ColumnMerijn de Boer
Je hoeft niet naar Schier; bellen met een eilander is ook al rustgevend
Een voetpad leidde van de straat naar ons vakantiehuis op Schiermonnikoog.
“Je mag hier niet fietsen hoor, papa”, zei onze dochter. Zelf wandelde ze met haar fiets aan de hand.
“Ach, ik rijd stapvoets”, antwoordde ik.
Terwijl mijn vrouw belde, passeerden we het politiebureau. Een agent (tamelijk jong, oranje snor en stekels) stapte naar buiten en hield me staande.
“Meneer, mag ik u er ten eerste op wijzen dat u hier niet mag fietsen.”
“Dat zei ik toch, papa?”
“Jaja.”
“En ten tweede zou ik u willen afraden om uw mobiele telefoon te gebruiken in het verkeer.”
“U heeft helemaal gelijk”, zei ik. Al zag ik zo gauw geen verkeer om me heen.
Ik haalde het niet in mijn hoofd om brutaal te doen
Ik voel al twintig jaar veel sympathie voor de Schiermonnikoogse politie, dus ik haalde het niet in mijn hoofd om brutaal te doen.
In 2002 verbleef mijn moeder een zomer op het eiland. Ik kreeg een ansichtkaart waarop ze schreef hoe fijn ze het had. Ze gaf ook een beschrijving van haar vakantiehuisje: het stond in het dorp en grensde voor aan een stoep en achter aan een smalle straat.
Later die zomer zat er een condoleancekaart bij de post. Een tante van mijn moeder was overleden en ik wist zeker dat mijn moeder naar de begrafenis zou willen gaan. Alleen: ze had nog geen mobiele telefoon, dus ik kon haar niet bereiken.
Het huisje met voor een stoep en achter een straatje
Ik belde naar de Schiermonnikoogse politie. Aan een agent legde ik de situatie uit. Ik vertelde over het huisje met voor een stoep en achter een straatje.
“Dat zal de Langestreek om de Noord zijn”, zei hij met een zwaar Fries accent.
Hij vroeg hoe ze eruitzag.
“Blond, jaar of vijftig, knappe vrouw”, zei ik. Het voelde een beetje gek om mezelf mijn moeder zo te horen omschrijven, maar ik moest nou eenmaal een accurate beschrijving geven.
“Ik fiets aan het eind van de middag wel even een rondje.”
Dagelijks bellen met een eilander werkt ook al rustgevend
In de dagen voor de begrafenis belde ik iedere dag even met deze vriendelijke agent op Schiermonnikoog. Ik zag voor me hoe hij de Langestreek om de Noord af fietste, op zoek naar een knappe blonde vrouw van vijftig. Hoe hij hier en daar misschien een eilander aansprak om te vragen of ze iemand met dit signalement hadden gezien.
Het was fijn om vanuit Amsterdam iedere dag even met iemand op de Waddeneilanden te bellen. Je hoeft er helemaal niet naartoe om de drukte van de stad te ontvluchten, merkte ik toen. Dagelijks bellen met een eilander werkt ook al rustgevend.
Helaas lukte het de agent niet om mijn moeder te vinden. Pas weken later kon ik haar over de begrafenis vertellen. Ze vond het jammer dat ze er niet naartoe had kunnen gaan. Maar ze had een heerlijke zomer gehad.
Merijn de Boer is schrijver, huisman en expat. Zijn vrouw is diplomaat. Zijn roman De Saamhorigheidsgroep won de BNG Bank Literatuurprijs 2020 en De Inktaap 2022. Meer van zijn columns leest u hier.