null

ReizenMislukte vakantie

Relatiecrisis? Misschien moeten we even op reis

Beeld Merel Korduwener

Schrijvers halen herinneringen op aan wonderlijke reisavonturen die niet helemaal goed afliepen. Maartje Wortel haat vakanties. Vroeger moest ze altijd mee van haar ouders. Als haar relatie wat minder voorspoedig verloopt, hoopt ze toch dat een reis uitkomst biedt.

Maartje Wortel

Vroeger, als we op vakantie moesten, want ja: dat voelde als iets wat per se moest, schreeuwde ik altijd dat ik niet mee wilde. Ik lag op mijn buik op de harde plavuizen en riep dat ik mezelf nog liever in beton stortte. Dat was één van mijn favoriete zinnen. Zeer levendig zag ik voor me hoe ik mezelf in beton zou storten. Mijn grootvader had een klein betonmolentje waar hij wat zwart geld mee verdiende door allerhande muurtjes te metselen. Soms ging ik mee, omdat ik het zo mooi vond hoe het cement tussen de bakstenen vandaan droop en hoe hij dan heel secuur en met een elegante handomdraai de bakstenen schoon schraapte. Omdat ik altijd alles om me heen omver gooide en niet zelden ook mezelf, werd ik geregeld door mijn grootvader gewaarschuwd: “Blijf weg van het cement, want cement wordt beton en dan krijgen we je niet meer los.” Net zoals de meeste kinderen (nou ja: mensen), wilde ik juist daarnaartoe waar ik van werd weggehouden.

Renault 5

En het omgekeerde gold ook: waar ik naartoe moest, daar wilde ik vandaan. Een opgelegde bestemming, in welke vorm dan ook, vond ik zo dodelijk vermoeiend, vooral omdat ik er zelf niets over te zeggen had. Die twee types die mijn ouders waren (en zijn, godzijdank) besloten elk jaar opnieuw waar we in een uit elkaar gevallen Renault 5 op vakantie gingen. Meestal was dat naar een plek waar het regende. En waar we dagen in de bergen moesten lopen en musea moesten bezoeken.

Als we niet op vakantie gingen, waren het diezelfde twee types, mijn ouders dus, die de beslissingen namen. Als ik naar bed moest, als ik onder de douche moest, als we gingen eten, wat we gingen eten, dat ik moest opstaan om naar school te gaan, hoe laat ik van vriendjes en vriendinnetjes opgehaald moest worden, tot hoe laat ik buiten moest blijven, dat ik geen snoep mocht en geen tv mocht kijken.

Rotswand

Het is zo frustrerend dat je niet kunt overleggen als kind. Dus het enige protest was te pas en te onpas: mezelf tegen de vlakte gooien en roepen dat ik mezelf in beton zou storten. Helaas namen mijn vader en mijn moeder mij (net als ik hen) niet al te serieus. Met het enige verschil dat zij alsnog het laatste woord hadden: natuurlijk gingen we op vakantie en hing ik weer in een of ander tuigje aan een rotswand vol doodsangst een berg te beklimmen. “Later zou ik hen dankbaar zijn”, zeiden ze. Ik weet inmiddels niet meer waar ik mijn ouders dankbaar voor ben en waar niet voor. Ik heb sindsdien nooit meer aan een rotswand gehangen, maar misschien sta ik dankzij het feit dat ik in het volste vertrouwen levensgevaarlijke ondernemingen moest aangaan wel onbevreesder in het leven.

Toch hou ik nog altijd niet veel van op reis gaan. Heel vaak als ik weg van huis ben, tel ik de dagen, ik weet precies hoe lang ik weg ben en hoe lang het nog duurt voor ik terug naar huis mag. Als de vakantiedagen tegen het einde lopen, ben ik opgelucht dat het er weer op zit. Thuis is eigenlijk alles wat ik nodig heb. Maar in mijn hoofd hoort ‘op vakantie gaan’ er nu eenmaal bij (waarom eigenlijk?).

Opnieuw thuiskomen

Soms denk je dat een vakantie alles op kan lossen wat er thuis mis is. Dat je enkel even weg moet om opnieuw thuis te komen, als u begrijpt wat ik bedoel. Zoals je nadat je een hevige griep hebt gehad weer dolgelukkig bent met je gezonde en goed functionerende lichaam. Nu had ik een intense behoefte om opnieuw thuis te komen. Het zat zo: ik zat midden in een relatiecrisis (waar ik de humor wel van inzie, want ik besef meestal pas dat ik in een relatie zit als zich een relatiecrisis aandient).

Mijn vriendin en ik waren zeven jaar samen. We wilden geen kinderen. Omdat we geen kinderen wilden, wisten we dat er op andere manieren enige vorm van ontwikkeling en groei tussen ons beiden moest plaatsvinden. We hadden bedacht dat we misschien een wat vrijere vorm van de liefde moesten nastreven. Dat we allebei met andere mensen mochten slapen. Je kunt als mens van alles bedenken, maar in de praktijk pakt dat meestal anders uit. Dat was in ons geval ook zo. In plaats van te groeien, stortten we in razend tempo in elkaar. Ditmaal hoorde ik mezelf tot mijn eigen verbazing zeggen: “Misschien moeten we even op vakantie.”

Vulkanisch eiland

Ik had net een prijs gewonnen voor één van mijn boeken en ik had iets op mijn bankrekening staan wat ik werkelijk nooit heb (en nooit meer heb gehad) namelijk: geld. Ik dacht: ik neem mijn vriendin mee naar een vulkanisch eiland. Ik dacht (vreemd genoeg) ook: ik laat tevens mijn ouders overkomen, dan kan ik iets voor ze terug doen na al die jaren dat ze me overal naartoe hebben gebracht en opgehaald en voor me hebben klaargestaan. Het leek me een verschrikkelijk idee om met mijn relatie(crisis) en mijn vader en moeder in een huis op een vulkanisch eiland te verblijven, maar het ging me (zoals altijd) om de terugkomst. Dat alles dan goed zou zijn. Dat we thuis zouden komen in het verleden en ergens de draad op konden pakken waar het mis was gegaan.

Mijn vriendin en ik maakten veel ruzie bij voorbaat. Maar we gingen. We verbleven in een huis met een zwembad op een klif. Met het blote oog kon je dolfijnen uit de zee zien springen. Het eiland rustte op een sokkel in de zee en de kans bestond dat het gehele eiland in zee zou vallen.

Dat is een veel mooiere dood dan de betonmolen.

We deden daar niets anders dan zwemmen en vis eten en we spraken elke dag uren en uren om elkaar beter te begrijpen en dat leek te lukken. Mijn ouders voegden zich bij ons. Niets verstoorde het evenwicht. Het was alsof we juist op dat geëxplodeerde en instabiele eiland eindelijk de balans vonden. We aten en aten en zwommen nachtenlang naakt in dat zwembad en struinden langs zee en droomden alle nachten prachtige dingen die we ’s ochtends aan elkaar vertelden en we begonnen in die dromen te geloven. We geloofden weer.

Ik zal u niet vertellen hoe het afliep toen we weer thuis waren. Maar soms kan datgene waar je tegenopziet een van de dierbaarste herinneringen uit je leven worden. Een betonmolen kan altijd nog.

Lees ook:

Mislukte vakantie? Gelukkig hebben we de voorpret nog

Schrijver Gerwin van der Werf haalt herinneringen op aan een wonderlijk reisavontuur dat niet helemaal goed afliep. Kent u die grap van die motorrijders die naar Parijs gingen?

Twaalf dagen moederziel alleen in een vakantiehuis

Het klinkt als de ideale werkvakantie: twaalf dagen alleen in een huis in Zeeuws-Vlaanderen om aan je boek te schrijven. Maar zodra schrijver Elke Geurts over de drempel stapt van het huis van Diny slaan de twijfels toe.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden