OnverdoofdMichiel Smit

Ex-gameverslaafde Michiel Smit: ‘Let juist nu op je gamende kinderen’

Michiel Smit 

 Beeld Martijn Gijsbertsen
Michiel SmitBeeld Martijn Gijsbertsen

In ‘Onverdoofd’ spreekt schrijver Erik Jan Harmens met bekende en minder bekende Nederlanders die net als hij besloten zich niet langer te bedwelmen. Afl. 10: schrijver en ex-gameverslaafde Michiel Smit.

Erik Jan Harmens

De meeste mensen die ik interviewde voor deze serie kampten met een verslaving aan alcohol of drugs, maar ook computerspellen kunnen een mens ontregelen en een aantrekkelijk parallel universum scheppen als alternatief voor de zware werkelijkheid. Michiel Smit veranderde in de brugklas van een spontane, iets te enthousiaste jongen in een gepeste, naar binnen gekeerde loner die Michieltje Debieltje werd genoemd. Op datzelfde moment leerde hij in het computerkamertje in het ouderlijk huis een wereld kennen waarin hij wél gezien werd, zij het door avatars (virtuele personages op het scherm) of onbekende tegenstanders, die online met elkaar de strijd aangingen. Hij beschrijft dit alles in zijn boek ‘Gameboy. Verhaal van een verslaving’ (Atlas Contact, 2018).

“In tegenstelling tot mijn leven op school, had ik in die games wel heel veel controle”, zegt Michiel. “Ik kon wél dingen, want ik maakte vier headshots of stuurde mijn legers de goede kant op. Dat voelde lekker, maar intussen was ik sluipenderwijs naar een verslaving toe aan het bewegen. Ik had de games meer en meer nodig en vond in het echte leven steeds minder aansluiting bij leeftijdgenoten. Ik ging nog wel skateboarden, speelde nog wel gitaar, maar minder en minder. In de ene wereld werd ik steeds beter, in de andere ging ik steeds meer achterlopen.”

Superfuturistisch

Een van de spellen die Michiel speelde heette ‘Unreal Tournament’. “Daarin begeef je je in epische omgevingen, bijvoorbeeld in kathedralen en oude kastelen, en schiet je op andere spelers met superfuturistische wapens. Het is een voorloper van moderne titels als Fortnite en Apex Legends. Spellen met meer actie dan een James Bond-film, waarin je bovendien zelf de hoofdrol speelt. Al je acties doen ertoe en hebben effect, niemand kan het negeren als je een kogel door hun hoofd jaagt. Je bent sowieso al een krachtige persoon en als je een beetje oefent word je steeds krachtiger.”

Michiel legt uit hoeveel stimulerender een game is vergeleken met het echte leven: “Er zijn talloze doelen die je moet halen, regels waaraan je je moet houden en de ontwerpers hebben enorm veel prikkels ingebouwd, zodat jij je aandacht erbij houdt. In Unreal Tournament zien avatars er soms uit als sexy secretaresses in latex pakjes, de game verwordt dan tot een soort bdsm-kelder, maar dan met wapens. Als 12-jarig jongetje heeft zoiets natuurlijk effect op je.” Zulke geseksualiseerde prikkels worden volgens Michiel, net als gokelementen, geregeld gebruikt om gamers te stimuleren. “Verder gaat alles extreem snel, je moet de juiste voorwerpen te pakken zien te krijgen, met een pistool verlies je het van een machinegeweer. Als je van een afstand wil schieten heb je iets met een telescoop erop nodig, het >> komt allemaal aan op tactiek. Dan zijn er nog ranglijsten en daarop wil je nummer 1 zijn en door de luidsprekers of door je koptelefoon hoor je een zware, epische stem die, als je heel veel kills achter elkaar maakt, brult: Headshot! Godlike! Ik was niet langer Michieltje Debieltje, nee, ik was Godlike!”

 Michiel Smit 
 Beeld Martijn Gijsbertsen
Michiel SmitBeeld Martijn Gijsbertsen

Zoals jongeren stiekem roken, drinken of drugs gebruiken, zo hield Michiel het vele gamen voor zijn ouders met succes verborgen. “Hoorde ik ze vanuit het computerkamertje naderen, dan drukte ik op de Alt- en Tab-toets en verscheen er een Wikipedia-pagina op het scherm, waardoor het leek alsof ik huiswerk aan het maken was.” Zelf voelde hij wel dat vier tot acht uur gamen per dag niet goed was: “Vaak dacht ik shit, wat heb ik vandaag nou bereikt? Ik heb alleen maar honderd mensen neergeschoten. Ik was alleen maar mijn onzekerheid aan het verdoven. Het was ook een zichzelf in stand houdende machine: door het gamen voelde ik me slecht en om dat slechte gevoel te stoppen moest ik weer gamen. Je ziet dat vaker bij gameverslavingen, de spellen worden een soort infuus van eigenwaarde, maar dat verbloemen de gamers, net zoals ik dat deed. Je wil niet dat er wordt ingegrepen, want dan ben je dat infuus kwijt.”

Computerkamertje

Na ‘Unreal Tournament‘ kwam ‘Warcraft’, een spel dat begint met een lord-of-the-rings-achtig landschap en een goudmijn. Die goudmijn ga je exploiteren en dan verdien je geld, waarmee je een complete economie opbouwt en de middelen hebt om een onverslaanbaar leger op te bouwen. “Het echte leven bestond voor mij intussen uit steeds ingewikkelder problemen op het gebied van school, vrienden en meisjes, maar in games waren de problemen eenvoudig en kon ik ze (met wat oefening) wel oplossen. Ik was efficiënt en effectief, nam beslissingen over leven en dood in milliseconden. Dat voelde heerlijk, maar alleen binnen het computerkamertje. Daar was ik mijn krachtigste zelf, maar het gamen zorgde er ook voor dat ik in het echte leven nooit mijn krachtigste zelf zou worden.”

“Bij het stijldansen, want dat deed ik nog wel, ontmoette ik een meisje en ik werd verliefd op haar. We fietsten samen naar haar huis en in een game zou ik zo op haar zijn afgestapt om haar te zoenen. Maar dit was echt, ik verlamde en voelde alleen maar zelfwalging. Toen was ik het zo zat, dat ik thuis een bijl heb gepakt om in de tuin mijn cd-roms aan stukken te klieven.”

Na de middelbare school ging Michiel twee studies tegelijk volgen en extreem sporten, zoals hardlopen met gewichten rond de polsen en onderbenen, alles in een poging om de verloren tijd in te halen. “Bijna mijn gehele tienertijd had ik letterlijk verspeeld en ik had nog maar een paar maanden over voor ik twintig zou worden. Ik wilde net zo goed worden in het echte leven als in games, wat vaker een wens is van excessieve gamers.”

Een paar zwakke momenten daargelaten, lukte het Michiel inderdaad ook om de spellen links te laten liggen, maar tot mijn verbijstering is hij de afgelopen weken wel weer mondjesmaat begonnen met spelen. Waarom? Omdat hij een tweede boek over dit onderwerp aan het schrijven is, het is research, zegt hij. “Ik moet toch weten waar ik het over heb, hoe de games van nu eruitzien?”

Ik moet denken aan mijn vorige gast in deze serie, oud-voetballer Wim Kieft, die na een tijdje droogstaan weer af en toe een glaasje wijn was gaan drinken, waarna het in een hotel in Spanje gruwelijk misging. “Ik begrijp wat je zegt”, zegt Michiel, “maar ik heb tien jaar nauwelijks gespeeld en ben inmiddels genoeg geworteld in de echte wereld. Ik heb nu heel veel tegenwicht die ik als tiener niet had.”

Tegelijkertijd wil Michiel andere gameverslaafden waarschuwen om niet naïef te zijn: “Denk niet dat je zomaar weer een gezonde relatie met gamen kunt hebben, want dat is niet zo. Toen ik veel speelde waren mijn hersenen helemaal gegamificeerd, ze waren ingesteld op snel reageren en onmiddellijke beloning. Toen ik onlangs een nieuwe game probeerde, werden die delen van mijn hersenen ook meteen weer geactiveerd, dat voelde ik heel sterk.”

Digitale oppas

Michiel richt zich ook tot de ouders van jongeren. In tijden van corona wordt er veel meer gegamed dan normaal, doordat kinderen niet meer naar school gaan, niet meer bij vriendjes mogen spelen en de sportclubs dicht zijn. Zelden was de computer zo aantrekkelijk als digitale oppas, en kinderen zijn er (net als Michiel zelf vroeger) een ster in om hun vader en moeder om de tuin te leiden. “Games zijn big business en worden alleen maar levensechter en stimulerender, met alle gevolgen van dien. Het is niet dat ik denk dat ontwikkelaars van spellen mensen bewust verslaafd willen maken, maar wel dat ze een heel vernuftige, moderne versie maken van het kampvuurverhaal. En de gebruikers zijn vaak jongeren met nog rijpende en beïnvloedbare geesten.”

Kampvuurverhalen, het duurt even voor dat woord tot me doordringt. Ik herinner me ze van vroeger: je kijkt in de vlammen, luistert naar een stem en wordt rustig. Dat geldt natuurlijk niet als die stem episch is en dan episch in de zin van overdonderend en extreem sterk tot de verbeelding sprekend. Een stem die brult dat je Godlike bent. Verslaafd ben je volgens de Wereldgezondheidsorganisatie als je een sterk verlangen voelt om een middel te nemen, moeite hebt met matigen, het blijft nemen ondanks de schadelijke gevolgen en het gebruik voorrang geeft boven andere activiteiten en verplichtingen. Logisch dus dat Michiel games net zo schadelijk acht als alcohol of sigaretten. “Alleen zien we dat niet meteen, omdat het veel complexere producten zijn.”

Luister ook naar de podcasts van dit gesprek en de andere gesprekken via trouw.nl/onverdoofd, via iTunes of Spotify of via de app op je smartphone. Reacties zijn welkom via tijdreacties@trouw.nl

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden