Aanslag moskee is dodelijkste in modern Egypte
Bij de bloedigste aanslag uit de moderne geschiedenis van Egypte zijn vrijdag meer dan 300 moskeebezoekers gedood. Er vielen ruim 100 gewonden.
De aanval is nog niet opgeëist, maar alles wijst op terreurgroep Islamitische Staat. De Egyptische tak van IS is al jaren actief in de noordelijke Sinaï, waar de aanslag plaatshad in het plaatsje Bir al-Abed. Ook de handelwijze doet denken aan IS.
Volgens de veiligheidsdiensten reden de militanten, waarschijnlijk tientallen mannen, met vier terreinwagens naar de moskee. Ze omsingelden het gebouw. Tegen het eind van de drukke gebedsdienst lieten ze een explosief ontploffen, waarna ze schoten op iedereen die in paniek naar buiten vluchtte.
De terroristen staken ook geparkeerde auto’s in brand, om te verhinderen dat mensen zouden ontkomen. Toegesnelde ambulances werden eveneens beschoten, net als gewapende omwonenden die de aanval wilden dwarsbomen. De daders gingen er vandoor toen er soldaten arriveerden.
De tot dusver dodelijkste aanslag uit het moderne Egypte was die op een Russisch vliegtuig, in 2015. Bij die explosie boven het zuiden van de Sinaï, opgeëist door IS, kwamen 224 mensen om.
Tekst gaat verder na de afbeelding.
Soefi's
De al-Rawda-moskee die werd getroffen, staat bekend als een gebedshuis voor soefi’s. Deze aanhangers van een mystieke, gematigde stroming binnen de islam worden door IS gezien als afvalligen, onder meer omdat ze heiligen en graftombes vereren. In de praktijk kwamen in de moskee niet alleen soefi’s, maar moslims uit diverse stromingen. Onder de aanwezigen waren veel dienstplichtigen.
Staatsmedia toonden gruwelijke beelden van bebloede slachtoffers en van rijen lichamen, bedekt met dekens. Veel Egyptenaren identificeren zich met de vrome en onschuldige slachtoffers, waardoor de woede over de aanval groot is. Ter vergelding voerde de luchtmacht ’s avonds aanvallen uit rond Bir al-Abed, waar de aanvallers zich vermoedelijk in de bergen schuilhielden.
Burgers
Egypte gaat al jaren gebukt onder jihadistische aanslagen. Die worden meestal gepleegd op agenten en soldaten, maar steeds vaker ook op burgers. In die laatste groep zijn vooral christenen doelwit.
Het terrorisme nam sterk toe na 2013. In dat jaar werd president Mohamed Morsi, een Moslimbroeder, door het leger afgezet. De nieuwe president, de militair Abdel Fattah al-Sisi, regeert sindsdien met harde hand. Hij kan de vele aanslagen niet voorkomen, maar grijpt ze wel steeds aan voor ferme maatregelen tegen de militanten. Veel islamisten zitten inmiddels vast in de gevangenis, waar ze hun radicale ideologie verbreiden. Het gevolg is dat hun aanhang groeit.
President Sisi belegde na de aanslag een crisisbijeenkomst met veiligheidsexperts. Hij heeft drie dagen van nationale rouw afgekondigd.
