AnalyseSmartengeld
Smartengeld maakt slachtoffers niet altijd gelukkig
De misbruikzaak bij het Leger des Heils laat zien dat schadevergoedingen voor seksueel misbruik niet zaligmakend zijn. Geeft geld slachtoffers wel erkenning?
Een niemendalletje, zo noemde Richard Bos, slachtoffer van misbruik bij het Leger des Heils, de schadevergoeding van 2500 euro die hij ontving als compensatie. Zijn kritiek roept de vraag op in welke mate geld erkenning geeft aan misbruikslachtoffers, die voor het leven getekend zijn.
De lage vergoeding was voor Bos niet eens het grootste probleem. Het gebrek aan nazorg nádat hij het geld had ontvangen, frustreerde hem meer. Volgens hem heeft niemand van het Leger des Heils hem daarna ooit nog gevraagd hoe het hem verging.
Onbegrip en ongevoeligheid
De schoen wringt vaker op dit punt, bleek dit voorjaar al toen de lotgenotenorganisatie Vrouwenplatform Kerkelijk Kindermisbruik in Trouw pleitte voor een richtlijn voor omgang met of nazorg voor slachtoffers van misbruik door rooms-katholieke geestelijken. Het gaat dan om hen die al smartengeld ontvingen.
Dit platform merkte dat sommige slachtoffers, nadat het geld is overgemaakt, stuiten op onbegrip en ongevoeligheid. Bijvoorbeeld omdat geestelijken die het misbruik pleegden, niet uit de kerk waren gezet. Wat is een financiële tegemoetkoming waard als er wel kans op herhaling is, was de redenatie van een slachtoffers die haar verhaal deed.
Glad ijs
Waar schadevergoeding idealiter de ‘zachte’ erkenning van een excuus ‘hard’ maakt – tastbaar – is het tegelijkertijd glad ijs, blijkt uit meerdere verhalen van slachtoffers. Er is een reële kans dat een financiële compensatie voor het leed dat iemand is aangedaan, de nagestreefde erkenning juist ondermijnt.
Dat kan op een aantal manieren. Als een schadevergoeding heel laag is in verhouding tot het leed, dan voelen slachtoffers zich niet serieus genomen, zei advocaat Richard Korver eerder eens. Dan zijn ze geneigd het geld te zien als een aflaat, als een kil gebaar om gedoe te voorkomen, niet het warme gebaar waar ze naar op zoek zijn.
Lastig te bewijzen
Het komt dikwijls voor dat vergoedingen laag zijn. Dat heeft ermee te maken dat veel misbruikzaken lastig te bewijzen zijn, omdat er meestal maar twee mensen bij waren. Daarom wordt niet in alle vergoedingen rekening gehouden met de gevolgen van het misbruik voor iemands leven.
Dat de levenslange gevolgen van het misbruik geen rol speelden in het bepalen van de hoogte voor Bos’ tegemoetkoming door het Schadefonds Geweldsmisdrijven, stak hem. De hulp die hij kreeg om zijn trauma’s te verwerken is nu betaald door de samenleving.
Ook het onderzoek dat voorafgaat aan een schadevergoeding, kan het gevoel van erkenning in de weg zitten. Dat bleek bijvoorbeeld uit de evaluatie van de schaderegeling voor slachtoffers van misbruik in de jeugdzorg, waar mensen na een onderzoek van de commissie Samson in 2012 een beroep op konden doen.
Emotionele belasting
Het verzamelen van bewijs om smartengeld te krijgen, was voor slachtoffers ‘een zware emotionele belasting’. Ze moesten naar instellingen toe en ontdekten soms dat dossiers weg of incompleet waren. De conclusie was dat de regeling ‘met name heeft gewerkt voor de meest zelfredzame, meest veerkrachtige of best gesteunde slachtoffers’.
Een andere reden waardoor schadevergoedingen averechts kunnen werken, is als na de betaling uit daden van de organisatie blijkt dat die het misbruik toch niet écht serieus neemt. Dit gold voor sommige slachtoffers uit de rooms-katholieke kerk nadat kardinaal Ad Simonis ‘Wir haben es nicht gewusst’ zei.
Deze voorbeelden uit de geschiedenis laten zien dat een schadevergoeding alléén niet genoeg erkenning geeft aan een slachtoffer. Een financiële genoegdoening zal altijd gepaard moeten gaan met andere vormen van erkenning, zoals excuses en passende nazorg. De omstandigheden waarin en de manier waarop een schadevergoeding wordt toegekend, bepalen of het slachtoffer het geld ziet als een kale afkoop of een vorm van erkenning.
Lees ook:
Als kind misbruikt in het Leger des Heils, dat is een geheim dat je niet kunt begraven
Richard Bos werd als twaalfjarige jongen een jaar lang misbruikt door een officier in Winschoten. Hij voelt zich na al die jaren nog steeds vies.