ColumnMerijn de Boer
‘Ik eet elke dag een winterpeen’, zei de man naast me
In het vliegtuig van Amsterdam naar Tunis zat ik naast een landgenoot. Tot een paar jaar geleden werkte hij als leraar wiskunde op een school in Rotterdam. Ik weet nog altijd niet of hij een gek of een wijs man was. En misschien was hij het wel allebei.
De eerste paar minuten praatte hij in zichzelf, daarna de helft van de vlucht tegen mij. Een gesprek was het niet. Het was eerder alsof hij een lezing gaf.
Hij maakte een opgefokte indruk. Empathie, of überhaupt interesse in een ander, had hij volgens mij niet, maar ik had het idee dat dat een nieuwe ontwikkeling was. Dat hij een paar jaar geleden nog een sociale, rustige man was geweest, die kon luisteren naar een ander.
In de ziektewet
Tijdens de corona-epidemie verloor hij twee dingen: zijn baan en zijn vertrouwen in de overheid.
Hij had geweigerd om een mondkapje te dragen in de klas en hij had zijn leerlingen aangemoedigd om kritisch te blijven denken. “Dus sindsdien zit ik in de ziektewet”, zei hij.
Hij legde me uit dat de wereld wordt geregeerd door een paar rijke Amerikaanse families, dat Nederland ondanks het einde van de Tweede Wereldoorlog nog steeds onderdeel is van Duitsland en dat als je niet stemt, je dus ook geen belasting hoeft te betalen, want je bent dan niet medeverantwoordelijk voor de staatsschuld. “Thuis stapelen de rekeningen zich op”, zei hij.
Elke dag een winterpeen
Zijn dieet baseerde hij op wat ze in de prehistorie aten. “Ik eet elke dag een winterpeen.”
“Ik ook”, zei ik, maar dat hoorde hij niet. Als mijn stoel leeg was gebleven had het geen verschil gemaakt.
Dit was de derde keer dat hij naar Tunesië vloog. De eerst keer (een half jaar geleden) leerde hij een vrouw kennen, de tweede keer leerde hij haar wat beter kennen en nu, de derde keer, ging hij naar Tunesië om met haar te trouwen.
Hij wilde zijn huis in Nederland verkopen en in Tunesië een stukje grond kopen om daar zelfvoorzienend te gaan leven. Ik vroeg me af of zijn aanstaande dat ook zag zitten. Misschien wilde die wel liever naar Nederland.
Ik kreeg zo langzamerhand behoefte om weer te lezen. Ik sloeg mijn boek open.
Zenuwachtig en zwetend
Hij bleek toch nog in staat tot empathie, want hij merkte het en zei: “Ga lekker lezen. Ik zal je verder met rust laten.”
“Dank je”, zei ik.
“Maar ik hoop dat je over een paar jaar”, zei hij nog, “als al die dingen die ik je heb verteld zijn uitgekomen, nog eens aan ons gesprek denkt.”
“Ik zal het onthouden”, antwoordde ik.
Na de landing stond hij meteen op. Hij drong voor, zodat hij als een van de eersten het vliegtuig uit kon. Zenuwachtig, en zwetend, wachtte hij tot de deuren opengingen. Toen dat eindelijk gebeurde, rende hij naar buiten. Op weg naar zijn toekomstige Tunesische vrouw.
Merijn de Boer is schrijver, huisman en expat. Zijn vrouw is diplomaat. Zijn roman De Saamhorigheidsgroep won de BNG Bank Literatuurprijs 2020 en De Inktaap 2022. Meer van zijn columns leest u hier.