Advocaten vragen opheffen voorarrest Willem Holleeder
De advocaten van Willem Holleeder hebben de rechtbank Amsterdam vandaag verzocht zijn voorarrest op te heffen. Er zijn in hun ogen onvoldoende ernstige bezwaren om de verdachte van de moord op mede-Heineken-ontvoerder Cor van Hout vast te houden.
De actie van de advocaten zal, als de rechtbank het verzoek honoreert, niet opleveren dat Holleeder zijn cel in Vught kan verlaten. Het verzoek betreft slechts de moord op Cor van Hout van 24 januari 2003. Holleeder zit voor die beschuldiging al ruim drie jaar vast. De voorlopige hechtenis zal nog voortduren voor de vier andere moorden waarvoor Holleeder terechtstaat.
Het verzoek tot opheffen van het voorarrest kan gezien worden als een vorm van een tussentijds pleidooi voor in ieder geval één delict. De advocaten hopen, na inmiddels 24 zittingsdagen, alvast een eerste overwinning te boeken en zo het proces een voor hun cliënt positieve impuls te geven. Het echte pleidooi is op zijn vroegst eind dit jaar en kan pas plaatsvinden als ook het Openbaar Ministerie een strafeis heeft geformuleerd.
Holleeders advocaat Sander Janssen hield voor de rechter een omvangrijk verhaal over de vooral Amsterdamse criminele historie. Vertrekpunt is de moord op Klaas Bruinsma in juni 1991 voor de deur bij Barretje Hilton. Het overlijden van de toen wellicht grootste drugshandelaar van Europa leidde een strijd om de macht in.
Geschiedschrijving
Groepen Joegoslaven en Amsterdamse criminelen verdeelden de markt, soms op een bloedige manier. De sfeer die wordt geschetst, is er een van groot wantrouwen uitmondend in een golf van liquidaties rond de eeuwwisseling.
Wat uiteindelijk overblijft, is een groep rond John Mieremet en Sam Klepper en een groep met Cor van Hout. Het eerste duo moet volgens de geschiedschrijving van de advocaten verantwoordelijk zijn voor de eerste twee aanslagen op Cor van Hout. Aanwijzingen dat Holleeder al meedeed met de aanslagen, door onder meer de woning aan te wijzen van Van Hout in de Amsterdamse Deurloostraat, zijn onjuist. En buiten dat, iedereen in het wereldje wist wel waar Van Hout woonde, zo betoogt de advocaat.
Die broer
Het slachtoffer van de mislukte aanslagen heeft zelf ook nooit Holleeder als dader aangewezen. Op een indirecte opmerking na. Uit politieverklaringen blijkt dat Van Hout, de zwager van de verdachte, na de tweede aanslag heeft geroepen: "Het is nu oorlog en die gaan wij winnen. Die broer gaat eraan." Van Hout zou daarbij het geluid van een automatisch wapen hebben nagedaan. De uitspraak zou onder invloed van sterke drank zijn gedaan.
Geheel ten onrechte wordt volgens advocaat Janssen direct een relatie gelegd met Holleeder. Het is niet het enige voorbeeld dat Janssen geeft van verklaringen die ten onrechte verwijzen naar de betrokkenheid van Holleeder bij de dood van Van Hout.
De rechter zal zich nu moeten uitspreken over het verzoek het voorarrest op te heffen.