ColumnErik Jan Harmens
Het grand café werkt voor mij als de stofzuiger voor Simon Vestdijk
Ik tik deze column in een grand café, dat doe ik vaker. Weliswaar heb ik veel mensen om me heen, maar ik hoor ze niet echt, ik hoor alleen maar ruis. Die ruis heeft hetzelfde effect op mij als het geluid van een stofzuiger op schrijver Simon Vestdijk. Als hij ging werken, zette hij steevast de Nilfisk aan, zo raakte hij niet afgeleid door andere geluiden. Ruis geeft rust.
Helaas praten de mensen aan het tafeltje naast me zo achterlijk hard dat het dwars door de ruis heen gaat. Ik doe mijn oortjes in, maar verbind ze niet met mijn telefoon en de daarop gedownloade liedjes. Ik heb geen behoefte aan muziek, ik wil juist minder prikkels. Ondanks de hoofdtelefoon hoor ik de twee naast me nog steeds. “Hoe is het nou met jou?” blaft de een en legt een hand op die van de ander. Zo geeft hij aan oprecht geïnteresseerd te zijn. Zijn gesprekspartner kakelt terug dat ze aan het reïntegreren is na ‘een burn-out van hier tot Tokio’. Ze zegt soms te merken dat ze nog wel rustig aan moet doen. “Dan ben ik er echt even helemaal af en ben ik als de dood voor een terugval”, klinkt het. Haar tafelgenoot zegt: “Ik bestel een watertje, jij nog iets?”
Eindelijk stappen ze op. Mijn woede zakt, er komt eetlust voor in de plaats. Helaas kijkt de ober alle kanten op behalve de mijne. Ik ga erbij staan en zwaai alsof ik vanaf een onbewoond eiland de aandacht probeer te trekken van een overvliegende helikopter. “Voor mij graag een broodje geroosterde bundelzwammen”, zeg ik uiteindelijk, alsof dat iets heel normaals is om te bestellen. “Eenmaal de zwammen voor meneer”, kaatst de ober terug.
Na de lunch wil ik een espresso. Ik krijg een cappuccino en reken het goed. In de schuimlaag ontdek ik een hartje en ik vraag me af of de barista die voor iedereen maakt, of alleen voor leuke mensen. Ik moet plassen, maar kan niet zomaar mijn laptop op tafel achterlaten, dat ding kostte 1500 euro. Hem mee naar de wc nemen, is wel een hele botte motie van wantrouwen tegenover de mensen om mij heen. Iemand vragen om even op mijn spullen te letten is een mogelijkheid, maar wat als nou net die persoon een dief is? Al talmend verstrijkt de tijd. Binnen in mij is het druk, van buiten gebeurt er niets.
Schrijver en dichter Erik Jan Harmens over de prikkels die het druk maken in zijn hoofd. Lees zijn columns hier terug.