null Beeld

ColumnMerijn de Boer

Ze kwamen door de schuifdeur op het vliegveld en ik wist: dit zijn ze

Merijn de Boer

Op het vliegveld van Tunis wachtte ik op een Gronings echtpaar. Via een gemeenschappelijke vriendin waren we in contact gekomen met een gepensioneerde kraamverzorgster, die ons de eerste week na de geboorte wilde komen helpen in Tunesië. Ze zag het als een soort vakantie. Haar man kwam ook mee.

Ze zaten op de vlucht uit Düsseldorf, die om half elf ’s avonds landde. Vroeger zou ik dan ook om half elf stipt (of zelfs al wat eerder) op het vliegveld zijn geweest. Maar ik ben wat wijzer geworden en rij tegenwoordig pas van huis weg als het vliegtuig is geland. Nu was ik bovendien in slaap gevallen op de bank. Het was kwart over elf toen ik wakker schrok.

Geen idee hoe ze eruitzagen

Slaperig en haastig (met het oog op de veiligheid niet zo’n goede combinatie) reed ik naar het vliegveld. Gelukkig was de vlucht vertraagd. Toch was de ontvangsthal al vol mensen toen ik aankwam. Ik hoopte niet dat ze al lang op me aan het wachten waren.

Nadat ik op iedereen in de ontvangsthal een korte blik had geworpen, kwam ik tot de conclusie dat ze er nog niet waren. Het merkwaardige was dat ik me pas hierná ­realiseerde dat ik geen idee had hoe ze eruitzagen.

Een ouder echtpaar verscheen. Ze keken zoekend om zich heen en bleven ietwat ­verloren in de hal staan. De man was kaal en omvangrijk, de vrouw kon best eens een Groningse zijn. Maar evengoed een Duitse, eigenlijk. Ik aarzelde. Ze bleven maar verloren om zich heen kijken.

Dit moesten ze haast wel zijn. Er was anderhalf uur verstreken sinds de landing en ik zag verder niemand die ik iets Gronings vond hebben.

De vrouw liep naar de wc. Ik wandelde op de man af en sprak hem aan in het Nederlands. Hij keek me aan alsof ik hem ernstig had ­beledigd. “What?!”, vroeg hij.

Ik ga nog niet op

Ik mompelde een excuus en droop snel weer af, lichtelijk geïntimideerd door de lompe reactie.

De vrouw kwam terug. Ik gaf nog niet op. Ik wist namelijk alleen dat zíj Gronings was. Het kon natuurlijk dat ze was getrouwd met een botte Brit (alhoewel, dat hoopte ik toch niet). Als hij haar zou vertellen wat er was gebeurd, kwam ze misschien wel naar me toe.

Zonder nog naar me te kijken, liepen ze naar de uitgang.

Weer gingen er minuten voorbij. De hal werd steeds leger.

En toen, ineens, verschenen de kraamverzorgster en haar man tussen de schuifdeuren. En ik wist meteen dat zij het waren. Sterker nog: ik had het gevoel dat ik ze al ­jaren kende.

Toen ik ze een week later terugbracht naar het vliegveld, was het alsof onze kinderen er een opa en oma bij hadden gekregen.

Merijn de Boer is schrijver, huisman en expat. Zijn vrouw is diplomaat. Zijn roman De Saamhorigheidsgroep won de BNG Bank ­Literatuurprijs 2020 en De Inktaap 2022. Meer van zijn columns leest u hier.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden