1880 Nederland, een levend prentenboek
'Als de wereld vergaat, ga dan naar Nederland. Daar gebeurt alles vijftig jaar later.' Dit beeld hadden veel buitenlanders eind negentiende eeuw van Nederland. In Amerika woedde juist een Holland-gekte. Het koninkrijk bestaat binnenkort tweehonderd jaar. Trouw staat stil bij belangrijke momenten uit de nationale geschiedenis. Vandaag aflevering 19.
Een avond en een nacht behoedt de zoon van een sluiswachter land en volk voor een overstroming, door één vinger in de dijk te stoppen. Generaties Amerikaanse kinderen smulden van het in 1865 verschenen 'Hansje Brinker, of de zilveren schaatsen'. Jongens en meisjes leerden door dit verhaal wat doorzettingsvermogen en moed vermochten. Tegelijkertijd blies het boek de wordingsgeschiedenis van Nederland op tot mythische proporties: net als Hansje Brinker hadden de inwoners letterlijk eigenhandig hun land op de zee veroverd.
De Amerikaanse schrijfster Mary Mapes Dodge kende Nederland alleen van horen zeggen en uit schriftelijke bronnen. Als twintiger en moeder van twee kinderen was ze plotseling weduwe geworden. Om het hoofd boven water te houden begon ze met het schrijven van kinderboeken. Met haar tweede pennenvrucht schoot ze raak. 'Hansje Brinker, of de zilveren schaatsen' werd alleen al tijdens haar leven meer dan honderd keer herdrukt.
Wat sterk bijdroeg aan het succes was dat Amerika in het laatste kwart van de negentiende eeuw bevangen werd door een Holland-gekte. Voor de viering van honderd jaar onafhankelijkheid hadden sommigen in de Verenigde Staten al gekeken naar andere landen dan de voormalige overheerser Groot-Brittannië, die konden worden aangewezen als oerbron van het Amerikaanse gedachtengoed. Nederland paste prima in het plaatje: keurig protestants, er liepen directe lijnen met de Pilgrim Fathers en de geschiedenis van een succesvolle opstand tegen vreemde overheersing was zeer herkenbaar.
Vanaf ongeveer 1880 nam de gekte steeds grotere vormen aan. Rijke inwoners van de Verenigde Staten gingen Hollandse meesters verzamelen. Amerikaanse schilders togen naar Nederland. Invloeden vanuit het kleine landje aan de Noordzee drongen door in de architectuur, interieurs, mode en literatuur.
Amerikanen idealiseerden Nederland. Mary Mapes Dodge had dat - zich louter baserend op boekenwijsheid - al gedaan in Hansje Brinker: "Er is geen moediger en heldhaftiger ras dan zijn kalme, bedachtzame bewoners. Weinig naties evenaren zijn belangrijke ontdekkingen, geen enkele overtreft het in handel, scheepvaart, geleerdheid en wetenschap, of gaf zulke nobele voorbeelden van de bevordering van het onderwijs en openbare liefdadigheid, en geen enkele heeft in verhouding tot zijn oppervlak, meer geld en moeite besteed aan openbare werken."
Maar waar waren in de negentiende eeuw de ontdekkingen en economische successen die de wereld verbaasden? België liep vaak voorop. Van Nederland zou Heinrich Heine gezegd hebben: "Als de wereld vergaat, ga dan naar Nederland, daar gebeurt alles vijftig jaar later." Of dat klopt, is zeer de vraag. Het correspondeert wel met het beeld dat veel buitenlanders destijds hadden. Nederland kon bogen op een glorierijk verleden, maar had dat inmiddels al lang achter zich gelaten. Nederland moest slachtoffer zijn geworden van zijn eigen hoogmoed, concludeerde de Parijse koopman en cultuurhistoricus Henry Havard bij een bezoek aan Amsterdam in 1873. Bij al hun rijkdom en geluk waren ze op een zeker moment vergeten om nog langer naar de wereld om zich heen te kijken. De wil tot behoud had het gewonnen van de avontuurlijkheid en ondernemingslust.
Na zijn bezoek aan Nederland spiegelde Havard zijn lezers vooral een schilderachtig land voor. Hij beval 'uit wijsgerig en etnografisch standpunt' vooral een rondreis langs de 'dode' stadjes aan de Zuiderzee aan. "Heel Europa moet nog eenmaal de ogen richten op dit stukje land dat werd veroverd op de elementen, dat werd geschapen door het menselijk genie, beschermd door zijn onvermoeibare volharding en dat de geboortegrond was van zoveel edele burgers, het object van zoveel bewondering en toewijding! Het Hollandse vaderland moet opnieuw van zich laten spreken, de wereld opnieuw verlichten met de stralen van zijn grandeur, zodat, wanneer op een noodlottige dag de naam van een grote natie van de kaart van Europa wordt geveegd door een overwinnend volk, de hele verraste wereld niet zal zeggen: was er dan nog een Nederland?"
De Italiaanse schrijver/journalist Edmondo de Amicis deed in de jaren zeventig van de negentiende eeuw in een hele reeks boeken verslag van zijn reiservaringen. Hij bezocht steden als Londen, Parijs en Constantinopel en landen als Spanje en Marokko. Ook aan 'Ollanda' wijdde hij een publicatie. Soms liet De Amicis zich meeslepen door wat hij zag. In Leeuwarden werd hij op de verjaardag van koning Willem III gegrepen door de vrouwen in klederdracht met 'gouden en zilveren helmen' die plotseling tevoorschijn kwamen. Lyrisch beschreef hij de alom aanwezige oorijzers: "Moeders met een heel broedsel meisjes, allen gehelmd; vervallen oudjes, gehelmd; dienstmeisjes met een pan in de hand, gehelmd." In de ogen van de Italiaan leek de Friese hoofdstad op "een onmetelijke kazerne van baardeloze kurassiers, een stad van onttroonde koninginnen, een stad waar de bevolking zich voorbereidde op een grote middeleeuwse maskerade". Maar gehecht aan de zeden en gewoonten van zijn geboorteland stond heel veel De Amicis minder aan: de protestantse kerken waren lelijk en kaal, de Hollandse meesters schilderden onbeduidende onderwerpen zonder veel emotie en het Nederlandse eten was overdadig maar weinig smakelijk. "Zij hechten meer waarde aan veel dan aan hoe."
Amerikanen koesterden in hun beschrijvingen van bezoeken het ideaalplaatje. Nederlanders waren "trouw, eerlijk, vlijtig, leergierig" en "vriendelijk en vredig van aard en eerlijk in de omgang met elkaar. Door de natuurlijke eenvoud van hun dagelijks leven en het hoge beginsel van eer en moraal waarmee zij hun zakelijke overeenkomsten uitvoeren zijn het aantrekkelijke persoonlijkheden."
De meeste verslagen van buitenlanders kwamen moeilijk los van de clichés over molens, klompen en klederdracht. Ze schetsten het beeld van een natie als anachronisme, een levend prentenboek. Vaak werd de vermeende achterlijkheid nog wat aangedikt: verlovingen zouden alleen op het ijs tot stand komen, de eerste auto's zouden in Nederland 'snelpaardelooszonderspoorwegpetroolrijtuig' worden genoemd.
Rond 1910 nam Amerika's bijzondere belangstelling voor Nederland af. De figuur van Hansje Brinker leefde wel voort, meer in Amerika dan in Nederland. Wel worden er op drie plaatsen monumentale vingers in de dijk gehouden: in Madurodam, in Harlingen dicht bij de afvaart van de veerboten naar Vlieland en Terschelling en in Spaarndam.
Bepalende momenten op weg naar eenheid
Met het ontstaan van het Koninkrijk der Nederlanden vormden de Nederlanders nog niet per se een eenheid. Op tal van momenten in de afgelopen twee eeuwen vielen ze te betrappen op gemeenschappelijke kenmerken of waren ze juist één in verscheidenheid. Wat bracht de natie bijeen? Wat dreef de natie uiteen? In de serie 'Twee eeuwen Nederland' loopt dagblad Trouw tot eind 2013 elke woensdag langs bepalende momenten in tweehonderd jaar geschiedenis van het Koninkrijk der Nederlanden. Een boek met alle artikelen verschijnt in het najaar van 2013.
undefined