ColumnRosita Steenbeek
Tijdens de lockdown is Amersfoort ook in grijstinten schilderachtig
De lockdown maakte ik mee in Rome. Nu ik bij mijn moeder logeer wil ik eens kijken hoe de gewoonlijk zo geanimeerde binnenstad van Amersfoort erbij ligt. Door stille lanen wandel ik naar het hart van de stad. De lucht is grijs en koud maar slingers van licht hangen nog in bomen en om torens.
Er is geen sterveling te bekennen op de kades bij de veertiende-eeuwse Koppelpoort waar de sint in normale tijden zo pittoresk binnen vaart.
Aan de andere kant staan de vijfhonderdjaar oude Muurhuizen met Museum Flehite. De poort waarachter de brug ligt naar de ingang, is gesloten.
Op de kade voor het museum en onder de brug, lees ik drie woorden in kleurige letters: ‘om’ ‘arm’ ‘me’, een hartenkreet weerspiegeld in het water van de gracht.
Wanneer ik langs de andere kant van het museum, die grenst aan de straat, verder wandel herken ik achter de ruit medewerkster Anneke, met wie ik onlangs mailde over een vlag van Rome.
“Moest je hier zijn?”, vraagt ze terwijl ze de deur opendoet.
“Nee, ik weet dat jullie gesloten zijn.”
“Wil je even kijken?”
Een buitenkans!
Ze gaat me voor naar de onlangs ingerichte kleine ruimte waar we ‘in de voetsporen van Caspar van Wittel’ Venetië en Rome bezoeken. Ik werp een blik op de Piazza del Popolo, de Sint-Pieter. Voor de vlag bleek bij nader inzien toch geen plaats.
Al bracht de overzichtstentoonstelling die in 2019 in Kunsthal Kade aan hem werd gewijd verbetering, toch kennen weinigen de schilder Caspar van Wittel die in 1674 Amersfoort verliet voor Rome en in Italië de alom bekende Gaspare Vanvitelli werd. Veel straten en pleinen zijn daar naar hem genoemd.
Na deze onverwachte Italiaanse escapade, loop ik Amersfoort weer in dat ook in grijstinten schilderachtig is. Schemer maakt zich al meester van de lege straten. De enige klanken zijn die van het zeventiende-eeuwse carillon uit de Onze Lieve Vrouwetoren waarna de luiklokken de uren slaan.
Waar ooit de Utrechtsepoort oprees, blijf ik staan. Hier woonde Van Wittel, in het huis dat ertegenaan leunde. Poort en huis bleven bewaard op een schets van Rembrandt. Onlangs was minister Stef Blok in Rome voor de Van Wittel/Vanvitelli dialoog, een jaarlijkse ontmoeting tussen hoge Nederlandse en Italiaanse ambtenaren om de relatie te verinnigen, samenwerking te verbeteren in zaken als vergroening, migratie, arbeidsmarkt en corona. Ik verwachtte er weinig spannends van, maar Stef Blok verraste door te beginnen over Caravaggio en Rembrandt in wier werk contrast essentieel is net zoals het dat is voor het debat. Ook de vivacità, de levendigheid van hun schilderijen gold voor de Italiaans-Nederlandse verhouding. Hij moest denken aan het helderblauw van de Italiaanse lucht met daarin het Nederlands oranje van een opkomende zon.
In Rome concludeerde de minister: kunst verbindt.
Rosita Steenbeek is schrijfster en woont deels in Rome. Meer van haar columns leest u hier.