null Beeld

ColumnMerijn de Boer

Ga ik te laat zijn bij moeder?

Merijn de Boer

Ik zit in het vliegtuig van Tunis naar Brussel. Ik ben onderweg naar mijn moeder, die ieder moment kan sterven.

De column van vandaag had ik liever gewijd aan iets vrolijks, aan iets wat zich gisteren of eergisteren afspeelde, toen er nog geen bericht uit Nederland was gekomen. Ik had bijvoorbeeld liever geschreven over de zonnige middag, nog maar twintig uur geleden, waarop ik met onze driejarige zoon bloemen ging plukken.

Tussen Carthago en La Marsa liggen glooiende velden, die een groot deel van het jaar een dorre bedoening zijn. Maar de laatste weken, door de regen, zagen ze er frisgroen uit, met hier en daar wat geel ertussen van opgekomen boterbloemen. Gisteren reden we er weer langs en was het andersom: nu waren de velden helemaal geel geworden, met hier en daar wat groen ertussen.

Ik parkeerde de auto en samen liepen we de velden in. Al snel had onze zoon een boeket samengesteld dat te groot was voor zijn handen. Ik kon niet stoppen met fotograferen, terwijl hij daar hurkend tussen de tere, gele bloemen stond.

Toen kwam het bericht

Een paar uur later reed ik in mijn eentje in de auto. Het was avondspits. Complete chaos op de snelweg. En toen kwam het bericht.

Op mijn telefoon vage, door de slechte verbinding haperende beelden van een ziekenhuiskamer, van mijn al verwarde moeder, en van mijn broer en zus die bij haar waren. Een hersenbloeding. De arts dacht dat het binnen een paar uur gedaan zou kunnen zijn.

Mijn vrouw zat in het vliegtuig van Algerije naar Tunesië. Ik was onderweg naar het vliegveld om haar op te halen, helaas niet om zelf weg te vliegen. Want de laatste vlucht naar Nederland, via Parijs, was net vertrokken.

Een vriend in Haarlem probeerde een andere vlucht voor me te vinden. Naar Brussel. Parijs. Of desnoods naar Rome. Ik zou dan de volgende ochtend kunnen doorvliegen naar Nederland.

Het werd de vlucht naar Brussel, de eerste vlucht van vandaag, om 7.45.

We zeiden alles wat we wilden zeggen

Gisteravond, op het vliegveld, kon ik nog met mijn moeder bellen. Ze was goed aanspreekbaar. We zeiden alles wat we wilden zeggen. Het was het allerlaatste gesprek met mijn moeder.

Op het vliegveld vanmorgen bleek mijn vlucht vier uur vertraagd. Nóg vier uur wachten. Ik belde mijn moeder maar ze was inmiddels te verward. Ik zei dat ik onderweg was.

In de vertrekhal dacht ik aan Sander Kollaard, die in Lentehonger beschrijft hoe hij in coronatijd van Zweden naar Nederland probeert te vliegen, naar zijn stervende moeder. Maar hij heeft de coronapapieren niet op orde en wordt niet doorgelaten. In een vliegveldhotel verneemt hij het nieuws van haar overlijden.

Gaat mij dat ook overkomen? Ga ik te laat zijn? Ga ik, als ik straks in Brussel aankom, het vernietigende bericht krijgen?

Merijn de Boer is schrijver, huisman en expat. Zijn vrouw is diplomaat. Zijn roman De Saamhorigheidsgroep won de BNG Bank ­Literatuurprijs 2020 en De Inktaap 2022. Meer van zijn columns leest u hier.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden