null Beeld

ColumnMerijn de Boer

In het park was er gelukkig geen hond te bekennen

Merijn de Boer

Het was zaterdagavond, mijn vrouw en ik zaten op de bank. We wilden de volgende ochtend een wandeling maken maar we wisten niet waar.

Op de kaart zagen we het nationaal park Boukornine liggen, op slechts een halfuur rijden van Tunis. Online was er amper informatie over dit park te vinden. Na veel gezoek kwamen we op een obscure website, waar een wandeling van anderhalf uur werd beschreven. Er werden prachtige uitzichten op zee beloofd.

“Wat leuk, ik heb er zin in!”, riep mijn vrouw.

“Ja, ik ook!”, zei ik.

Ik wilde de iPad al wegleggen, maar mijn oog viel nog op een beoordeling van de wandeling door een zekere Adil. Hij schreef: “Overal ligt glas van kapotte bierflesjes en het is er vol met wilde honden. Ze zijn een groot probleem omdat ze de afgelopen jaren in aantal en agressiviteit zijn gegroeid.”

“Wat is er?”, vroeg mijn vrouw.

Levensgevaarlijke situatie

Ik twijfelde of ik zou vertellen wat ik net had gelezen. Misschien overdreef deze Adil wel en werd het een heerlijke zondagochtend. Anderzijds: als we in een levensgevaarlijke situatie belandden, en ik zou later zeggen dat ik er al voor was gewaarschuwd, dan zou ze dat niet zo waarderen. Ik zag al voor me hoe we op de vlucht sloegen voor schuimbekkende honden, struikelden en in de gebroken bierflesjes vielen.

Ik las voor wat Adil had geschreven. We waren allebei ineens niet zo enthousiast meer. Na enig overleg besloten we toch maar te gaan. Ik zette de kinderwagen vast klaar, zodat onze baby tijdens de wandeling niet in de draagzak hoefde.

“En, ach, wat kunnen die honden nou helemaal doen”, zei ik na het tanden poetsen.

“Ik lees zeker eens per maand op de BBC dat er weer een baby is doodgebeten door een hond”, antwoordde mijn vrouw. “Welterusten.”

Gifgroene kotsbalgers

Ik ging bezorgd slapen. Terwijl ik sliep, vermengde het verhaal van Adil zich met De Gorgels, een boek dat ik die avond had voorgelezen aan onze zesjarige dochter. In mijn droom kregen we het aan de stok met wezens die het midden hielden tussen wilde honden en gifgroene kotsbalgers.

De volgende ochtend reden we over een verlaten grindweg naar de ingang van het park. Een paar keer werd de weg versperd door blaffende honden. “Gelukkig zitten we nu nog in de auto”, zei ik. Mijn vrouw zag er uitermate nerveus uit. Ik vroeg me on­gerust af waar we aan gingen beginnen.

Maar in het park zelf hebben we uiteindelijk geen hond gezien. En ook geen gebroken bierflesjes. Het werd een mooie wandeling, met inderdaad een indrukwekkend uitzicht op de azuurblauwe zee.

Het heeft waarschijnlijk geholpen dat we al meteen afweken van de route en een kinderwagenvriendelijker pad kozen.

Ik vond het wel apart dat het park tegelijk een militair oefenterrein was. Een risicovolle combinatie, lijkt me. Maar we zijn gelukkig niet beschoten.

Merijn de Boer is schrijver, huisman en expat. Zijn vrouw is diplomaat. Zijn roman De Saamhorigheidsgroep won de BNG Bank ­Literatuurprijs 2020 en De Inktaap 2022. Meer van zijn columns leest u hier.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden