De zintuigen vanNynke Laverman
Zangeres Nynke Laverman: ‘Met het onderscheid tussen ‘mens’ en ‘natuur’ begint de ellende al’
Nynke Laverman (40) is zangeres en songwriter. Op het album Plant onderzoekt ze de ontwrichte relatie tussen mens en aarde. Soms zou ze liefst zelf een plant zijn. ‘Want hoe schiet ik wortel in beton?’
ZIEN - Alles is gelijkwaardig, alles is bezield
“In Mongolië heb ik geleerd om anders naar de wereld om me heen te kijken. Ik leefde een maand op de steppe bij een nomadenfamilie, in een ger, zo’n ronde tent. Tot in de verre omtrek was er verder niemand. En nergens stond een hek. Soms stoven er kuddes paarden voorbij. Een overweldigend landschap, zo groots.
Ik was daar in 2007, en twee jaar later opnieuw, inmiddels best lang geleden dus. Toch is in Mongolië een belangrijk zaadje geplant voor al mijn werk daarna. Ook voor dit album: Plant, al ben ik me de afgelopen jaren pas bewust geworden van wat ik daar heb geleerd.
Nomaden kijken anders naar de wereld. Wij maken alles om ons heen tot dingen, in hun ogen is alles gelijkwaardig: een mens is niet meer dan een steen, rivier of boom. En alles is bezield. In het Westen willen we elk mysterie wetenschappelijk verklaren. Het is veel rijker om dat niet altijd te doen, dan kijk je weer als kind. Je ziet de magie. Elke struik of steen herbergt een geheim.
Die gelijkwaardigheid leidt ook tot respectvoller gedrag. Alleen al door het besef dat alles op aarde in evenwicht moet zijn: je kunt als mens niet meer nemen dan je geeft. Die afhankelijkheid vind ik heel mooi, logisch ook. Maar hoe kan het toch dat we er hier zo ver verwijderd van zijn geraakt?
In 2019 nam ik een sabbatical, een jaar rust, om te broeden op nieuwe stappen. Aan het begin van dat jaar wist ik zeker: het klimaat, die connectie met de aarde, dat gedoe, die ontwrichting, daar ga ik het niet over hebben op een nieuw album. Ik ging naar Jordanië, ter inspiratie, ik was nog nooit in de woestijn geweest. Daar werd ik direct met mijn neus op de feiten gedrukt. Elke kloof waar we wilden overnachten, lag vol plastic. En overal waren toeristen, die met zo’n jeep een uurtje de woestijn in gingen en vooral herrie maakten. Respectloos. Bijna koloniaal. Ze namen niet eens de moeite om echt te kijken. Het stond haaks op wat ik had gezien in Mongolië. Ik dacht: nu kan ik niet meer om dit thema heen.”
VOELEN - Laat mij maar een plant zijn
“Als je probeert naar de wereld te kijken als in Mongolië, levert dat direct iets op. Natuurfilosoof Matthijs Schouten, die ik voor een van mijn podcasts sprak, geeft mensen vaak als opdracht: kijk elke dag vijf minuten naar iets wat niet door een mens is gemaakt, bijvoorbeeld een boom. Als je dit doet, krijg je een band met zo’n boom. Het geeft een gevoel van verbondenheid.
Ik heb het bewust nooit over de ‘mens’ en de ‘natuur’, want met dat onderscheid begint de ellende al. De mens heeft zichzelf bovenaan een rangorde geplaatst, de connectie met al het andere is doorgeknipt. We verschansen ons in steden, tussen beton en technologie. Worden we daar echt blijer van? In een van mijn nummers zing ik: ‘Ik ben een vrouw in de bloei van haar leven, maar hoe schiet ik wortel in beton?’
Dit album gaat in feite over een vrouw die steeds meer begint te verlangen naar een kalm bestaan als plant. Omdat ze weerstand voelt tegen de wereld die om haar heen is gecreëerd. We zijn de enige soort die niet meedraait in de natuurlijke cycli. Een plant doet dat wel.
Soms heb ik echt moeite met mensen. Ik houd ontzettend van individuele exemplaren – mijn ouders, mijn man, mijn kinderen, mijn vrienden – maar als soort begrijp ik ons niet, de keuzes die wij als groep maken. We maken zoveel stuk. Dan denk ik: laat mij maar wortelschieten, dan hoor ik tenminste niet meer bij jullie.
Het is de metafoor die ik als kunstenaar gebruik om te prikkelen. Kunnen we ons verplaatsen in een plant? Hoe kijk je dan naar de wereld? Ik wil het perspectief veranderen, zodat het publiek zichzelf vragen stelt.”
PROEVEN - Tijd nemen voor iets, smaakt naar meer
“Toen ik terug was uit Jordanië besloot ik om meer naar mijn eigen waarden te gaan leven. Het voelde niet goed om ’s avonds een documentaire te zien over dieren met een maag vol plastic en de volgende ochtend mijn supermarktkarretje ermee vol te gooien. Ik besloot: plastic komt mijn huis niet meer in.
Gelukkig deelt mijn gezin die waarden. Mijn zoons zijn zes en negen en vinden het prima dat we bepaalde dingen niet meer eten, zoals chips, omdat het niet los verkrijgbaar is. De oudste wil natuurfotograaf worden, zijn ideale wereld is een wereld zonder mensen, hij was snel overtuigd. Dat gold eigenlijk ook voor mijn jongste en Sytze, mijn man.
Kijk, je redt de wereld niet door plastic uit je huis te bannen, maar het geeft zo veel meer voldoening om te leven naar je eigen waarden. Die houding geef je ook door aan kinderen. Zij zien dat ik dingen zorgvuldig doe en met aandacht. Dat ik me bij alles afvraag: hebben we het echt nodig? Kan het ook anders?
Eerst denk je: jeetje, geen plastic meer, dat kan niet, maar het is gewoon een kwestie van het omleggen van routines. Daar moet je in investeren: hoe ga ik dit doen, in welke winkels moet ik zijn? Inmiddels denk ik er niet meer over na. Er staat standaard een tas vol lege potjes klaar. Vrijdag is er markt, dan doe ik de boodschappen.
De keuze om plastic te bannen, leidt tot vertraging, want dingen kosten meer tijd. Eten koken duurt nu minimaal een uur, soms zelfs langer, want ik koop niets meer kant-en-klaar of voorgesneden. Alles moet eerst door mijn handen: wassen, snijden. Ik maak contact met mijn eten. Daar word ik rustig van, omdat ik er de tijd voor moet nemen. Die vertraging vind ik winst.”
HOREN Als ik Fries hoor, hoor ik muziek
“Ik ben in Friesland opgegroeid, hier in Weidum, waar ik nu ook met Sytze en de kinderen woon. Na de kleinkunstacademie in Amsterdam ben ik opnieuw verliefd geworden op de Friese taal. Ik ging fado’s in het Fries zingen en trok volle zalen. Vaak krijg ik te horen: waarom ga je niet opnieuw fado’s zingen, daar had je succes mee. Maar dat wil ik niet. Je moet met je succes durven breken, al zing ik nog altijd veel in het Fries.
Als ik Fries hoor, hoor ik muziek. Die taal is ontzettend melodieus, waarschijnlijk doordat er veel lange klinkers in voorkomen. Nederlands klinkt korter en medeklinkeriger, ik kan er weinig mee. Fries is mijn moedertaal, er zit niets tussen mij en die taal in, dus kan ik me nergens achter verschuilen. Het zit een-op-een op mijn emotie. Ik denk dat een publiek hoort dat die emotie oprecht is, zelfs als ze me niet verstaan.
De helft van de nummers op Plant is in het Engels, vooral de nummers met een meer directe boodschap. Ik wilde me meer uitspreken met dit album, daar leent het Engels zich goed voor. De nummers die heel dicht bij mij komen, zing ik wel in het Fries. Zoals Sabearelân, waarin ik tegen mijn kinderen wil zeggen dat alles goed komt. Maar kan ik dat echt zeggen? Ben ik dan wel eerlijk?”
RUIKEN Dieren, mest en hooi: de geuren van mijn jeugd
“Als kind was ik vaak buiten. In het veld en op de boerderij aan het einde van de straat, waar ik samen met andere kinderen rondhing. Die geur van dieren, hooi en mest is zo vertrouwd. Ik word er nog altijd blij van.
Op de boerderij beleefden we avonturen, zo noemden we dat. Dan moest er een kudde jonge stieren uit het land worden opgehaald en mochten wij mee op de trekker. Of er werd een kalfje geboren. Zodra ik de kerkklokken hoorde, wist ik: ik moet naar huis om te eten.
Mijn kinderen groeien op in hetzelfde dorp, ook zij zijn veel buiten. In deze tijd van het jaar gaan ze bijna dagelijks met de telescoop naar vogelkijkhutten, om ringen af te lezen. Ik ben blij dat mijn kinderen die verbondenheid met de wereld om ons heen ook voelen.”
INTUÏTIE Laat het niet-weten toe
“De opgaven waar wij als samenleving voor staan – de klimaatcrisis, het verlies van biodiversiteit – zijn groot en complex. Waar te beginnen? Volgens mij weten we het met z’n allen even niet. We zijn ons ervan bewust dat ons oude systeem onhoudbaar is, maar zijn nog op zoek naar het nieuwe verhaal. We zitten in een fase van niet-weten. Dat voelt oncomfortabel.
Ik zie een parallel met een artistiek proces. Een album begint bij mij altijd met een idee, maar zodra ik aan de slag ga, raak ik dat idee kwijt en voel ik weerstand. Ik weet waar ik naartoe wil, maar hoe kom ik er? Vaak zoek ik te hard, dan wordt het juist niets. En dan weet ik het opeens niet meer. Uiteindelijk weet ik ook: als je de tijd neemt en je in dat onbekende stort, kom je ergens uit. Laat het niet-weten toe. Geef je intuïtie de ruimte.
En durf de controle los te laten. Dat vinden mensen lastig. Ik ook! Maar, om filosoof en psychiater Damiaan Denys aan te halen: controle is een illusie. Zelf schrijf ik de beste teksten als ik mijn hoofd er niet bij gebruik. Het is de kunst om de ratio aan de kant te schuiven. Misschien moet de maatschappij eenzelfde proces door.
Tijdens het maken van de theatervoorstelling die bij Plant hoort, dacht ik: practice what you preach. Ik laat die controle dus zelf ook los. Voor het eerst ga ik improviseren op het podium. Dat vond ik altijd doodeng, toch doe ik het nu. Aan het eind van de voorstelling. Ik heb geen melodie, geen tekst. Ik geef mezelf wel alle tijd, verder is er geen plan.
Eigenlijk wordt de hele voorstelling een reis naar rust en stilte. Het publiek wordt overladen met tekst, muziek en video. Uiteindelijk trekken we het hele decor weg en komen we uit in het niets. Dan gaan we het slotstuk van de voorstelling in, het gedeelte waarin wij het ook niet weten. Ik hoop het publiek mee in die modus te krijgen. Om vrij te kunnen denken en alles los te laten. Ik geloof dat er in die stilte iets wezenlijks gebeurt.”
Nynke Laverman (1980) groeide op in Weidum en deed de kleinkunstacademie in Amsterdam (1998-2002). Ze brak door met het album Sielesâlt (2003), waarop ze een nieuw genre introduceerde: Friese fado. Voor het album kreeg ze een gouden plaat en de Piter Jelles Prijs. Met Nomade (2009) won ze een Edison.
Haar nieuwste album Plant (2021) is een slow-release. Tot en met september wordt elke maand een nummer uitgebracht, met een bijbehorende podcast, waarin ze spreekt met onder anderen filosoof Roman Krznaric, komiek Jochem Myjer en psychiater Damiaan Denys.
De gelijknamige theatertour gaat (zo mogelijk) op 15 oktober in Amsterdam in première. nynkelaverman.nl