null

EssaySchoolverlaters

Op haar zeventiende ging Sofie Rozendaal van school, zonder diploma. ‘Altijd is er die vage angst’

Beeld Kwennie Cheng

Nu de eindexamens weer zijn begonnen blikt journalist en schrijver Sofie Rozendaal terug op de tijd dat ze stopte met school - zonder diploma. Als je je school niet afmaakt, reikt het effect daarvan ver, heeft ze gemerkt.

Sofie Rozendaal

De angst van mijn ouders kwam uit op mijn zeventiende. Ik stopte met school. In vier havo, zonder diploma. Net zoals mijn vader had gedaan. Hij moest voortijdig van de hbs omdat hij liever met zijn hoofd in de wolken zat dan in de boeken. Terwijl hij juist dat diploma nodig had om zijn droom te kunnen verwezenlijken: hij wilde piloot worden.

Mijn ouders trouwden op jonge leeftijd om hun leven op het platteland te ontvluchten en samen een bestaan op te bouwen in Rotterdam. Hard werken en afzien, zo typeren ze die jaren. Toen ze voldoende hadden gespaard, besloten ze dat geld te investeren in een particuliere pilootopleiding voor mijn vader.

null Beeld Arie Kievit
Beeld Arie Kievit

Sofie Rozendaal (1987) is journalist en schrijfster. Begin vorig jaar verscheen haar boek De ideale vrouw die ik nooit was (Volt-Singel Uitgeverijen).

Een dure onderneming, met een uiterst onzekere uitkomst. Maar ze hadden geluk. Na veel omwegen kwam hij zo’n tien jaar later bij de KLM terecht. Overigens niet zonder alsnog zijn middelbareschoolopleiding af te moeten maken, middels het staatsexamen. Hij behaalde dat diploma dus toen ik al geboren was.

Meer jongeren stoppen met school

Toen ik in 2004 de middelbare school verliet was dat tamelijk uitzonderlijk. Maar tegenwoordig stoppen steeds meer jongeren. In het afgelopen studiejaar waren er ruim 30.000 voortijdig schoolverlaters. Dat is zo’n twintig procent meer dan het jaar daarvoor (toen waren het er 25.000) en het grootste aantal in de afgelopen tien jaar.

Voortijdig schoolverlaters zijn volgens de rijksoverheid jongeren tussen de 12 en de 23 jaar oud die niet staan ingeschreven op een school, die geen startkwalificatie hebben (een diploma op minimaal mbo 2, havo- of vwo-niveau) en die niet uit het praktijkonderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs komen.

Volgens minister Dijkgraaf van onderwijs, cultuur en wetenschap heeft dat voor een groot deel te maken met de coronacrisis. Veel jongeren zouden gedemotiveerd zijn geraakt door de onlinelessen. Met name mbo’ers zijn gestopt met hun opleiding, wat vaak te maken heeft met persoonlijke problemen, verkeerde studiekeuzes of een gebrek aan begeleiding.

Daarnaast is het voor veel jongeren verleidelijk om te gaan werken vanwege de huidige krapte op de arbeidsmarkt. Het is de bedoeling dat het aantal schoolverlaters omlaag wordt gebracht naar 18.000 in het jaar 2026. Om dat te bereiken wordt er zo’n 175 miljoen euro extra geïnvesteerd in mbo-niveau 2, bedoeld voor kleinere klassen en betere begeleiding.

null Beeld Kwennie Cheng
Beeld Kwennie Cheng

Er zit altijd een verhaal achter

Stoppen met school is nooit een keuze die je zomaar maakt, zegt ontwikkelingspsycholoog Steven Pont. Er zit altijd een verhaal achter. “Sommige kinderen maken die keuze uit kracht. Ze geloven in zichzelf, zijn ervan overtuigd dat ze school niet nodig hebben om te slagen in het leven. Ze doen het vanuit zelfvertrouwen.”

Maar een groter deel stopt omdat ze het simpelweg niet redden. “Ze kunnen ons onderwijssysteem niet aan en zakken door hun hoeven.” Misschien hebben ze mentale of sociale problemen, faalangst, geen veilige thuissituatie of ontbreekt er op andere manieren een goed vangnet. “Dan heb je als kind andere prioriteiten; overleven. School is dan niet zo relevant meer.”

Het echte effect van een leven zonder schooldiploma kunnen we pas achteraf vaststellen, zegt Pont. “De wereld is weerbarstig. Als tiener kun je dat moeilijk inschatten. Stoppen met school lijkt op dat moment misschien een makkelijke keuze, maar nergens in de maatschappij staat zomaar een stoeltje voor je klaar. Je moet alles bevechten en veroveren. Zéker zonder opleiding. Dat kan zwaar tegenvallen.”

De moed zonk me in de schoenen

Al tijdens de introductieweek van de brugklas wist ik dat ik mijn middelbare school niet af zou gaan maken. Hoe meer er werd gehamerd op het belang van dat papiertje, hoe meer de moed me in de schoenen zonk. Voor mij was school niet een middel om mijn uiteindelijke doel te halen, maar een noodzakelijk kwaad waar ik dagelijks tegen vocht. Dat kwam vooral door mezelf. Faalangst, een eetstoornis en de onbedwingbare behoefte om creatief bezig te zijn. Daar stak ik mijn tijd in, niet in huiswerk maken.

Uiteindelijk gaf een verkeersongeval de doorslag. Ik zat achter op de scooter bij mijn vriendje, hij botste tegen een auto. Mijn enkel raakte verbrijzeld, er volgden meerdere operaties. Ik zat nog in een rolstoel toen ik mijn vader met de decaan hoorde bellen. “Ze komt niet meer terug naar school, we willen haar uitschrijven.”

Wat of ik zou je gaan doen, vroeg de decaan.

“Revalideren. En misschien iets met muziek”, zei mijn vader.

Een bewijs dat ik íets kon

Muziek was het enige lichtpuntje. Ik had in datzelfde jaar een muziekdemo opgestuurd naar een klein platenlabel in Haarlem, ze wilden een cd met me maken. Niet dat ik binnen afzienbare tijd op het podium zou staan met die kapotte enkel, maar in ieder geval was er een soort bewijs dat ik íets kon. Dat er iets in het verschiet lag. Daarom gingen mijn ouders akkoord, al was het met tegenzin.

School geldt als een belangrijke rite de passage naar het echte, volwassen leven. Het hoort bij onze onderwijs- en opvoedingscultuur dat je – liefst voor je twintigste – een schooldiploma haalt. Daar is de maatschappij op ingesteld, dat is wat er van ons wordt verwacht. Als je geen diploma hebt, is het je niet gelukt om te voldoen aan de norm.

Althans, dat was jarenlang zo. Maar tegenwoordig ligt het toch wat anders, zegt arbeidspsycholoog Tosca Gort. “Selfmade zijn wordt steeds meer gevierd. Vooral in Amerika is er een stroming van mensen die dusdanig ondernemend zijn dat ze stoppen met school om hun eigen pad te bewandelen.” Als je snel geld kunt verdienen ben je daar beter af dan met studieschuld, zegt ze. “Het wordt niet gezien als een poor man’s choice, maar juist als een kansrijke weg.”

Hoewel het systeem in Nederland anders is, heeft die nieuwe stroming toch ook hier invloed. Dat blijkt uit het toenemend aantal voortijdig schoolverlaters en het groeiend aantal zzp’ers. “Wat mogelijk ook meespeelt, is dat veel jongeren beroepen ambiëren die je niet kunt leren door een opleiding te volgen”, zegt Gort.

Motivatieproblemen

Vroeger was piloot of brandweerman een aansprekend beroep, tegenwoordig geldt dat voor online-ondernemers: de vloggers en influencers, van wie sommigen zeer succesvol zijn. “Daar heb je geen school voor nodig en dat kan bij sommige leerlingen tot motivatieproblemen ­leiden.”

Die succesvolle vloggers zijn natuurlijk de uitzondering. En de beroemdste, Enzo Knol (29), is een voortijdig schoolverlater. Met bijna drie miljoen abonnees op YouTube heeft hij het grootste bereik van Nederland, maar hij heeft geen middelbareschooldiploma. Hij was een opstandige puber, blijkt uit interviews. Ondanks een mavo/havo-advies belandde hij in het speciaal onderwijs en keerde na een schorsing nooit meer terug naar school. Hij zou zelfs een taakstraf hebben gehad vanwege het ontduiken van de leerplicht. Inmiddels wordt zijn vermogen geschat op zo’n 6,6 miljoen. Een inspirerend verhaal wellicht voor veel jongeren.

Ook anderszins liggen de kansen momenteel voor het oprapen, zegt Gort. “Er zijn nog nooit zoveel ­zzp’ers geweest als nu. En omdat de arbeidsmarkt overspannen is kun je bijna overal terecht, vaak ook zonder diploma.”

Maar, waarschuwt Gort, die kansen gaan niet eindeloos duren. “Het is een standaardcyclus binnen de economie. Na een mega-overspannenheid komt er een monsterinflatie. De salarissen schieten omhoog voordat het kasteel weer instort. De eerste scheurtjes zijn al zichtbaar. Ik schat dat we nog maximaal twee jaar de vruchten kunnen plukken van deze fase, daarna volgt er weer een dip.”

Vindingrijkheid is geboden

Dat is dus iets waar vroegtijdig schoolverlaters rekening mee zouden moeten houden, denkt ze. “Als het je ambitie is om een ontspannen bestaan te hebben met stabiliteit, zou ik zeker je school afmaken en gaan studeren. Als je een pittiger leven wilt met meer uitdagingen en kansen, dan kun je het wagen om te stoppen. Maar je moet als mens een bepaalde vindingrijkheid hebben om dat aan te kunnen.”

Ik heb dat allemaal schromelijk onderschat, toen, op mijn 17de. Tijdens het inleveren van mijn boeken was er een immense opluchting. Maar toen het nieuwe schooljaar aanbrak en al mijn vrienden en vriendinnen hun rooster kregen en ik niet, overviel me een gevoel van angst en onbestemdheid. Plotseling besefte ik dat ik afweek van de norm en mijn hele weg zelf moest zien uit te vinden.

De jaren erna waren een aaneenschakeling van probeersels en teleurstellingen. Ik mocht een professionele cd maken, maar mijn muziek werd niet opgepikt. Ik kwam in contact met een uitgeverij en schreef een boek, maar er werden slechts vijfhonderd exemplaren verkocht.

Daarna besloot ik een halfslachtige poging te doen om alsnog mijn havo af te maken via volwassenen­onderwijs, maar toen ik de kans kreeg om als trainee verslaggever bij een omroep aan de slag te gaan, was de keuze snel gemaakt. Via allerlei omwegen ben ik uiteindelijk de journalistiek ingerold.

null Beeld Kwennie Cheng
Beeld Kwennie Cheng

Er kan van alles misgaan

Maar toch. Het blijft schuren. Altijd is er de vage angst dat mensen me vroeg of laat zullen betrappen op een totaal gebrek aan kennis en intelligentie. En wat als kranten niet meer met me willen samenwerken, mijn uitgeverij me laat vallen en mijn video’s op YouTube niet meer worden bekeken? Er kan nog steeds van alles misgaan. Dan heb ik niks om op terug te vallen.

Dat is precies het probleem, zegt Aisa Amagir: “Als je je school niet afmaakt, heb je een achterstand in het leven”. Ze is als onderzoeker en lerarenopleider economie verbonden aan de Hogeschool van Amsterdam, en is programmaleider van het onderzoek ‘Een (on)zeker bestaan in de stad’ bij het Kenniscentrum Ongelijkheid. “We zien dat Amsterdamse jongeren die geen onderwijs volgen en geen startkwalificatie hebben gemiddeld een lagere kwaliteit van leven hebben. Zelfs zes keer zoveel als de groep die wel ingeschreven staat in het onderwijs”, zegt ze.

Succesverhalen van voortijdig schoolverlaters en mbo-studenten niveau 1 zijn eerder uitzondering dan regel, blijkt uit het kwalitatief onderzoek. “Veel van deze jongeren hebben problemen op meerdere leefgebieden. Ze hebben vaker betalingsachterstanden of schulden. De meesten verlangen wel naar ontwikkeling en vooruitkomen in het leven, maar het lukt ze niet. Dat maakt het schrijnend”, zegt Amagir.

Iets anders wat Amagir vaststelt is dat jongeren tegenwoordig de druk voelen om veel geld uit te geven aan dure spullen. “Dat komt door wat ze zien op social media en de voorbeelden van influencers. Het maakt de stap om te gaan werken in plaats van je school af te maken steeds makkelijker.”

Grote gelijkmaker

Maar wat ze niet beseffen, is dat je als schoolverlater veel minder kansen krijgt in het leven, aldus Amagir. Onderwijs is volgens haar nog steeds de grote gelijkmaker in het leven. En het gaat niet om iets tijdelijks: geen diploma hebben werkt vaak door in je gehele leven. “Amsterdammers van tussen de 50 en 65 zonder startkwalificatie zitten vaker in een kwetsbaardere positie dan gemiddeld.” Het toenemende aantal schoolverlaters is volgens Amagir dus een probleem.

Of mij dat als zeventienjarige zou hebben geholpen, durf ik niet te zeggen. Diep vanbinnen had ik toch het vertrouwen dat ik vroeg of laat mijn weg zou vinden. Daarnaast had ik de steun van mijn ouders en ontving ik een som smartengeld voor het scooterongeluk. Daardoor had ik de eerste jaren voldoende buffer om te kunnen investeren in mijn schrijfcarrière, zonder veel te hoeven verdienen. Een geluk bij een ongeluk, zou je kunnen zeggen.

Inmiddels heb ik in principe bereikt wat ik zo graag wilde: ik kan leven van mijn creativiteit, ik heb geen schulden en binnen mijn vak wordt er zelden gevraagd naar mijn diploma. En toch. Dat schuren blijft. Het voelt onaf. Misschien zelfs zwak. Alsof ik me ergens onderuit heb gewurmd. Ik zie het in ieder geval niet als een prestatie, die carrière zonder opleiding.

Wat ik als tiener niet besefte, was dat ik dat diploma misschien vooral nodig zou hebben voor mezelf; voor mijn gemoedsrust. Als een overgangsbewijs naar volwassenheid, die eerste belangrijke mijlpaal. Om het gevoel te hebben dat ik voldoe aan de normen. Herkenbaar voor mijn vader, bij wie het ook altijd een gevoelig punt is gebleven. Zoals hij verzuchtte toen hij met pensioen ging: “Zo, nu vraagt er tenminste niemand meer naar mijn opleiding”.

Bekende Nederlanders die hun middelbare school niet afmaakten:

Schrijver Arnon Grunberg volgde het Amsterdams Vossius Gymnasium, maar werd op zijn zeventiende van school gestuurd nadat hij voor de tweede keer moest blijven zitten. Hij ging werken als bordenwasser en bij een apotheek.

Zangeres Anouk stopte in drie mavo en liep op haar veertiende weg van huis. In die periode begon ze te zingen. Een paar jaar later werd ze zonder diploma aangenomen op het conservatorium.

Ondernemer Hennie van der Most stopte na drie jaar met de LTS. Hij begon een handel in oud ijzer en vanuit een privé-zwembad in Slagharen ontstond zijn eerste recreatieonderneming.

Rapper Lil’ Kleine, echte naam Jorik Scholten, was een zeer moeilijk opvoedbaar kind. Hij kwam daarom terecht op een ZMOK-school maar werd zelfs daar weggestuurd. Hij heeft nooit zijn diploma gehaald.

Topmodel Kim Feenstra had een moeilijke jeugd en op haar zeventiende bereikte ze een dieptepunt. Via een fout vriendje kwam ze in de prostitutie terecht en stopte met school.

Rodney Leysner Beeld Judith Jockel
Rodney LeysnerBeeld Judith Jockel

Je moet wel kei- en keihard willen werken

Rodney Leysner (49) woont in Amsterdam. Hij stopte op 18-jarige leeftijd met de middelbare school. Nu is hij ondernemer en filmproducent.

‘Ik ben van Surinaamse afkomst, en mijn ouders hebben me altijd ingeprent dat we daarom een achterstand hebben. Dat er meer te bewijzen valt en ik goed mijn best moest doen om te presteren. Maar mijn resultaten op school waren slecht. Het was geen onwil, maar ik kon simpelweg de focus niet opbrengen om de leerstof op te nemen.

Mijn ouders probeerden van alles, maar niks hielp. Daarentegen leek werken me heel leuk. Op mijn dertiende solliciteerde ik al op eigen initiatief voor een krantenwijk, waar ik lachend werd weggestuurd omdat ik veel te jong was. Mijn oudere broer en jongere zusje waren heel anders; ze haalden altijd goede cijfers.

Eenmaal op de middelbare school ging het echt mis. Ik moest van de havo naar de mavo en ging van de ene school naar de andere, maar het wilde nergens lukken. Op mijn achttiende besloot ik ermee te stoppen, zonder diploma. Ik trok het gewoon niet meer. Ik zocht een fulltimebaan en werd aangenomen als telefonisch verkoper. Dat ging me opvallend goed af. Mijn werkethiek was hoog, in tegenstelling tot mijn schoolethiek. Misschien ben ik gewoon een praktischer mens, moet ik dingen doen in plaats van in een schoolbank zitten.

In ieder geval wist ik één ding zeker: ik wilde ondernemer worden. Op het moment dat ik een vast contract kreeg sloot ik daarmee een lening af bij de bank, om dat bedrag te investeren in mijn eerste kledingzaak. Ik maakte extreme uren, zeker in het begin. Maar het duurde niet lang voordat ik kon stoppen met mijn baan en kon leven van mijn onderneming. Al snel kwamen er een tweede en derde filiaal bij.

De kans om een eigen programma te maken

Mijn carrière bleef niet bij kledingzaken. Via via ben ik in de media terechtgekomen. Het begon met een item op tv in Koffietijd over farmaceutische producten. Vervolgens kreeg ik de kans om een eigen programma te maken en uiteindelijk heb ik mezelf ontwikkeld tot producent van bioscoopfilms, waaronder Suriname (2020).

Toch is niet alles een succes geweest; ik heb een paar jaar geleden zelfs een faillissement meegemaakt. Op dat moment voelde ik me heel kwetsbaar, en besefte ik dat ik geen diploma had om op terug te vallen. Anderzijds heb ik inmiddels veel ervaring en ben ik veerkrachtig. Ik kijk naar kansen en mogelijkheden. Zodoende ben ik snel uit dat faillissement gekomen. De laatste jaren gaat het gelukkig weer heel goed.

Ik heb twee kinderen van in de twintig. Mijn zoon is serieus bezig met zijn opleiding, maar mijn dochter lijkt meer op mij. Als ik haar probeer te stimuleren, werpt ze tegen dat ik mijn school ook niet heb afgemaakt en ik het toch ver heb geschopt. Altijd moet ik uitleggen dat het niet zo makkelijk is als het lijkt. Ik vond het niet erg om onderaan te beginnen. Om werkdagen van twintig uur te maken en vervelende klusjes te doen.

De jongere generatie is vaak een beetje verwend. Ze zijn gewend dat dingen voor ze worden geregeld, of dat er van alles gewoon komt aanwaaien. Zo makkelijk is het gewoon niet. Je moet bereid zijn om kei- en keihard te werken en je nergens te goed voor te voelen.”

Lotte van Baalen Beeld Judith Jockel
Lotte van BaalenBeeld Judith Jockel

Ik was 15, wilde van school en iedereen vond dat best

Lotte van Baalen (35) woont met haar gezin in Utrecht. Hoewel ze geen schooldiploma heeft, werkt ze nu als pedagoog en kunstenaar.

‘Ik kom uit een welgesteld gezin. Mijn ouders zijn hoogopgeleid en sociaal-economisch hadden ze alles goed op een rij. En toch heb ik gevoelsmatig een onrustige jeugd gehad. Mijn ouders zijn heel lieve mensen, maar ze lagen regelmatig in de clinch met elkaar. Daardoor voelde ik me soms niet echt gezien.

Ik zat op de vrije school, deed havo en haalde heel slechte cijfers. Vooral in wiskunde was ik slecht. Ik kon me moeilijk focussen en ik miste de toewijding om mijn best te doen voor mijn huiswerk. Rebels was ik niet, maar stuurloos wel. En eigenlijk liet iedereen dat maar een beetje gaan. Mijn ouders bemoeiden zich er niet echt mee en vanuit school werden er ook geen vragen gesteld. Het ontbrak daar aan daadkracht, iemand die eens vroeg: hé, wat is er aan de hand met jou? Het was gewoon een heel andere tijdgeest.

Uiteindelijk gleed ik dusdanig af dat mijn cijfers te laag waren om over te gaan. Dus wilde ik van school af. En iedereen ging daar zonder slag of stoot mee akkoord. Nu ik daarop terugkijk vind ik dat best vreemd. Ik was pas vijftien, gewoon nog een kind, ook al ervaarde ik dat toen zelf natuurlijk niet zo. Waarom greep niemand in? Waarom liet school me gewoon gaan? Mijn ouders zeggen nu dat ze er altijd vertrouwen in hadden dat ik linksom of rechtsom mijn weg zou vinden. Maar eigenlijk was het een behoorlijk ingrijpende stap, zeker op zo’n jonge leeftijd.

Anderzijds was het twintig jaar geleden waarschijnlijk een stuk makkelijker dan nu. Er was minder toezicht en er werd minder gekeken naar de situatie van het kind, terwijl ik daar juist behoefte aan had. Maar ik was niet in staat om dat bij wie dan ook aan te kaarten.

Een test maken

Nadat ik stopte met de havo ben ik nog een blauwe maandag naar het ROC lyceum gegaan, maar daar voelde ik me ook niet op mijn plek. Daarom besloot ik toelatingsexamen te doen voor de HKU, richting autonome kunst. Omdat ik geen startkwalificatie had moest ik een test maken om te kijken of ik het niveau aankon, en dat ging heel goed. Eigenlijk zo goed dat het achteraf heel vreemd is dat mijn cijfers op school zo slecht waren. Zodoende begon ik dus al op mijn zeventiende met een studie.

Ik kwam terecht tussen mensen die ook afweken van de norm, waardoor ik me wel op mijn plek voelde. Ik had het daar naar mijn zin, maar ik besefte al snel dat een carrière binnen de kunst heel moeilijk is. Nadat ik mijn propedeuse had gehaald besloot ik daarom pedagogie te gaan studeren. Niet voor niks natuurlijk: wat ik zelf miste als kind en tiener, wil ik andere kinderen graag geven. Daarom werk ik inmiddels op een school als atelierleerkracht.

Vanuit mijn eigen ervaringen en gevoeligheid kijk ik naar de kinderen in mijn klas. Ik probeer mezelf in hen te verplaatsen, zonder een label op ze te plakken of ze een kant op te sturen. Zo doe ik dat ook met mijn zoontje van vier. Ik hoop vooral dat hij de stabiliteit krijgt die hij nodig heeft, zodat hij zonder omhaal zijn schooldiploma kan halen. Het gaat me niet om het niveau of iets dergelijks, maar ik weet gewoon dat het leven dan makkelijker is.”

Ida van der Plas Beeld Judith Jockel
Ida van der PlasBeeld Judith Jockel

Het doet toch pijn als ik zo’n tas met een vlag aan de mast zie hangen

Ida van der Plas (21) woont bij haar ouders in Alphen aan den Rijn. Door mentale problemen moest ze stoppen met de middelbare school. Nu werkt ze als receptionist.

‘Voor mij was de middelbare school overweldigend. Ik kwam van een kleinere basisschool, de overgang naar grote klassen en verschillende docenten was heel moeilijk. Maar ik wilde het goed doen, ik stortte me volledig op mijn huiswerk. Een zeven of een acht was niet genoeg, het moesten negens en tienen zijn. Als dat niet lukte voelde ik me vreselijk slecht. Mijn ouders begrepen daar niks van. Ze zeiden vaak dat ik best wat rustiger aan mocht doen. Maar ik luisterde niet naar ze; het moest van mezelf.

In het derde jaar moesten we op school een vakkenpakket kiezen. Ik koos de moeilijkste optie, een combinatie van de pakketten natuur en techniek en gezondheid. Dat deed ik expres, omdat ik vond dat ik het hoogst haalbare moest halen. Ondertussen had ik veel moeite met natuurkunde en werd de worsteling om hoge cijfers te halen steeds groter. Mentaal ging het steeds slechter met me. Ik ontwikkelde een eetstoornis, anorexia nervosa.

In datzelfde jaar gebeurden er twee heftige dingen achter elkaar. Mijn broer werd ernstig ziek en een vriendin pleegde zelfmoord. Daarna ging het echt niet goed meer. Via de huisarts kwam ik bij jeugdhulp van de ggz. Conclusie: mijn prestatiedruk was voor school echt te hoog. Het beste zou zijn om er helemaal mee te stoppen.

Anderzijds was school ook mijn enige houvast, en natuurlijk een investering in mijn toekomst. Met andere woorden: ze konden me moeilijk verbieden om naar school te gaan, maar tegelijkertijd was juist school iets wat mij ervan weerhield om te herstellen.

Er was ook opluchting

In het examenjaar raakte ik dusdanig uitgeput dat ik steeds minder naar school kon. Mijn moeder hielp me waar ze kon, door me te brengen en te halen en samenvattingen te maken voor toetsen. Toch moest ik op een gegeven moment concluderen dat het niet meer ging. Ik stopte met school, hoe afschuwelijk dat ook voelde. Ik vond dat ik ongelooflijk faalde. Maar ook was er opluchting. Ik kon me nu echt richten op mijn herstel, wat via een intensieve therapie eindelijk lukte.

Uiteindelijk kreeg ik een nieuwe diagnose: ik blijk autisme te hebben, wat een grote rol speelde bij het overprikkeld raken in de klas en mijn prestatiedrang. Door daar beter mee om te leren gaan, ging het langzaam beter.

Twee jaar geleden was ik min of meer klaar met therapie. Via de gemeente kon ik me aanmelden voor een re-integratietraject, om terug te keren in de maatschappij. Zo heb ik uiteindelijk mijn baan gekregen. Ik werk parttime als receptionist en dat vind ik heel leuk. Voorlopig is dat ook voldoende, dit kan ik goed aan. Ik heb nog weleens overwogen om alsnog mijn havo af te maken, of een mbo-opleiding te volgen. Maar iets houdt me tegen. Misschien ben ik zo ver gewoon nog niet. Anderzijds doet het toch pijn als ik de vlag zie uithangen met een tas omdat er iemand geslaagd is. De ene dag kan ik dat beter accepteren dan de andere.”

Lees ook:

Blokken na de lockdown

Gym­na­siast Aymon deed eindexamen Russisch: ‘De taal klinkt mooi, maar naar het land zou ik nu niet willen’

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden