Vinco David met zijn partner Adjiedj Bakas.

NaschriftVinco David (1961-2023)

Topbestuurder Vinco David (1961-2023) was levenskunstenaar tot het laatste moment

Vinco David met zijn partner Adjiedj Bakas.

Met zijn kennis over wereldhandel en geopolitiek klom Vinco David op tot topbestuurder in het internationale bedrijfsleven. Hij had vele interesses, schreef enkele romans en bleef het leven vieren.

Noor Hellmann

Een van de aspecten die David zo aantrekkelijk vond aan zijn werk was het reizen. Als kind al pakte hij vaak de atlas en fantaseerde hij over landen achter de horizon. Toen hij later carrière maakte in de internationale kredietverzekeringswereld kon hij daadwerkelijk zijn blik verruimen. De hele wereld was zijn werkterrein. Hij reisde zo vaak, zei hij, dat het was alsof hij in de bus stapte als hij het vliegtuig nam.

Overal deed hij zakelijke en vriendschappelijke contacten op. Hij ging op bezoek bij banken, multinationals en overheidsorganisaties en sloot miljoenendeals. Toen zijn organisatie in zee wilde met kredietverzekeraars in China en Taiwan vroeg dat om shuttle-diplomatie: gezien de spanning tussen beide landen moesten de bedrijven tegelijk binnengehaald worden, anders zouden ze elkaar blokkeren. David was een diplomatiek onderhandelaar die wist dat je de eigen belangen het beste kunt behartigen als je je inleeft in een zakenpartner en diens cultuur en probeert zijn drijfveren te doorgronden.

Aimabel als hij was

Interesse in de ander toonde hij ook buiten zijn werk om. Aimabel als hij was legde hij met iedereen makkelijk contact. Dankzij zijn talenkennis kwam hij overal. Ook als hij een taal niet machtig was presenteerde hij zich met flair. Toen hij in zijn studententijd met zijn beste vriend op vakantie in Portugal was wist hij zich te redden met een mix van Spaans, Italiaans en een beetje Latijn.

Zijn reislust deelde hij met zijn man Adjiedj Bakas, die als trendwatcher een veelgevraagd spreker in binnen- en buitenland is. Hun vakanties brachten ze steevast door in een ver land. David vond in elke stad de beste restaurants. Hij was wijnkenner, hield van lekker eten en was gek op Suriname, het geboorteland van Bakas. Ze ontwikkelden een passie voor China en India en de eeuwenoude kunst en cultuur daar. Met name antieke Chinese beelden werden voor hen gewilde verzamelobjecten, waarmee ze zich omringden in hun rijk en veelkleurig ingerichte villa ‘Haveli Ahava’ (Huis van de Liefde) in Almere.

Als kunstverzamelaars waren ze breed georiënteerd. Zo vulde het huis zich ook met moderne kunstobjecten. Een recente aanwinst was het digitale kunstwerk Levenslicht: twee kunstenaars bewerkten en combineerden vijftig foto’s op de computer tot een beeldsynthese waarin Davids leven is samengebald. Hijzelf rent op zijn hardloopschoenen door de Reguliersdwarsstraat, een bekende uitgaansstraat vol homobars in Amsterdam.

Het digitale kunstwerk 'Levenslicht'. Beeld Richard de Moel en Vinicius Serra Gomes
Het digitale kunstwerk 'Levenslicht'.Beeld Richard de Moel en Vinicius Serra Gomes

Vijfentwintig jaar geleden ontmoette hij daar in een bar Adjiedj Bakas die hij vol op de mond zoende nog voordat ze een woord hadden gewisseld. De aantrekkingskracht was wederzijds. De mannen, die twee jaar later trouwden, vulden elkaar aan. In weerwil van zijn onstuimige actie in de bar had David een enigszins flegmatiek temperament. Hij was rationeel, een binnenvetter die zijn diepste gevoelens moeilijk toonde. In het huwelijk zorgde hij voor rust en structuur. Bakas met zijn extraverte karakter, bood op uitbundige wijze tegenwicht.

Gehavend door de oorlog

Beiden waren in de dertig toen ze elkaar leerden kennen. Na eerdere korte relaties vond David bij Bakas de warmte, levenslust en het lijflijke contact dat hij thuis had gemist. Hij was met zijn jongere broer en zus opgegroeid in een intellectueel en kil, liberaal-Joods gezin. Zijn ouders waren emotioneel onhandig, gehavend als ze waren door de oorlog.

Zijn vader, een natuurkundige, was als twaalfjarige naar Theresienstadt gedeporteerd. De bevrijding door de Russen kwam voor hem net op tijd. Davids moeder, een psychologe, zat ondergedoken op verschillende boerderijen. Haar ouders waren gevlucht naar Zwitserland, maar werden bij de grens teruggestuurd waarna ze alsnog in handen van de Duitsers vielen. Ze overleefden de oorlog niet. Ondanks deze traumatische gebeurtenissen waren Davids ouders niet anti-Duits. Ze waren ruimdenkend en lieten hun kinderen tijdens kampeervakanties spelen met Duitse leeftijdgenootjes.

Vinco David. Beeld
Vinco David.

Zwitserland was hun jaarlijkse vakantiebestemming want de lucht in de bergen had een gunstige uitwerking op Davids longen. Hij leed aan astma. Met het idee dat ook zeelucht heilzaam zou zijn waren ze dichtbij de duinen in Castricum gaan wonen, wat niet voorkwam dat hij in zijn lagereschooltijd vaak in het ziekenhuis of een sanatorium lag.

Leerachterstand liep hij hierdoor niet op. Hij was intelligent en kon op het gymnasium in Alkmaar moeiteloos aansluiten. In de puberteit groeide zijn zelfverzekerdheid, temeer daar zijn gezondheidsproblemen verdwenen en hij fysiek sterker werd. Niet langer liet hij pesterijen over zijn kant gaan. Hij kwam voor zichzelf op en kreeg meer vrienden. Hij was sportief en zou later veel aan atletiek gaan doen.

Zijn ouders benadrukten het belang van leren en studeren. Als student aan de VU in Amsterdam was hij geen feestvierder. Terugkijkend op die tijd constateerde hij later dat hij altijd ‘een heel verstandige jongen’ was gebleven die niet uit de band sprong en na zijn coming-out alleen op seksueel gebied zijn grenzen verkende.

Wereld verbeteren

Hij studeerde politicologie, gemotiveerd door de wens om de wereld te verbeteren. Mogelijk had zijn keuze voor een studie die zich bezighoudt met machtsvorming en democratisering ook te maken met het feit dat zijn familie in de oorlog op rampzalige wijze was geconfronteerd met ontspoorde macht.

Naast zijn studie deed hij bij meerdere verenigingen bestuurswerk. In de documentaire Levenslicht verklaarde hij dat daar zijn belangstelling voor besturen ontstond. Zo was hij lid van de studentenvereniging van internationale betrekkingen en zat hij in een antifascisme-werkgroep. Bovendien zette hij zich in als voorzitter van Sjalhomo, een Joodse homobeweging die zich richtte op het verenigen van de homo- en lesbische gemeenschap en het Jodendom – aan beide zijden was acceptatie niet vanzelfsprekend.

David hechtte aan zijn joodse identiteit en was lid van de Liberaal Joodse Gemeente Amsterdam. Hij voelde zich verbonden met Israël. Het raakte hem dan ook dat de PvdA in Amsterdam zich kritisch uitte over het aangaan van een stedenband met Tel Aviv. David was vanaf de jaren negentig actief voor die partij in zijn stad, maar raakte steeds meer teleurgesteld. Toen de partij de banden met Israël niet verder wilde aanhalen was dat voor hem het laatste zetje om zijn lidmaatschap op te zeggen.

De ambtenarij was niets voor hem

Intussen had zijn carrière een vlucht genomen. Zijn eerste baan als beleidsambtenaar op het ministerie van financiën was een valse start geweest. De ambtenarij was niets voor hem merkte hij al gauw, want “rapporten verdwijnen in een la.” Meer dynamiek bood zijn aanstelling bij de NCM, een Nederlandse particuliere kredietverzekeringsmaatschappij die met overheidssteun de export van bedrijven verzekert. Het was een omgeving waar David zich, met zijn belangstelling voor geopolitiek en economie in zijn element voelde. Later bij Atradius Dutch State Business, een fusiemaatschappij van verschillende kredietverzekeraars, werd hij lid van het management. In 2017 vond hij zijn ‘droombaan’ als secretaris-generaal van de Berner Unie, een wereldwijde brancheorganisatie van kredietverzekeraars die dertien procent van de wereldhandel verzekert.

Ook creatief ontplooide hij zich: in 2006 debuteerde hij als romanschrijver met Mannenharem. Drie jaar later volgde zijn slavernijroman Achter het Riet. In zijn derde roman Het reptielenfonds (2021) beschreef hij zijn eigen wereld ten tijde van de bankencrisis in 2008. Vaak schreef hij onderweg. En als hij drie doordeweekse avonden alleen doorbracht in Londen, waar hij tweemaal een periode woonde.

‘Ze zullen weten dat ik heb geleefd’

Toch bleef hij geworteld in Nederland. Vier dagen per week was hij thuis bij Bakas en werd hij verwelkomd door hun Slowaakse inwonende huishoudster. Hier ook woonde zijn ‘vramilie’ zoals zij hun zelfgekozen familie van vrienden en bloedverwanten noemden. David rekende zijn zus daar niet toe sinds hij met haar gebrouilleerd was. Beter was de band met zijn zoon Daniël. David was achtentwintig jaar geleden zaaddonor geweest voor een kinderloos stel. Toen hun relatie eindigde trad hij als vader meer op de voorgrond, al was het contact met de moeder stroef.

Na de corona-uitbraak zegde hij zijn flat in Londen op en ging hij vanuit huis werken. Hij was nog vol plannen – waaronder het schrijven van een nieuw boek – toen anderhalf jaar geleden onverwacht bleek dat hij longkanker in het eindstadium had. Enkele jaren eerder was Bakas getroffen door een hersenbloeding waardoor hij deels verlamd raakte. Samen waren ze nu één gezonde man, zei David met gevoel voor ironie. Hij bleef positief en daadkrachtig.

Voor Bakas regelde hij een rouwcoach en kocht hij ‘troosthondje’ Laika, een langharige chihuahua. Hij benaderde enkele kranten en zat op de dag van zijn euthanasie stijlvol gekleed op de bank met op schoot een van zijn laatste afscheidsinterview. Zijn ogen straalden. “Ze zullen weten dat ik heb geleefd”, zei hij met een grote glimlach.

Vinco Bernard David werd geboren op 19 november 1961 in Leiden en overleed op 16 februari 2023 in Almere.

Trouw beschrijft het leven van onlangs overleden heel gewone of bekende mensen. Heeft u zelf een tip voor Naschrift? Mail ons via naschrift@trouw.nl.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden