25 januari / Blauwe vleugelspiegels
Hemelsblauw is Morpho didius, een vlinder van de Amazonewouden. Blauwe morpho’s kunnen een spanwijdte van bijna 18 centimeter krijgen. Ze zijn niet altijd makkelijk te zien en vliegen vaak hoog tussen de bomen, en in de jungle beslaan de lenzen van uw verrekijker.
Wetenschappers onderzoeken vlinderkleuren uit nieuwsgierigheid, maar ook om na te bootsen. De glinsterende plaatjes die kinderen soms verzamelen, zijn ervan afgekeken. Voor holografische beveiliging van bankbiljetten en paspoorten kunnen vlindervleugels ook als voorbeeld dienen. Marco Antonio Giraldo Cadavid uit Medellin, Colombia, heeft vleugels van morpho’s en diverse soorten witjes ontleed. Hij promoveert daar vandaag op in Groningen.
De kleur van vlindervleugels hangt af van de lichtreflectie of -opname door pigmenten en verstrooiing door de vleugelstructuur. Het geribbelde vleugeloppervlak van morpho’s is aan de bovenkant bedekt met kleine, blauwe schubben. Witjes hebben ook schubben, een dubbele laag zelfs aan boven- en onderkant.
Een vlinderschub bestaat uit twee laagjes, verbonden door minuscule pilaartjes. De schubben van witjes bevatten korrels; morpho’s doen het zonder. Vleugels van witjes weerspiegelen 70 procent van het licht, dat gelijkmatig verstrooid wordt. Daardoor zien ze er wit uit. De richels van morpho’s bestaan uit laagjes, die alleen licht van blauwe golflengten weerkaatsen en zelfs versterken. Mits het licht van boven komt – van opzij ziet de vlinder er heel anders uit.