null

Nieuwe liefdeHet verhaal van Elizabeth

Elizabeth vond een nieuwe liefde na de dood van haar man, en dat gaf nieuwe inzichten

Beeld Fenna Jensma

Tijdgeest verkent het wel en wee van de liefde: hoe het hart soms nieuwe wegen in slaat. Elizabeth (67) had nooit gedacht weer een relatie te beginnen na de dood van haar man. Ze gaf zichzelf meer dan ooit bloot.

Rick Pullens

“Sako en ik zijn heel lijfelijk. We lopen bijna altijd gearmd op straat. En als we tv kijken, pakken we elkaars hand. Dat doen we automatisch. We willen elkaar vasthouden en aanraken. Meer dan in onze vorige relaties. Ik voel me bij hem ook vrijer in mijn seksualiteit. Vanaf het begin slapen we zonder pyjama.

“We zijn samen opnieuw begonnen na de dood van onze eerste partners. Toch lopen zij nog altijd met ons mee. Niet alleen in gedachten, ook in gesprekken. Ja, deze tweede liefde staat echt op de eerste; mijn huwelijk met Herman blijft het fundament. Rond zijn sterfdag gaan we samen naar het graf en steken we een kaarsje aan. Met Allerzielen doen we dat voor Sako’s vrouw. Zo doen we het al zestien jaar.

Wilt u ook worden geïnterviewd over een (nieuwe vorm van) liefde? Stuur een mail naar: nieuweliefde@trouw.nl

Hij bracht me een bosje rozen

“Op de dag dat ik achttien werd, kwam Herman me thuis bij mijn ouders feliciteren. Ik kende hem sinds mijn vijftiende, maar een afspraakje hadden we nooit gehad; hij was acht jaar ouder en studeerde al in de stad. Toch bracht hij mij een bosje rozen. Zo schattig. ‘Die man moet je houden’, zei mijn tante.

“Hij was lief en innemend. Ik voelde me veilig bij hem. Maar ik was zoveel jonger. Ik ging voor het eerst op kamers, hij had al een studentenleven gehad. Ik ­wilde naar feestjes, hij niet meer. Dat botste, ook omdat dat lieve meisje met dat lange haar een zelfstandige vrouw werd die haar plek opeiste.

“We kregen kinderen. Herman deed een deel van de opvoeding, maar wist niet goed hoe hij al die huiselijke dingen moest aanpakken. Dat begreep ik niet altijd, ik ben een praktisch mens. Hij liet ook overal sokken liggen. Dat soort dingen. Dan zei ik: kan je nou werkelijk niet bedenken dat je ze in de mand moet gooien? Irritaties die de overhand kregen, terwijl er eigenlijk juist zoveel liefde was tussen ons.

De diagnose: prostaatkanker

“Toen Herman de diagnose uitgezaaide prostaatkanker kreeg, ­veranderde alles. Hij was 53. Ik zei: ‘Al die gevechten die wij hebben gevoerd, hebben er toe geleid dat wij dit proces samen aan kunnen.’ Want waar gingen die irritaties nou eigenlijk over?

“Herman werd gevoeliger. Heel open. We konden beter met elkaar praten. Waar we eerst botsten, kwamen we nu bij elkaar. Onze liefde kwam weer voor het voetlicht. Tijdens een wandeling zei hij: ‘Je mag niet alleen blijven na mijn dood’. Dat was lief van hem, maar ik kon me er niets bij voorstellen.

Twee weken voor zijn dood, op mijn 48ste verjaardag, gaf ik hem dertig rozen. Om hem te bedanken voor de dertig jaar die we ­samen hebben gehad. Voor alles wat hij voor mij heeft betekend. Zoals hij mij ooit een bosje gaf. Dat is zo belangrijk geweest: dat ik het goed heb afgesloten met hem. Anders had ik nooit de volgende stap met Sako kunnen zetten.

Ik vond hem saai, hij vond mij somber

“Ik ontmoette Sako drie jaar na de dood van Herman, een weduwnaar uit het dorp. Kennissen dachten dat we een klik zouden hebben, dus ging ik mee naar een feest waar hij zou zijn. Eerste indruk: ik vond hem saai. Hij had zich ook helemaal niet leuk aangekleed. En hij vond mij somber, zei hij later. Ik was volgens hem aan het zeuren over werk.

“Toen ik hem daarna tegenkwam bij Albert Heijn heb ik toch gevraagd: ‘Kom je een keer een glaasje wijn drinken?’ Iets in mij zei: probeer het. Hij zou nog van zich laten horen. Maar dat deed hij niet. Waarop ik dacht: wat een domme man om mij te laten lopen. Ik dacht ook: zie je wel, dit is voor mij niet weggelegd.

“Toen Herman net overleden was, ging ik nog elke dag naar het graf. Ik wilde het liefst het graf induiken, hem vastpakken, de leegte opvullen. Inmiddels ging het me beter af om alleen te zijn. Ik deed mijn trouwring af en besloot mijn huis op te knappen, zodat het meer van mij werd.

Twee maanden later kwam ik Sako opnieuw tegen. Ik zat in een restaurant in het dorp, hij kwam binnen en keek me toevallig recht in de ogen. Hij was alsnog verkocht. Op het feest vond hij me somber, nu zag hij een sprankelende blik. ‘Ik ben je niet vergeten’, zei hij, ‘ik bel je’.

Hij had allerlei vragen bedacht, ik niet

“Ik weet nog hoe spannend ik het vond dat hij een wijntje zou komen drinken, ik was er misselijk van. We hebben die avond een goed gesprek gehad. Hij had allerlei vragen bedacht – ik niet, ik ging er gewoon zo in. Kort daarop vroeg hij: wil je met mij het avontuur aangaan?

“Sako heeft wel expliciet tegen me gezegd dat ik hem in zijn zijnswijze moet accepteren. Neem die sokken. Ik ga de strijd niet meer aan. Ik ben minder kattig.

“Achteraf denk ik ook: Elizabeth, had je niet wat aardiger kunnen zijn tegen Herman? Ik besef nu hoe belangrijk de liefde voor elkaar is. Die staat centraal. Die raak je kwijt als je de strijd aangaat.

“Ik had nooit gedacht dat het me zou lukken een nieuwe liefde aan te gaan. Dat ik mezelf opnieuw zou durven blootgeven. Maar het is gelukt. Een bevrijdend ­gevoel.”

De namen in dit artikel zijn gefingeerd om privacyredenen. De echte namen zijn bekend bij de hoofdredactie.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden