wil CNV-voorzitter Arend van Wijngaarden niet gebruiken als hij het heeft over de werkgevers die zich schuldig maken aan zogenoemde slapende dienstverbanden. “Maar het is op zijn zachtst gezegd niet netjes.” Want die zieke werknemer, zegt Van Wijngaarden, moet leven van een arbeidsongeschiktheidsuitkering (Wia) en is er al 25 tot 30 procent in loon op achteruit gegaan. In sommige gevallen is de ziekte zo slopend dat werken er in de toekomst niet meer in zit. Dan is dat zakje geld een welkome aanvulling, zegt Van Wijngaarden.
Het is een probleem dat zijn intrede deed na de ingang van de Wet werk en zekerheid in 2015. Die verplicht werkgevers hun werknemers bij ontslag een flinke zak geld mee te geven, onder de noemer transitievergoeding. Ziek of niet. Het gevolg: een deel van de chronisch zieke werknemers wordt niet ontslagen. Ook niet als ze de werkvloer al jaren niet hebben betreden.
Maar zo’n slapend dienstverband komt niet alleen voort uit pure onwil van werkgevers, ziet arbeidsjurist Pascal Besselink in zijn eigen praktijk. Sommige ondernemers, vooral de kleine en middelgrote, kunnen die transitievergoeding helemaal niet ophoesten. “Die kan oplopen tot 50.000 tot 80.000 euro.” Een bedrag dat de kleine ondernemer, met minder vet op de botten dan grote bedrijven, moet opbrengen nadat hij zijn werknemer al twee jaar heeft doorbetaald. In de tussentijd regelde hij vervanging en stak hij geld in een prijzig reïntegratietraject, legt Besselink uit.
Een compromis
Dat zo’n vergoeding werkgevers rauw op hun dak kan vallen, snapt Van Wijngaarden heel goed. Dus ging CNV in gesprek met werkgevers en het kabinet. Er kwam een compromis: werkgevers mogen de transitievergoeding voor zieke werknemers terugvragen bij het UWV. Mits ze aan de voorwaarden voldoen. “Maar wat we nu zien, is dat UWV onduidelijkheid schept bij werkgevers. Die zijn bang dat ze de voorgeschoten transitievergoeding niet terugkrijgen.”
Nog een heikel punt: de regeling gaat pas in op 1 april 2020. Weliswaar met terugwerkende kracht. “Maar werkgevers vrezen dat het kabinet tussen nu en volgend jaar de voorwaarden verandert”, legt Van Wijngaarden uit. Besselink verwacht dat er volgend jaar een behoorlijke stapel aanvragen bij UWV op de mat valt. Eer al die verzoeken verwerkt zijn, is het oktober. Weer een reden voor werkgevers om nog even niet af te zien van de slapende dienstverbanden.
Schrijnend, vindt Besselink. Want dat huiverige gedrag van werkgevers hadden genoeg deskundigen al zien aankomen. “Duizenden zieke werknemers zitten hierdoor in een slapend dienstverband. Dit probleem had tot minimale aantallen teruggebracht kunnen worden. Dat is niet gebeurd. Pas vijf jaar na ingang van de wet komt het kabinet met een oplossing. Te laat eigenlijk.”
Jan: “0,0 euro op mijn loonstrookje”
Elk jaar krijgt hij nog een kerstpakket. En elke maand een loonstrookje. “Maar ik schiet er niks mee op. Op die loonstrookjes staat elke keer 0,0 euro. Ik voel me niet meer betrokken bij het bedrijf.” De 61-jarige Jan leeft van een arbeidsongeschiktheidsuitkering sinds zijn werkgever drie jaar geleden zijn salaris stopzette.
“Ik ben er hard op achteruit gegaan in loon.” Zuur, want als hij ontslagen wordt, krijgt hij duizenden euro’s mee. “Maar ik ken mijn werkgever. Die wil ieder dubbeltje drie keer omdraaien en probeert er onderuit te komen.” Bijna 40 jaar werkte Jan als timmerman bij een aannemersbedrijf. Tot hij last kreeg van zijn rug.
Hij mocht het rustiger aan doen, ging minder lang staan, werkte op een vlakke ondergrond. Maar de slijtage breidde zich uit naar zijn nek en schouders. Te lang staan, tillen boven zijn schouders en diep bukken ging niet meer. Uiteindelijk keurde uitkeringsinstantie UWV hem drieënhalf jaar geleden volledig af.
Sindsdien poogt Jan met hulp van vakbond CNV ontslagen te worden. Zonder resultaat. Hij hoopt dat zijn werkgever door de nieuwe regeling nu wel overstag gaat. “Ik ben er wel een beetje klaar mee.”
De achternaam van Jan is bekend bij de redactie
Arjo: “De werkgever wou een second opinion”
Het begon met een griepje, dacht Arjo Meijer (48). Maar ook na een bezoekje aan de arts, een penicillinekuur tegen een longontsteking en meer rust, ging dat griepje niet over. Meijer kwam terecht bij de longarts en kreeg slecht nieuws: hij had COPD, een chronische longziekte. Zijn longcapaciteit was slechts 35 procent. “Zie het zo”, legt Meijer uit, “voor mij is een blokje om net zo zwaar als wanneer jij een marathon rent.”
Meijer, bedrijfsleider bij Xenos, gaat halve dagen werken, maar moet de rest van de dag slapen om bij te komen van zijn werkdag. Al snel wordt duidelijk: werken gaat niet meer en hij meldt zich 100 procent ziek. Maar Xenos lijkt hem niet te geloven. Het bedrijf wil een second opinion.
Meijer krijgt gelijk van de bedrijfsarts en vraagt na twee jaar ziektewet of hij ontslagen kan worden. Om zijn teruggelopen inkomsten aan te kunnen vullen met de vergoeding waar hij recht op heeft. Xenos geeft geen gehoor. “Dat was heel teleurstellend. Want ik heb altijd heel veel voor het bedrijf gedaan en verdiend.”
Uiteindelijk weet vakbond CNV de winkelketen overstag te krijgen. In mei treedt Meijer na 21 jaar en anderhalf jaar gesteggel uit dienst. “Die extra stress is eindelijk voorbij.”
Lees ook:
Rechter maakt weg vrij voor ontslagvergoeding arbeidsongeschikte.
Een terminaal zieke arts moet worden ontslagen. Dat is gunstig: alleen zo kan hij een vergoeding krijgen van zijn oude baas
Minister Koolmees maakt ontslag makkelijker dan ooit
Werknemers zijn slecht af bij het nieuw voorgestelde ontslagrecht, waarschuwt Arend van Wijngaarden, waarnemend voorzitter van het CNV.