ColumnMerijn de Boer
Ik had schrijver en diplomatenvrouw Clarice Lispector gegund dat ze zeventig jaar later had geleefd
Op zaterdagochtend reed ik met onze dochter naar het ziekenhuis. Ze had nog een buisje in haar oor, dat volgens de Tunesische kno-arts verwijderd moest worden.
De buisjes waren twee jaar eerder tijdens een zomervakantie in Nederland geplaatst. We moesten een paar dagen voor de operatie naar het ziekenhuis komen om een video te bekijken. Daarin werd uitgelegd wat er tijdens de operatie precies ging gebeuren. Deze video was zo angstaanjagend, dat ze er ’s avonds een hele reeks nachtmerries van kreeg.
Zelf sliep ik die nacht ook wat onrustiger, geloof ik. Het voordeel was wel dat de operatie zelf een eitje was vergeleken met deze video.
Het leek wel alsof we de enigen waren in het ziekenhuis. Een verpleger leidde ons door verlaten gangen naar een kamer. Onverwachts kwamen we onderweg toch iemand tegen: een zeer oude vrouw, gesluierd en met het verplichte mondkapje op, waardoor alleen haar ogen en een smal reepje voorhoofd onbedekt waren. Ze haalde haar iPhone tevoorschijn en vroeg of ze op de foto mocht met onze dochter. Ik vond het best. Onze dochter vond het ook best. En de verpleger was bereid om de foto te nemen.
Ze gingen naast elkaar staan. Onze dochter hield de rollator van de vrouw vast. Hun leeftijdsverschil zal zo’n negentig jaar zijn geweest.
De verpleger nam ons weer mee. In een ziekenhuiskamer kreeg ze een blauw schort om en ook een armbandje met een patiëntnummer erop. Dat armbandje vond ze schitterend. Ze ging in het ziekenhuisbed liggen. Even later werd ze opgehaald.
Lispector was een stuk ongelukkiger met haar lot dan ik
Ik bleef in de kamer wachten en sloeg Mijn lievelingen van Clarice Lispector open. Ze was een Braziliaanse schrijfster die net als ik getrouwd was met een diplomaat en daarom achtereenvolgens in Napels, Bern en Washington woonde. Lispector was een stuk ongelukkiger met haar lot als diplomatenpartner dan ik. Ze was eenzaam, had heimwee en stuurde haar zussen wanhopige brieven, waarin ze hen smeekte om haar vaker terug te schrijven. Ik had Lispector gegund dat ze zeventig jaar later had geleefd, zodat ze had kunnen whatsappen en e-mailen.
Toch herkende ik wel een en ander in haar brieven. Vooral haar voortdurende verzoeken om boeken uit het vaderland te sturen. Ik ben altijd extreem blij als ik een boek uit Nederland bij de post vind.
Lispector was het grappigst als ze afgaf op het diplomatieke milieu. Toen haar zoon was geboren, schreef ze: ‘Ik hoop dat hij geen diplomatenhart heeft, dat zou een enorme afknapper zijn…’.
Ineens besefte ik dat de volgende keer dat ik in een Tunesisch ziekenhuis ben, dat hoogstwaarschijnlijk voor de geboorte van onze zoon zal zijn.
Onze dochter werd weer de kamer in gereden. Ze was al wakker en ze lachte.
Merijn de Boer is schrijver, huisman en expat. Zijn vrouw is diplomaat. Zijn roman De Saamhorigheidsgroep won de BNG Bank Literatuurprijs 2020 en De Inktaap 2022. Meer van zijn columns leest u hier.