Aan ons is de glorie, eindelijk kan Feyenoord weer kampioen worden
Nergens wordt zo gehunkerd naar een landstitel als in Rotterdam. Zondag kan Feyenoord eindelijk weer kampioen worden. Ook buiten Rotterdam zal dat intens gevierd worden.
Al die jarenlange frustraties. Marco Chantrel schiet vol op het toilet van café Aan Zet in Rotterdam-West. Het is zondagavond 23 april, kort voor zeven uur 's avonds, Ajax heeft net verloren van PSV. Op precies dat moment weet Chantrel: Feyenoord wordt eindelijk kampioen.
Hij denkt aan het doemscenario dat zich de voorgaande weken leek te voltrekken. Dat Feyenoord in de laatste wedstrijden van het seizoen nog punten zou verspelen. Dat het alsnog naast de landstitel zou grijpen. De kale Rotterdammer vertelt erover in hetzelfde café. Hij draagt een Feyenoord-petje en twee armbanden van de voetbalclub. Op zijn trui pronkt het stadswapen van Rotterdam. "Al die keren net niet. Dat kwam er op dat moment allemaal uit."
Nergens wordt zo naar de landstitel gehunkerd als in Rotterdam. Achttien jaar geleden, in 1999, pakte Feyenoord voor het laatst de schaal. Aanstaande zondag bij stadsgenoot Excelsior moet het opnieuw gebeuren. Oké, de volksclub veroverde intussen de Uefa-cup en twee keer de KNVB-beker. Maar veel vaker werden de torenhoge verwachtingen niet ingelost.
De club komt van ver, heel ver. Nog maar zeven jaar geleden werd het absolute dieptepunt bereikt: Feyenoord was in acute financiële nood geraakt en dreigde failliet te gaan. Tot overmaat van ramp verloor de club op 24 oktober 2010 met 10-0 van PSV.
Toch lieten de supporters Feyenoord niet in de steek. Drie dagen na die 10-0 zat De Kuip weer vol. En Feyenoord krabbelde langzaam op. Een groep gefortuneerde supporters gaf de club een kapitaalinjectie, de resultaten werden beter. Een tweede plaats in 2012 werd uitbundig gevierd. En na de winst van de KNVB-beker, vorig jaar, stroomde de Coolsingel eindelijk weer vol.
'Er gaat ongelofelijk veel loskomen'
Toch telde al die jaren maar één ding bij het hondstrouwe Legioen: weer eens de kampioenschapsschaal in handen hebben.
Het landskampioenschap komt de fans toe, zegt Eduard Cachet (38) van supportersvereniging De Feijenoorder. "Ik heb vrienden die in dertig jaar geen wedstrijd hebben gemist. Geen competitiewedstrijd, geen oefenwedstrijd. Ze waren bij alle Europese wedstrijden. Uit en thuis." Ook in de jaren tachtig gingen zij naar De Kuip, toen de club al eens door een dal moest en soms amper tienduizend fans naar het stadion kwamen. Cachet: "Mocht Feyenoord kampioen worden, dan komt er ongelooflijk veel los. Dit zit heel erg diep."
Marco Chantrel (45) bezocht De Kuip voor het eerst in de jaren tachtig. Als achtjarig jochie kwam hij in Vak S terecht, bij de harde kern. Hij wilde nooit meer anders. Wedstrijden beleeft hij in een roes, er gaat zo een pakje sigaretten doorheen. Zelfs een stortbui voelt hij niet. "Feyenoord is als een ernstige ziekte. Je wordt erdoor besmet en je komt er niet meer vanaf."
Toen de resultaten afgelopen maanden minder werden, overwoog hij even om zijn seizoenkaart voor volgend jaar niet te verlengen. Hij is erop teruggekomen. Uiteraard. Feyenoord-supporters zeggen niet voor niets: 'I'm Feyenoord till I die'. De club is geweldig en verschrikkelijk tegelijk. Geweldig vanwege de saamhorigheid, de geschiedenis en dat intimiderende stadion. Verschrikkelijk om de tegenslagen.
Daarom noemt oud-burgemeester Bram Peper Feyenoord altijd 'een levensverkortende ervaring'. Hij schat dat hij zelf een half jaar verloor aan de club uit Rotterdam-Zuid. Vaak zat Peper de afgelopen jaren in de Kuip en dacht hij: 'Jeetje mina jongens, verliezen we weer onnodig'.
Voormalig grossier in landstitels
De afgelopen veertig jaar waren kampioenschappen schaars. Hoe anders was dat tot in de jaren zeventig. Feyenoord, dat was glorie. De club grossierde in landstitels en won in 1970 als eerste Nederlandse ploeg de Europa Cup 1, met absolute topspelers als Coen Moulijn, Rinus Israël, Willem van Hanegem en Wim Jansen.
Het waren de helden van Ben Wijnstekers (61), die op een steenworp van De Kuip geboren werd. Voor wie opgroeide op Zuid was spelen voor Feyenoord 'het hoogst haalbare', zegt Wijnstekers. Op de straten van de wijk Bloemhof, waar hij met vriendjes wedstrijden van het grote Feyenoord naspeelde, begon zijn carrière. Hij werd er ontdekt door een buurman die naar zijn vader Henk Wijnstekers toe liep en zei: "Joh, breng 'm naar Feyenoord."
Ben was elf jaar oud toen hij er ging spelen. Eerst als spits, daarna als middenvelder, vervolgens als rechts- en linksback. 'Mister Feyenoord' zou 419 wedstrijden voor het eerste spelen. Van het Feyenoord dat in 1984 kampioen werd, was Wijnstekers de aanvoerder.
(De tekst loopt door onder de foto)
De verdediger kon een bal van twintig meter in de kruising schieten. Maar niet alleen had hij een uitmuntende techniek,hij had ook die Feyenoordmentaliteit, die de supporters zo graag zien. Werklust, passie, voorop gaan in de strijd. Zoals vader Henk Wijnstekers tegen Ben zegt: "Als je spelers zoals jij er niet bij hebt, dan wordt het niets."
Die mentaliteit van opgestroopte mouwen zat er ingebakken op Zuid, de wijk van de havenarbeiders. Feyenoord was Zuid en Zuid was Feyenoord. Ook de spelers woonden er. Henk Wijnstekers: "De beste voetballers kwamen ervandaan." Als hij als jongen op zondag naar de kerk ging, stopte hij met zijn vrienden voor de huizen van de spelers om ze toe te juichen.
'Feyenoord was alles'
Vader Wijnstekers (93) kent de club als geen ander. Hij groeide op in Bloemhof, als jongste in een schippersgezin van zestien. Hij was bij de allereerste wedstrijd in de Kuip, op 27 maart 1937. Later was hij veertig jaar jeugdleider bij Feyenoord. En tot een paar jaar terug leidde hij bezoekers rond in het stadion.
In huize Wijnstekers draaide sinds de jaren veertig alles om Feyenoord. "Het enige wat we hadden, was voetballen in de straat en het wekelijkse uitje naar De Kuip." Op zondagen stroomden vanuit alle hoeken van het stadsdeel mensen naar het stadion. Sjaal om, petje op. Voor vijftig cent kocht je een kaartje aan het loket. Henk Wijnstekers: "We hadden een staanplaatsie achter de goal. Wisselde Feyenoord in de rust van helft, dan liepen wij mee naar de goal aan de andere kant."
Feyenoord is in veel dingen volks en oer-Rotterdams. Lee Towers, het stoere stadion van staal, de beukende gabberbeats die voor de wedstrijden door het stadion klinken. Maar inmiddels herkennen mensen in het hele land zich in het Feyenoordgevoel, het 'Hand in hand, kameraden'. Feyenoord en Rotterdam ontgroeid en van heel Nederland geworden, zegt Bram Peper. Laatst werd hij op straat aangesproken door een groepje supporters uit het Groningse Delfzijl. "Verder van Rotterdam kan je niet komen." Het Feyenoord van nu heeft fans in alle sociale lagen. Als de club straks kampioen wordt, wordt dat in heel Nederland gevierd.
Maar die achttien jaar zonder kampioenschap hebben erin gehakt. De angst dat het misloopt, is nooit ver weg. Ook dit seizoen. Lang had de ploeg een aura van onoverwinnelijkheid. Vanaf wedstrijd één stonden ze bovenaan. Met de titel binnen handbereik verdampte de voorsprong van zes punten. Eerst verloor Feyenoord van Sparta, toen van aartsrivaal Ajax, daarna volgde een gelijkspel in Zwolle. Er bleef nog één punt over.
Het noodlot leek weer toe te slaan, elke supporter herinnerde zich vorig jaar. Ook toen deed Feyenoord mee om de eerste plekken. Tot de winterstop. Daarna verloor de ploeg een recordaantal van zeven wedstrijden op rij en was het weer crisis op Zuid.
Ook Ben Wijnstekers werd na 'Zwolle' nerveus. "Ik had weer de vrees dat het fout zou gaan. Terwijl ze daarvoor speelden als een team dat iedereen aan kon." Rotterdam zat in de zenuwen en uit Amsterdam kwam gelijk weer 'die bluf'. Wijnstekers: "Trainer Bosz zei dat Ajax met drie keer winnen kampioen zou zijn. Ik dacht: moeten wij ook niet zoiets zeggen? Maar trainer Giovanni van Bronckhorst is bescheiden gebleven. Dat is toch het beste."
'In Amsterdam voert branie de boventoon'
Daar heb je weer die mentaliteit, zegt Peper, ontsproten in Zuid, het stadsdeel van de migranten. Al aan het eind van de negentiende eeuw trokken mensen uit Brabant en Zeeland erheen. "Zij hadden een zekere nederigheid. Maar wel het gevoel: dit is de plek van onze toekomst, hier moeten we het maken." Wellicht komt daar ook het eeuwige afzetten tegen de hoofdstad vandaan. "In Amsterdam voeren branie en handigheid de boventoon. In Rotterdam denken we: we doen het zelf wel."
En zie: Feyenoord richtte zich op. In De Kuip tegen FC Utrecht, waar de bijna 50.000 toeschouwers soms muisstil waren door de spanning, en een week later tegen Vitesse in Arnhem. Feyenoord, dat is 'geen woorden maar daden'. Wijnstekers: "Aanpakken die bluf."
Als iemand in de huidige selectie dat uitstraalt, dan is het Dirk Kuijt. De 36-jarige Katwijker kwam in de zomer van 2015 terug naar Feyenoord. Een voorbeeld voor de rest van het team, zegt Ben Wijnstekers. Kuijt speelt niet elke wedstrijd meer, maar hij is onmisbaar. Een echte Feyenoorder, net als Wijnstekers zelf. Een aanjager, onverwoestbaar. En: "Kuijt sprak het ook uit: ik ben hier om kampioen te worden."
Dat zelfbewustzijn ontbreekt wel eens in Rotterdam. Rotterdammers passen wel op dat ze niet te hoog van de toren blazen. Zelfs nu Feyenoord alles in eigen hand heeft, houden ze een slag om de arm. Beducht dat het alsnog misgaat. Eduard Cachet van supportersvereniging De Feijenoorder spreekt alleen over 'een mogelijke titel'.
"Kampioen? Ik krijg het woord niet over mijn lippen", zegt hij als hij een kantoorgebouw tegenover het stadhuis aan de Coolsingel binnenstapt. De supportersvereniging wil maandag, bij een huldiging, grote spandoeken aan de gebouwen rond de stadsboulevard hangen. Dat soort sfeeracties organiseerde De Feijenoorder de afgelopen maanden regelmatig. Sinds eind februari verscheen er bij elke wedstrijd een spandoek met een tekstregel. Samen vormden die 'Feyenoord, we houden van die club', het kampioenslied uit 1993, gezongen door de spelers van toen.
De tekst is 24 jaar oud, maar had voor dit kampioenschap geschreven kunnen zijn. Het dal is voorbij, de mensen staan in de rij.
'Ik ga de hele week huilen'
Zondag kan het gebeuren. De tieners van nu, die niet eerder een kampioenschap meemaakten, leven net zo intens mee met Feyenoord als vorige generaties. Bij de trainingen de afgelopen dagen stonden honderden kinderen langs de lijn.
Zo ook vijf vrienden uit Nieuwerkerk aan den IJssel, dinsdagochtend. De jongens en meisjes zijn tussen de 18 en 21 jaar oud en Feyenoordfan zolang ze zich kunnen herinneren. Ze kregen het virus mee van hun vader, of opa.
De Uefa-cup in 2002 maakten ze als kinderen mee, maar dit kan hun eerste grote succes als volwassene worden. Julian Allemekinders (19) weet het zeker: "Zondagmiddag ben ik heel gelukkig." Ze zullen het vieren, op het Stadhuisplein. En natuurlijk op de Coolsingel, maandag. Jaynique van Heerdt (20): "Ik ga echt huilen, de hele week."
Peper durft het inmiddels zonder voorbehoud uit te spreken: Feyenoord wordt kampioen. En Rotterdam zal weer een tijdje voort kunnen. Met de borst vooruit. "Dat gaat wel een paar jaar duren. En dat hebben we ook wel nodig. Al weet je nooit wat hierna weer komt."
Zelfs 'mister Feyenoord', Ben Wijnstekers, krijgt een brok in zijn keel als hij het heeft over een kampioenschap. Er zullen 'heel veel traantjes' vloeien in de stad. Een landstitel geeft Feyenoord en de hunkerende stad iets tastbaars, zegt hij. "Een titel geeft aan dat we wel groot zijn. Heel groot. De beste van Nederland."
Zelfs nu Feyenoord alles in eigen hand heeft, houden de fans een slag om de arm. Beducht dat het alsnog misgaat.