null Beeld

ColumnMerijn de Boer

Vlees met groene vegen. Moet ik dat echt eten?

Merijn de Boer

Ik stond op het punt om bobotie te maken, toen ik besefte dat ik geen gehakt in huis had.

In de Carthaagse supermarkt toog ik naar de vleesafdeling. Er was niemand te bekennen. De vrouw van de kaas begon collega’s te seinen dat ze de vleesjongen moesten halen.

Terwijl ik wachtte, dacht ik aan de overleden kunsthistoricus Louis Gans. Op een ochtend ging hij op een terras in Amsterdam zitten en bestelde een kop koffie. Een vriend van mij werkte in het café. Hij nam de bestelling op, liep naar binnen en werd daar in beslag genomen door andere bezigheden. Pas na een uur herinnerde hij zich Gans, die nog steeds buiten zat.

Snel bracht hij hem zijn koffie. Hij begon al excuses te maken, maar Gans zei heel rustig: “Dankjewel, hoor”. Alsof hij niet een uur, maar een minuut had gewacht.

Ik wilde dat ik het geduld van Louis Gans had. De vleesafdeling was nog steeds verlaten.

Vanuit mijn ooghoek zag ik een jongen naderen. Ik had sterk het idee dat hij van de wc kwam. Zijn mouwen waren opgerold en hij ging meteen zijn handen wassen. Dit deed hij uiterst kort en zonder zeep te gebruiken. Daarna veegde hij ze halfslachtig af aan een stapeltje plastic handschoenen.

“Vijfhonderd gram gehakt, graag”, zei ik.

Uit een kastje haalde hij een paarsachtige lap vlees, waarop kikkergroene vegen zaten. Hij sneed er wat vanaf en kwam uit op 650 gram.

Handschoenen had ik wel fijn gevonden

Blootshands propte hij het stuk in de maalmachine. Ik had het toch wel fijn gevonden, merkte ik, als hij handschoenen had gedragen of op z’n minst zijn handen had gewassen met zeep. Ook die groene vegen op dat paarse vlees zaten me niet helemaal lekker.

De vleesjongen reikte me een vochtig zakje aan. Er plakten wat stukjes gehakt aan de buitenkant.

Ik zag er niet erg naar uit om dit op te eten.

Terwijl ik naar de kassa liep, dacht ik aan de goedlachse slager iets verderop. Die begroette me altijd vriendelijk, terwijl ik nog nooit iets bij hem had gekocht. Nu dan? Maar wat deed ik dan met dit onappetijtelijke zakje? Terugbrengen leek me geen optie, want dat zou een nodeloos ingewikkeld gesprek worden.

Onder het oog van de caissières begon ik mijn zakken te bekloppen, alsof ik op zoek was naar mijn portemonnee. Helaas, ik kon hem écht nergens vinden. Met lege handen wandelde ik de supermarkt uit.

Ik vond dat ik het niet zo chic had opgelost, maar ik was wel opgelucht.

De slager ontving me hartelijk. Hij sneed een rood stuk af en legde het op de weegschaal: 505 gram. Hij stond er zelf van te kijken. “Bravo!”, zei ik.

Merijn de Boer is schrijver, huisman en expat. Zijn vrouw is diplomaat. De Boers laatste roman De Saamhorigheidsgroep stond op de shortlist van de Libris Literatuurprijs 2021. Lees zijn columns hier.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden