null

KroniekDe eerste website van Trouw

Trouw op internet? De redactieraad vond van niet

Trouw was er als de kippen bij toen het internet opkwam. Trouws jongerenpagina Zanzibar stond al in 1994 online. Maar daarna kwam er bepaald niet vanzelf een echte website.

Romana Abels

Als Bob iemand anders was geweest, was de eerste echte Trouw op internet al in de jaren negentig verschenen. Maar Bob was Bob.

Bob studeerde midden jaren negentig af in de biologie, maar geen enkele organisatie in Nederland zat op zijn expertise als bioloog te wachten. Na een paar maanden vruchteloos solliciteren stelde het arbeidsbureau hem daarom een toekomst in de computers voor.

Dus ging Bob, niet overmatig enthousiast, naar een bedrijventerrein in Houten, waar op dat moment de ICT-afdeling van PCM Uitgevers zat. Hij kreeg een bureau, een computer en een opdracht. Die was: dagblad Trouw wil op internet. Alleen in de Verenigde Staten waren kranten al online.

In de ban van Apple

Trouw was geen voorloper toen, maar op de redactie was wel een groep mensen in de ban geraakt van Apple. Alle nieuws dat met computers te maken had, vertelden ze aan elkaar. En internet was een veelbesproken onderwerp in de Apple-groep.

De groep was gefascineerd van De Digitale Stad, een Amsterdams mini-internet dat in 1994 was gelanceerd. Al snel werd bedacht dat Trouws wekelijke jongerenpagina Zanzibar daarop te vinden moest zijn. Zo kwam het dat de jongerenredacteur van de krant wekelijks naar de Nieuwmarkt in Amsterdam fietste met de voorloper van een usb-stick, een diskette. De inhoud daarvan werd dan door iemand die zij kende in De Digitale Stad gezet. Losse artikelen waren dat. En alleen tekst, geen plaatjes.

Op een dag werd bekend dat je een domeinnaam vast kon leggen. Een snugger lid van de Appleclub registreerde op 8 augustus 1994 www.trouw.nl. Nu kon in elk geval niemand anders ervandoor gaan met die naam.

Dus je wilt dat bezoekers kunnen klikken op een artikel?

Bij de koffie-automaat praatte de Appleclub door. Dat webadres, dat moest een website worden. En zo kwamen ze op het spoor van Bob. De jongerenredacteur had de meeste ervaring, dus zij moest het samen met hem doen: Trouw op internet brengen.

“Dus je wilt dat bezoekers kunnen klikken op een artikel?”, vroeg Bob, toen de jongerenredacteur hem een plan voor een website voorlegde. Ze zat voor hem met een stapel papieren vol pijlen en ze legde uit hoe zij die website voor zich zag. “Je wilt elke dag nieuwe stukken plaatsen?” Bob dacht na. Hij schudde zijn hoofd. Onmogelijk, zei hij toen.

Later, De Digitale Stad was alweer ter ziele, kon het toch wel. Toen moest het zelfs, orders van de uitgever. Er kwam een nieuw millennium aan en de toekomst zou digitaal zijn. Het internet werd in die tijd nog gezien als een grote reclamezuil. En op de redactie van Trouw ontstond voorzichtig het idee dat de mensen op internet zouden kunnen zien hoe goed de krant was.

Het grootste nieuws, de mooiste verhalen

De website, was de gedachte van de nog altijd kleine groep voortrekkers, moest de beste stukken van de dag tonen. Het grootste nieuws, de mooiste verhalen over onderwijs, politiek, religie en gezondheidszorg. Wie via een zoekmachine zo’n artikel gevonden had, zou zich wellicht willen abonneren op de krant en dat kon dan meteen.

De afdeling van Bob programmeerde.

Er werd een redactievergadering georganiseerd. De jongerenredacteur was inmiddels mediaredacteur geworden en lichtte de plannen toe. Nog niet iedereen in de zaal wist wat internet was. Op de redactie van Trouw stond in die tijd één computer die verbinding had met het wereldwijde web. De mediaredacteur liet zien hoe een lezer kon klikken op een kop, hoe het artikel dan in beeld verscheen.

Het was geen succes. De voorzitter van de redactieraad stond op, hij was tegen. De papieren krant zou ‘gekannibaliseerd’ worden. De website zou geen reclame zijn voor Trouw, maar juist de ondergang inluiden. Abonnees zouden hun krant opzeggen omdat ze de inhoud ook op internet konden vinden. In geen geval mochten er te veel stukken op.

Elke kop kreeg een code

Het compromis was vijf artikelen per dag. In augustus 1998 ging Trouw.nl online met één nieuwsbericht en vier achtergrondberichten. Wekelijks werd verder een nieuwe wandeling uit de wandelrubriek online gezet.

Veel meer had trouwens niet gekund. Programma’s zoals Wordpress bestonden nog niet, alle berichten moesten handmatig worden gecodeerd in HTML, de opmaaktaal voor het internet. De kop kreeg een code, de intro, elke nieuwe alinea, elk woord dat vet of cursief moest worden, elk linkje naar een andere tekst. De enige internetredacteur op de redactie was er het grootste deel van de dag zoet mee.

‘Kannibaliseren’ bleef nog heel lang iets waar vele redactieraden voor vreesden. Toch werden die vijf artikelen er acht, toen tien, toen dertig. De ene internetredacteur werden er twee, vijf, nog meer.

Inmiddels zijn de meeste leden van de Apple-club met pensioen. Alleen de vrouw die eerst jongerenredacteur was, is nog bij Trouw in dienst, als correspondent in Brussel. Bob schijnt toch biologieleraar te zijn geworden.

De website van Trouw door de jaren heen

In 2000. Beeld Trouw
In 2000.Beeld Trouw
In 2004 Beeld Trouw
In 2004Beeld Trouw
In 2005. Beeld Trouw
In 2005.Beeld Trouw
In 2009. Beeld Trouw
In 2009.Beeld Trouw
In 2012 Beeld Trouw
In 2012Beeld Trouw
In 2017 Beeld Trouw
In 2017Beeld Trouw
In 2023 Beeld Trouw
In 2023Beeld Trouw

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden