Jeugdbescherming
Akkoord lagere werkdruk jeugdzorg is ‘goede eerste stap’
Het akkoord over een lagere werkdruk in de jeugdbescherming is ‘een eerste stap’. Uiteindelijk moeten er betere keuzes worden gemaakt over welke kinderen en gezinnen hulp nodig hebben, zegt hoogleraar jeugdrecht Mariëlle Bruning.
De werkdruk voor werknemers in de jeugdbescherming wordt lager, staat in een akkoord dat is gesloten tussen Jeugdzorg Nederland en FNV Jeugdzorg. Zij krijgen minder kinderen onder hun hoede en meer ondersteuning voor de administratie en juridische kwesties.
Het is een eerste stap om de vicieuze cirkel te doorbreken van te veel werk met als gevolg personeel dat uitvalt en vervolgens nog meer werk. Maar op de korte termijn kunnen kinderen die wachten op hulp de dupe zijn.
Honderden kinderen op de wachtlijst
Nu al lukt het negen van de dertien jeugdbeschermingsorganisaties in Nederland niet om een kind dat is verwaarloosd of mishandeld aan een jeugdbeschermer te koppelen, constateerde de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Inspectie Justitie en Veiligheid (IJV) onlangs in een rapport. Soms staan ‘honderden kinderen’ op een wachtlijst. Na een uithuisplaatsing van een kind wordt onvoldoende toegewerkt naar een terugplaatsing. Beslissingen van de rechter om een kind bij de ouders weg te halen en hulp te bieden, worden niet uitgevoerd. Volgens de inspecties lopen kinderen nieuwe trauma’s op door het onvermogen van de jeugdzorg.
Door het akkoord dat nu is gesloten, kunnen de wachtlijsten nog verder oplopen, erkent Maaike van der Aar, bestuurder van FNV Jeugdzorg. Toch noemt ze het een ‘enorme doorbraak’. Dit is de enige manier om te voorkomen dat steeds meer werknemers hun baan opzeggen waardoor de druk nog verder toeneemt, stelt zij. “De oplossing is meer mensen aannemen. Maar om dat succesvol te doen is het eerst nodig dat de mensen die er nu werken niet weglopen.”
Het afgelopen halfjaar voerden de werknemers in de jeugdbescherming regelmatig actie om op de werkdruk te wijzen. Op dit moment moeten jeugdbeschermers gemiddeld twee keer zoveel kinderen en gezinnen helpen dan verantwoord is, zegt Van der Aar. In het akkoord staat dat de werklast in stappen wordt verlaagd naar maximaal twaalf zaken van kinderen en gezinnen per hulpverlener.
Financiering gewaarborgd
Werkgeversorganisatie Jeugdzorg Nederland laat weten dat er nog overleg is met het ministerie van justitie en veiligheid over de financiering van de werkdrukverlaging. Hoeveel de maatregel kost is nog onduidelijk, zegt een woordvoerder.
Het ministerie en de gemeenten praten al anderhalf jaar over structurele verbeteringen bij de jeugdzorg. De jeugdzorg is bijna tien jaar geleden overgeheveld van het Rijk naar de gemeenten en de gesprekken gaan dus veelal over geld en het verdelen van de verantwoordelijkheid.
Eerste stap
Hoogleraar jeugdrecht Mariëlle Bruning noemt het akkoord over de werklast een goede eerste stap om iets te doen aan het overbelaste systeem. Ze is ‘aangenaam verrast’ over het plan dat er ligt. De druk op de jeugdzorg is te groot, zegt ze. “Steeds meer mensen doen een beroep op de jeugdbescherming. Daarnaast zijn de problemen waarmee zij te maken hebben complexer en kost het helpen van een kind en het gezin meer tijd.”
Dat de wachtlijsten bij instellingen voor jeugdhulp daardoor verder kunnen oplopen, ziet ook Bruning. Het is belangrijk, zegt zij, om beter te selecteren welke kinderen en gezinnen hulp nodig hebben. “Dat geldt voor de doorverwijzing naar hulp en misschien moeten jeugdbeschermers ook wel sneller besluiten dat een kind geen hulp meer nodig heeft. Wie heeft recht op de schaarse middelen? Het Rijk moet daarvoor de kaders scheppen en zou de jeugdbescherming meer mogelijkheden moeten geven om gebruik te maken van de professionele vrijheid om keuzes te maken.”
Lees ook:
Onvermogen in jeugdzorg zo groot dat kinderen soms extra trauma’s oplopen
Bestuurlijk wordt er niets bereikt voor gezinnen in de jeugdzorg. Ondertussen gaat de ellende onverdroten voort, constateren inspecties.