Agressieve boomschimmel 'essenvlieskelkje' is niet te stoppen
Negentig procent van alle essen in Nederland zal sneuvelen door een schimmelziekte. 'Er gaan grote gaten vallen in de bossen', zegt Staatsbosbeheer.
De sluipmoordenaar heet vals essenvlieskelkje. Passende naam voor een schimmel, die vilein, woest en onstuitbaar huishoudt in de Nederlandse bossen. Meer dan tachtig procent van de essen in Nederland is inmiddels aangetast door een ziekte die zich sinds 2007 vanuit Oost-Europa over het hele land heeft verspreid.
De kaalslag wordt nu in volle omvang zichtbaar. Wie langs singels met essen wandelt en omhoog kijkt, ziet de gevolgen van de ziekte. Verdorde takken, slinkende kronen. Over enkele weken, als de schimmel op z'n actiefst is, zullen van steeds meer zieke essen eerst de bladeren gaan verkleuren. Daarna verwelken ze. Vervolgens sterven twijgen en takken af. Uiteindelijk vallen hele bomen om.
Van de tien miljoen essen in Nederland zullen er negen miljoen gerooid moeten worden, verwacht Staatsbosbeheer. "Er zullen grote open gaten vallen in onze natuurgebieden", zegt Harrie Hekhuis, hoofd bos. In het Hulkesteinse bos bij Zeewolde, een polderbos vol met essen, gaf hij gisteren uitleg over een nachtmerrie van de bosbeheerder: massale bomensterfte. En: er is geen kruid tegen gewassen.
Staatsbosbeheer, dat een kwart van het Nederlandse bos beheert, zegt dat alle Nederlandse boseigenaren, ook de provincies, de landschappen, Rijkswaterstaat, gemeenten en defensie, de komende tijd te maken krijgen met grootschalige sterfte van essen.
Geknakt en geveld
Het klaphekje naar het bos op natuurcamping Landgoed De Wielewaal bij Zeewolde is afgesloten met een rood-wit lint. Er staat een bordje: 'In dit bos heerst de essentaksterfte. Daardoor kunnen bomen omvallen en takken afbreken. Voor uw veiligheid...' Achter het hek ligt het bewijs dat die waarschuwing niet loos is; ranke essen liggen geknakt, geveld, dwars over het pad. Alsof er net een verwoestende novemberstorm door het bos is geraasd.
Ze stonden er nog geen vijftig jaar, die essen. Nieuw bos, aangeplant in 1978 na de drooglegging van de Flevopolder. Ze hadden normaal gesproken met gemak nog vijftig, zestig jaar kunnen doorgroeien op die vruchtbare, vochtige bodem. Maar de meeste essen van het Hulkesteinse bos bij Zeewolde zijn ten dode opgeschreven.
En daar niet alleen: in het Noord-Groninger kleigebied, in Friesland, Noord- en Zuid-Holland, in het Purmerbos bij Purmerend, het Diemerbos bij Amsterdam en in het Alblasserbos bij Papendrecht zullen grote aantallen essen moeten worden gerooid. "We gaan nieuwe bomen planten. Uiteindelijk wordt het weer bos. Maar dat heeft wel tijd nodig", zegt Hekhuis.
De eerste prioriteit is de veiligheid van de wandelaar. Boswachters in alle natuurgebieden van Staatsbosbeheer hebben de opdracht de problemen met de es in kaart te brengen. Waar nodig zullen tijdelijk paden worden afgesloten. "De veiligheid is het meest urgent. In de bossen waar veel recreanten komen gaan we nu zo snel mogelijk kappen en vervolgens herplanten."
Staatsbosbeheer schat dat alleen het kappen en herplanten van andere soorten, als eik, beuk en populier 10 tot 20 miljoen euro gaat kosten. De lagere opbrengsten uit de houtproductie zijn dan nog niet meegerekend. Aangetast essenhout kan alleen nog maar worden verkocht voor laagwaardige toepassingen, zoals in plaatmateriaal of, in het uiterste geval, als biomassa (brandhout) voor de elektriciteitscentrale in Purmerend.
Boseigenaren willen het nieuwe kabinet om financiële hulp vragen. "We hebben dit niet voorzien. Ik heb al van het Utrechts Landschap gehoord dat ze de gevolgen van essentaksterfte niet kunnen financieren", aldus Anne Reichgelt, adviseur van de Vereniging van bos- en natuureigenaren VBNE. De zes leden zijn eigenaar of beheerder van negentig procent van de Nederlandse natuur.
De VBNE en ook andere organisaties hebben, zegt Reichgelt, sinds 2012 gewaarschuwd voor de gevolgen van de essentaksterfte. "Maar zolang die bomen niet doodgaan, is er niemand die de urgentie ziet. Inmiddels zijn er percelen waarvan veertig procent van de essen dood is. Dat is schokkend."
De schimmel, verantwoordelijk voor de essentaksterfte, nestelt zich diep in de vaten van de boom en blokkeert sapstromen in de stam. De es droogt daardoor in feite langzaam uit. Vooral jongere essen zijn kwetsbaar. Hoe jonger de boom, hoe sterker het effect van de schimmel. Oudere bomen hebben vaak wat meer weerstand.
Genadeklap
Hekhuis: "Het gaat heel hard. We hebben percelen waar we twee jaar geleden al zieke exemplaren hebben gerooid, maar daar zijn nu de overige essen ook aangetast." Daar komt bij dat zieke exemplaren ook heel vatbaar blijken te zijn voor zogenoemde secundaire aantastingen, vooral door de honingzwam, die de boom vaak de genadeklap toebrengt.
De Europese es (Fraxinus excelsior) is een boomsoort die het goed doet in het natte Nederlandse deltalandschap en op de nattere kleibodems. In grote aantallen zijn ze aangeplant, deels ook om de iep, die eerder al door de iepziekte vrijwel werd uitgeroeid, te vervangen. Naar schatting vijf procent van het Nederlandse bos bestaat uit essen, tien miljoen bomen. "De es gold als de toekomstboom voor het Nederlandse landschap", aldus Hekhuis. Een schimmeltje verstoort de toekomstdroom.
De es levert, mits gezond, hoogwaardig hout voor kozijnen en voor gereedschap én de Nederlandse es blijkt ook heel geschikt om er hurling-sticks van te maken, houten slagstokken voor een Ierse balsport. De wortelaanzet van de es uit de Flevopolder blijkt buitengewoon geschikt voor de hurleys. De Ieren zweren bij het Nederlandse essenhout. Maar nu even niet. Staatsbosbeheer verscheepte tot voor kort vele tonnen aan hurleyhout naar Ierland. Die handel zit nu in een lelijke dip.
Geen remedie
De slopende ziekte waart al jaren door Nederland, aanvankelijk alleen in het noorden. Inmiddels heeft de schimmel zich via de lucht over het hele land verspreid. Boseigenaren zijn ook al jaren bezig te zoeken naar oplossingen, maar er is vooralsnog geen remedie. Ook in veel andere Europese landen is de schimmelziekte actief.
Jaap Meewissen, boswachter in Flevoland, vertelt dat in 2011 in zijn bos voor het eerst bleek dat de boomkronen niet gezond meer waren. "De kroon werd steeds kleiner. Daarna is het hard gedaan. Sinds vorig jaar vallen bomen ook om en hebben we delen van het bos moeten sluiten."
De essentaksterfte treft ook andere soorten. Zo'n honderd planten- en diersoorten zijn in meer of mindere mate afhankelijk van de es. De boom is aantrekkelijk voor bijzondere mossoorten, stinsenplanten en vlinders. Omdat essenbossen veel licht doorlaten, kunnen er in het voorjaar tapijten van anemonen op de bodem groeien. In een gemengd bos zijn die anemoontapijten nooit te zien.
Tegelijk moet worden vastgesteld dat de monocultuur van essen, waarvoor destijds bij de ontwikkeling van de nieuwe bossen in de Flevopolders werd gekozen, achteraf geen gelukkige is geweest. Hekhuis: "Nu weten we dat bossen met overwegend één soort bomen veel kwetsbaarder zijn. Het was beter geweest als we hier een gemengd bos hadden geplant. Maar ja, dit heeft niemand voorzien.''
• En nu?
Het goede nieuws: één op de tien essen is mogelijk niet vatbaar voor de schimmel die de essentaksterfte veroorzaakt. Ook in het Hulkesteinse bos bij Zeewolde staan er enkele essen piekfijn bij, terwijl er omheen de bomen wegkwijnen.
Het Centrum voor Genetische Bronnen van Wageningen University & Research wil minimaal tweehonderd van die gezonde essen vermeerderen om de es voor de toekomst veilig te stellen. Om die essen in beeld te krijgen, wordt het publiek ingeschakeld. Het centrum vraagt bosbezoekers om de locaties van essen die op dit moment gezond zijn, te melden op een website die sinds gisteren in de lucht is: www.essentaksterfte.nu.
Zelfs in de essencollectie in de genenbank van Staatsbosbeheer in boswachterij Roggebotzand, waar 3500 bomen en struiken van bijna 60 verschillende soorten zijn aangeplant, is bijna 40 procent van de 276 essen al dood.
Het centrum wil met waarnemingen van het publiek de gezonde essen die overeind blijven tussen veel andere dode en aangetaste essen identificeren. Die gezonde bomen zijn mogelijk resistent of tolerant tegen de ziekte. De 200 gezonde bomen zullen worden blootgesteld aan de schimmel om vast te stellen of ze voldoende resistent zijn. De beste bomen zullen worden gebruikt om nieuwe, minder vatbare essen te kweken.
Volgens Paul Copini, onderzoeker bos- en landschapsecologie bij Wageningen UR, zal die pilot met gezonde essen in augustus beginnen. "Als we voldoende resistente bomen hebben, kunnen we die gaan gebruiken als zaadbron. Het is een project dat vele jaren gaat duren, ben ik bang."
Lees ook: Schimmel zorgt voor kaalslag onder essen