InterviewMisbruik
Sara Dekker (32) helpt jonge misbruikte vrouwen. ‘Bij ons hoeft niemand lange vragenlijsten in te vullen’
Jonge vrouwen die seksueel misbruikt zijn en psychologische hulp willen, komen op een lange wachtlijst. Amsterdam-West gaat hen helpen die moeilijke periode door te komen.
In juni begint organisatie The Phoenix Sisters een groepstraject voor seksueel misbruikte vrouwen tussen de 18 en 35 jaar in Amsterdam-West. De aanpak bestaat uit acht maanden lang lotgenotencontact, workshops en individuele begeleiding. Volgend jaar gebeurt dat met een tweede groep, dankzij een subsidie van 25.000 euro van stadsdeel Amsterdam-West.
“Wij helpen straks tien vrouwen, maar we kunnen wel acht groepen helpen in de hele stad. Daarvoor ontbreekt het geld. We zijn op zoek naar sponsors”, zegt Sara Dekker (32) van The Phoenix Sisters, dat de laagdrempelige hulp aanbiedt. “Bij ons hoeft niemand lange vragenlijsten in te vullen, of eerst aangifte te doen bij de politie.”
Met een app of bericht op Instagram zijn de Phoenix Sisters snel bereikt. De organisatie is opgericht door twee ervaringsdeskundigen: Dekker en Hajar Akrari (22). De twee benadrukken dat er in het hulpverlenerscircuit nog steeds te weinig bekend is over hulp aan meiden en vrouwen met een biculturele achtergrond. Dekker is als kind misbruikt, maar wist aan de situatie te ontsnappen. Lang ontkende ze dat er iets mis was, tot ze na haar bevalling instortte.
Een straf van God
De gemeente Amsterdam heeft een jaar geleden de aanpak van seksuele intimidatie en geweld tegen meisjes en jonge vrouwen prioriteit gemaakt. Burgemeester Halsema maakt zich zorgen en verzocht Herman Bolhaar, Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, te onderzoeken hoe zij beter beschermd kunnen worden. Zijn conclusie luidde in oktober dat er veel meer maatwerk én lange adem nodig is. Bijna de helft van de meisjes maakt voor haar achttiende al seksueel geweld mee. Veel blijft onder de radar, en vaak gaat het in Amsterdam om meisjes uit kwetsbare milieus ‘die hun wieg elders hebben staan’. Bolhaar adviseert meiden zelf te betrekken bij een plan van aanpak.
Dat is precies wat Dekker en Akrari bieden. “Zestig procent van de meiden die bij ons komen, hebben een biculturele achtergrond. Dat betekent dat zij extra hordes moeten nemen. Want praten over misbruik is in hun omgeving taboe, aangifte doen tegen een dader uit de eigen groep wordt gezien als verraad. Voor sommigen is geloof belangrijk. Zij lopen met het idee dat het misbruik wellicht een straf is van God”, zegt Dekker.
Phoenix Sisters is ervan overtuigd dat eerst de culturele angel eruit moet worden gehaald, voordat een jonge vrouw het probleem kan verwerken. In gezinnen met een Nederlandse achtergrond lukt het een meisje vaker met bijvoorbeeld haar moeder over het misbruik te praten. “Bij biculturele gezinnen lukt dat zelden. Soms gaan wij met een imam op bezoek. De behoefte aan steun vanuit het geloof is er meer bij moslimgezinnen, maar bijvoorbeeld ook bij Ghanezen of Surinamers”, weet Dekker.
Wat overeenkomt is dat veel meiden een reactie krijgen als: ‘Iedereen maakt wel eens iets mee’, aldus Dekker. Of zij weten niet waar ze hulp kunnen krijgen. “Ook daarvoor kunnen zij ons raadplegen. Wij geven iedereen tips and tricks voor een beter zelfbeeld, en tegen het schuld- en schaamtegevoel dat je kunt hebben als je misbruikt bent.”
Lees ook:
Rapporteur: grote zorgen over jonge leeftijd seksuele uitbuiters
Een derde van de daders van seksuele uitbuiting in Nederland is jonger dan 23 jaar. Die jeugdige leeftijd baart Herman Bolhaar, Nationaal Rapporteur Mensenhandel, grote zorgen.