null

Over de liefde

Hij deed alsof hij Adonis zelf was

Beeld Illustratie: Gemma Pauwels

Wat trekt mensen in elkaar aan en waarom blijven ze bij elkaar – of niet? Iris Hannema tekent verhalen op over het raadsel van de liefde. Vandaag deel 12: op haar 24ste ontmoet Naomi, crècheleidster, de Marokkaans-Nederlandse zzp’er Omar.

Iris Hannema

Hoe begon het?

Aan het einde van een avondje uit zat ik buiten op een bankje te wachten op twee vriendinnen. Ik voelde dat een jongen onafgebroken naar me staarde, maar ontweek zijn blik. Ik was moe, had het koud, was chagrijnig en wilde naar huis. Ook toen mijn vriendinnen bij me kwamen zitten, bleef hij oogcontact zoeken. Op een gegeven moment wenkte hij me, waarop ik mijn vriendin aantikte en zei dat die jongen, ik wees hem aan, naar haar zat te seinen en toen kwam hij op me af lopen.

“Hoezo tik je je vriendin aan? Je weet toch dat ik naar jou zit te kijken?” zei hij. “Ik heb een vriend”, loog ik. “Maakt toch niet uit? Als die chemie tussen ons goed zit, dan kun je mij toch een kans geven?”, antwoordde hij. Hij stelde zich voor als Omar, 28 jaar. Zijn manier van doen vond ik meteen aantrekkelijk: hij richtte zich helemaal op mij, toonde interesse en wilde gelijk alles van me weten. Hij was een licht getinte Marokkaan met kleine smalle ogen, best een volle neus, een hoekig SpongeBob-achtig gezicht, dik donker haar en een volle zwarte baard. Hij had geen gespierd lichaam, ik zag zelfs een beetje een buikje, en hij was van top tot teen gekleed in dure merken, van Gucci, Louis Vuitton, Kenzo tot Prada.

Twee dagen nadat we elkaar in Rotterdam hadden ontmoet, haalde hij me met zijn Range Rover op om samen naar Scheveningen te gaan. Ik vond het heel aantrekkelijk hoe hij mij als een echte gentleman kwam ophalen met zo’n dure auto waar iedereen naar keek.

“Hoe kom je aan zoveel geld?” vroeg ik en hij vertelde dat hij in de wiet zat. “Waarom vertel je me dit zo snel?” vroeg ik, “je kent me helemaal niet. Ik heb ook heel wat meegemaakt, maar dat ga ik toch ook niet allemaal tijdens de eerste date vertellen?” “Ik voel meteen of mensen goed of slecht zijn en bij jou zit het goed”, antwoordde hij.

Daarna zagen we elkaar bijna elke dag, we hadden allebei zomervakantie, en na een maand nodigde hij mij bij hem thuis uit. Na het eten begonnen we heel intens te zoenen en die avond zijn we voor het eerst met elkaar naar bed geweest. De seks zelf vond ik niet zo denderend. Ik had sterk het gevoel dat hij op dat gebied niet zoveel ervaring had, ook al deed hij alsof hij alles wist en Adonis zelf was. Die avond bleef ik ook voor het eerst bij hem slapen en zei hij dat ik zijn vrouw moest worden.

‘Hij had grootse plannen, wilde een toekomst met mij als de moeder van zijn kinderen’

Een paar dagen later had hij als verrassing voor ons tweeën een privésauna geboekt, twee uurtjes voor tweehonderd euro, en daarna overnachtten we in een hotel in de buurt. Door die spontane kant werd ik echt verliefd op hem. Ondertussen vertelde Omar meer over zichzelf: hij was in het verleden een foute jongen geweest die een aantal jaar had vastgezeten voor beroving en poging tot doodslag. Dat hij ook heftige dingen in zijn leven had meegemaakt, geen verwende jongen was, maakte dat ik me verwant met hem voelde. Hij had grootse plannen met ons, wilde een toekomst met mij als de moeder van zijn kinderen; we keken samen al naar koophuizen.

Een paar maanden later belde hij me om te vertellen dat hij in de problemen zat: “Als ik dit niet oplos Naomi, komen er mensen achter me aan.” Ik wist dat hij in de wiet zat, maar ik kende geen details en vroeg er ook nooit naar. Maar die dag gooide hij ineens alles op tafel: alle tweeduizend wietplanten die hij beheerde waren dood. Die plantage stond onder leiding van een zware jongen, iemand die hoog stond op de criminele ladder, en hij eiste zijn geld terug: veertigduizend euro.

“Ik moet een andere woning hebben waarin ik wietplanten kan zetten”, zei Omar paniekerig. Hij wist dat ik al zes jaar stond ingeschreven bij de woningbouw en opperde dat ík op huizen zou kunnen reageren. Ik had medelijden met hem en dacht: ik doe het, ik krijg toch niks aangeboden. Maar binnen één maand kreeg ik een appartement. Ik wilde die plantage niet in huis, maar was bang dat Omar in de problemen zou komen met die zware jongens die ondertussen ook wisten wie ik was en waar ik woonde. Voor mijn gevoel kon ik niet meer terug.

Mijn moeder wist dat ik met een jongen bezig was, maar kende hem niet – ik stel een jongen pas aan haar voor als ik met hem ga trouwen. Toen ik de woning toegewezen kreeg, heb ik tegen haar gelogen en gezegd dat ik het een half jaartje ging onderverhuren zodat ik nog even bij haar kon blijven wonen. Dat vond ze zo fijn dat ze verder geen vragen stelde.

Vanaf het moment dat die wietplanten in mijn woning stonden sliep ik slecht, at nauwelijks meer, zat niet lekker in mijn vel, viel tien kilo af en had zo’n last van een slecht geweten. Ik was zó bang dat de politie erachter zou komen en ik opgepakt zou worden. Iedere keer als Omar en ik elkaar zagen, zei ik weer dat ik met die wietplantage wilde stoppen, maar hij kwam steeds weer met een of ander excuus waar ik in trapte.

Hoe is het nu?

Na een jaar maakte ik het uit en toen hield ik wél voet bij stuk: ik eiste dat hij mijn huis zou ontruimen of anders zou ik het huis opzeggen. Toen begonnen de doodsbedreigingen. Zijn mannetjes zouden me komen opzoeken en dat zou heel naar voor mij gaan aflopen. Er zouden meer oogsten volgen, punt uit.

Uiteindelijk heb ik ervoor gekozen om het hele verhaal aan mijn moeder en halfbroers op te biechten. Ze waren pisnijdig dat een jongen misbruik van hun zusje had gemaakt en hebben Omar opgezocht die zich meteen gedroeg als een mak schaap. Hij gaf direct toe dat hij het hele verhaal rond die zware jongens, dode wietplanten en veertigduizend euro verzonnen had. Hij handelde alleen, een lone wolf. Een week later hoorde ik de sleutels bij mijn moeder in de brievenbus vallen en daarna heb ik nooit meer iets van Omar gehoord. Ik ben hem ook nooit meer ergens toevallig tegengekomen, daar was ik bang voor, maar dat is nooit gebeurd. In het huis had hij een puinhoop achtergelaten, maar je rook geen wiet als je binnenkwam. Er lagen zestig zakken met aarde in de badkamer, overal bouwmarkthout en kippengaas; het zag er allemaal heel amateuristisch en doe-het-zelf uit.

Samen met mijn moeder, mijn stiefvader, mijn zusje, de vriend van mijn zusje, mijn broer, mijn tante, mijn nichtje en een vriendin hebben we er in totaal drie weken over gedaan om alles eruit te slepen.

Nu woon ik er, al is het nog steeds niet helemaal af. Als ik aan hem denk walg ik van hem, van alles. Zelfs aan onze fijne momenten twijfel ik achteraf; niks was echt, alles was gespeeld om mij te laten denken dat hij echt goede bedoelingen en intenties had. Hij wilde geen toekomst samen, hield niet van me, maar alles was erom gedaan om geld te verdienen. Ik zal het nooit begrijpen: hoe heb ik ooit in al zijn praatjes kunnen geloven?

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden