Het mooiste Nederland

Aan surrealisme geen gebrek in de Zuid-Limburgse Enci-groeve

ENCI, de Eerste Nederlandse Cement Industrie. Beeld Monica Wesseling
ENCI, de Eerste Nederlandse Cement Industrie.Beeld Monica Wesseling

Het is spannend om ergens naartoe te gaan waar je nooit mocht komen, het gevoel te hebben de eerste te zijn. En dan voert die ontdekkingsreis ook nog eens naar Zuid-Limburg.

Monica Wesseling

Op bezoek gaan bij de Enci, de Eerste Nederlandse Cement Industrie, is dat niet heulen met de vijand? Want voerde in het verleden niet menig linkse rakker begeesterd door groene dromen, protestacties tegen die cementfabriek die jarenlang de lieflijke St. Pietersberg uitholde, haar ontdeed van ontstaansgeschiedenis, compleet met fossielen?

Tij kan keren. Aan het afgraven komt een einde en een bijzondere toekomst voor de groeve gloort. Enci, de provincie Limburg, gemeente, de omgeving én Natuurmonumenten staken de koppen bijeen, formuleerden een groot Transformatieplan en in de uitvoering daarvan is nu ook ruimte voor gewone stervelingen gekomen. Nog voor de transformatie afgerond is, mogen zij de - nog ‘in werking zijnde’ - groeve betreden.

De gewone sterveling heeft vandaag blijkbaar wat anders te doen. De groeve oogt verlaten, op de gebruikelijke Enci-gravers na. Het gegraaf is in de verte en daarmee geluidloos zodat de vogels alle ruimte krijgen. Roodborst, fitis, tjiftjaf en merel zingen in weelderige struiken op de helling.

Voor me een trap van 251 treden. Geen sinecure - zelfs naar beneden - maar een peuleschil als je je bedenkt daarmee miljoenen jaren te reizen in de tijd. ‘That’s one small step for a man, one giant leap for mankind.’

(Tekst gaat verder onder de afbeelding)

null Beeld Monica Wesseling
Beeld Monica Wesseling

Het uitzicht is weids en volstrekt vervreemdend. Aardse tinten en natuurlijke vormen vechten met hekken en ander ijzer. Naast me een zachtgele aardewand - löss - vol gekleurde aardstrepen.

Tree na tree daal ik af in de geschiedenis. Een geschiedenis van ruim 66 miljoen jaar. Onder de löss ligt het grind dat de Maas honderdduizenden jaren geleden afzette. Grind dat tot de verbeelding spreekt omdat er botten en kiezen van bosolifanten, sabeltandtijgers en steppeneushoorns in te vinden zijn. Daaronder een laag zavel rustend op een stevig fundament van krijt. Krijt, opgebouwd uit schelpen en skeletten van schelpdieren, zeeëgels en inktvisssen van ruim 66 miljoen jaar geleden, toen Limburg nog een tropische zee was en er mosasaurussen en dinosaurrussen leefden.

Het verleden is indrukwekkend, het heden vooral absurd. Na de trap loop ik eerst door een soort holle weg gevormd door immense kalk-, krijt-, löss- en grindwanden om vervolgens op een rij dranghekken te stuiten. Zwaluwen vliegen laag, de snavels geopend, een roos bloeit geurend, klaprozen deinen en het enige geluid is mijn eigen geknerp. Ik weet niet goed hoe me te voelen in dit gemankeerde gat. Inzoomend op bloem, vogel en groene weelde is er geruststelling; kijkend naar hekken en vrachtwagens in de verte borrelt irritatie op.

Dan is daar, als uit het niets die ene bloeiende ratelaar en daarmee het vertrouwen dat het goed komt. Althans in de natuur die Natuurmonumenten in de groeve beheert en gaat beheren. Onderdeel van het Transformatieplan is de aanleg van onder meer kalkgraslanden, heischraalgraslanden, kalkrotsen, kalkmoerassen en alles wat daar tussen zit; puur Zuid-Limburgse en uiterst zeldzame ‘natuurtypen’.

(Tekst gaat verder onder de afbeelding)

null Beeld Monica Wesseling
Beeld Monica Wesseling

De aanleg kost wat kunst- en vliegwerk, legde boswachter Frenk Janssen van Natuurmonumenten me vanmorgen uit, toen ik hem trof nabij Fort St. Pieter. “De Enci werkt de groeve zodanig af dat de bovengrond geschikt is voor bijzondere vegetatie. Hopen we; ook voor ons is dit een experiment. Boven op een meer dan 60 meter dikke silex-laag, vuursteen dus, is anderhalve meter kalkrijke löss en zavel gestort. Om de kans op succes te vergroten hebben we maaisel van kalkgraslanden en andere kalkrijke natuurgebieden uit België en Nederland opgebracht. Het is nu wachten en hopen. De ratelaar is er al; hopelijk volgen marjolein, centaurie, duifkruid, tijm en tal van andere bijzondere soorten.'

De ratelaar smaakt naar meer, maar hoe ik ook tuur, gluur en de verbeelding laat spreken; meer dan die ene wordt het niet. Geen extra ratelaar, wel grasmussen, een bloeiende vlier en meidoorn, weelderig onbestemd groen, verlatenheid; eigenlijk voelt het heel prettig. Temeer daar Janssen vertelde dat er in de groeve inmiddels vroedmeesterpadden, bruinrode wespenorchis, gladde slang, zuidelijke oeverlibel en het uiterst zeldzame stofzaad gevonden is.

Hoge gele wanden en ‘vloer’ doen de lucht zoet-kleiïg geuren en een plaquette wijst op de vindplaats van Bèr, een reusachtig, bijna bloeddorstig zeereptiel dat hier tientallen miljoenen jaren geleden heeft rondgezwommen. Wat een krankzinnig idee.

Aan surrealisme geen gebrek. Een zandvlakte nabij een groenige plas in de groeve blijkt een drooggevallen natuurbad. Op het terras van een al even onverwacht chalet staan veiligheidsinstructies op een bord. Een lange stoot van de sirene betekent gevarenzone ontruimen, twee korte, er wordt geschoten terwijl drie korte de gevarenzone opgeheven verklaren.

Inmiddels is het namiddag en kan het grote oehoe-dromen beginnen. De reuzenuil broedt niet in de opengestelde Enci-groeve, maar elders op de berg in een, terecht, voor mensen afgesloten zone. Gelukkig is er een uitkijkpunt, een kiekoet op zijn Limburgs, en ik plak nog een uurtje aan de dag. De lucht is vol uilenvoedsel. Kraaien krassen, duiven koeren en een ekster verraadt zich met geschetter. Natuurgeluiden, rust in de bovenkamer. Ook zonder oehoe genoeg voor grote tevredenheid.

(Tekst gaat verder onder de afbeelding)

null Beeld Monica Wesseling
Beeld Monica Wesseling

Plan transformatie

In het kader van het groot Transformatieplan stopt in 2018 de mergelwinning volledig. De Enci blijft wel mergel uit België verwerken. Om het verlies van werkgelegenheid te compenseren komt er een overgangszone met ruimte voor kantoren, welness en dergelijke. De natuur - kalkvegetaties ontwikkeld op door de Enci speciaal afgewerkte bovengrond - krijgt 120 hectare, te beheren door Natuurmonumenten. Daarvan is nu 30 hectare gerealiseerd. Voor 2020 moeten de 120 hectare ingericht zijn.

Route

De route door de Enci-groeve is geen rondje. Je kunt heen en weer lopen (totaal 4 km) of via de route met gele paaltjes teruglopen (10 km).

De beschreven route start bij de trap, bereikbaar via de Luikerweg vanaf Fort St. Pieter in Maastricht (1 km). Halverwege de Luikerweg vind je ook een bordje kiekoet naar het oehoe-uitkijkpunt.

Starten bij het eindpunt Chalet d’n Observant kan ook. Volg op Lage Kanaaldijk in Maastricht de bordjes d’n Observant.

Download vooral de route-app (Natuurmonumenten heeft een reeks apps). Bij het fort is een wandelfolder verkrijgbaar.

Voor meer informatie: natuurmonumenten.nl/natuurgebied/sint-pietersberg

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden