Column
Mijn hoofd is voller dan vol - maar vol is al vol
Mijn hoofd is vol. Voller dan vol, wil ik zeggen, maar vol is al vol. Mensen zeggen ook dat ze tweehonderd procent hun best doen, dan bedoelen ze gewoon honderd procent.
Als mijn hoofd vol is kan er dus echt niets meer bij, ook niet het lied ‘I’m Gonna Miss You’ van Milli Vanilli dat in de supermarkt uit de luidsprekers zeikt, omdat mensen niet in stilte kunnen winkelen. Wat er ook niet meer bij kan zijn voetgangers vlak voor me die ineens in een zoutpilaar veranderen omdat ze op hun telefoon moeten kijken wie hun meest recente Facebook-post heeft geliket. De wolf in mij heeft dan zin om hard tegen ze op te botsen, maar dat wordt ruzie of misschien zelfs knokken en dat win ik waarschijnlijk wel, maar de prijs is te hoog en later komt de spijt.
Wat er ook niet meer bij kan is dat ik richting station loop en een meisje met reeënogen op me afstapt: “Mag ik je iets vragen?” en dat ik het hoofd wil schudden en door wil lopen, maar zeg maar eens nee tegen een ree. In plaats daarvan klinkt uit mijn mond: “Natuurlijk, vragen staat vrij”, en ben ik na het zetten van een krabbel abonnee geworden van de leesmap. De leesmap! Ik ben helemaal niet geïnteresseerd in het lezen van Flair, Panorama of Tina, laat staan die van acht weken oud (want dat was het goedkoopste abonnement).
Wat er ook niet meer bij kan zijn de triviaberichten op internet die mijn ene oor in gaan en het andere oor uit. Een influencer is zijn rijbewijs kwijt of heeft het juist weer teruggekregen en iemand van wie ik dacht dat hij allang dood was blijkt nu pas te zijn overleden. Een actrice zegt nee tegen naakt poseren in de Playboy, niet omdat ze iets wil bewaren voor intimi, maar omdat ze de geboden tienduizend euro een fooi vindt.
Ik schrijf deze wekelijkse column altijd met een zo licht mogelijke toets, maar eerlijk gezegd is het leven met zo’n voller dan vol hoofd af en toe best zwaar. ‘Af en toe’ is een understatement van ‘vaak’. Ik kan mijn hoofd er niet afhalen, nou ja, het kan wel, maar dan leef ik niet meer. En leven wil ik, maar liefst wel zonder komkommernieuws in september, zonder colporteurs met schattige ogen, zonder swipende zoutpilaren en ook zonder Milli Vanilli.