ColumnMerijn de Boer
Een enorme bons, bloed op het marmer
Ik begon het nieuwe jaar met een enorme bons. Het was halfzeven in de ochtend, buiten was het nog donker. Net daarvoor was ik half slapend naar beneden gelopen, met mijn zoon op mijn arm en mijn dochter aan de hand. We deden stil, zodat mijn zwangere vrouw kon doorslapen.
In de woonkamer knipte ik her en der wat lampen aan. De kerstboom stond er nog. Ik zette Buurman en Buurman op voor mijn kinderen en liep door naar de keuken.
Omdat we twee weken in Nederland waren geweest, was ik even vergeten dat onze keuken vanwege het lage plafond een gevarenzone is.
Op het aanrecht stond een sneeuwwitte mok. Die hadden we een tijdje geleden gekregen in de hypermarché. Het was een erg onooglijke mok. Ik bedacht dat ik hem beter naar de periferie van de keuken kon verbannen.
Ik stak mijn vinger in het oor van de drinkbeker, keek er ter afscheid nog een laatste keer naar en stond op het punt om de uit de gratie geraakte mok af te voeren, toen ik met mijn hoofd tegen de metalen balk van het plafond knalde.
Languit lag ik op de keukenvloer. Ik was niet bewusteloos maar ik kon ook echt niet meer op mijn benen staan.
Uit de woonkamer klonk de vrolijke muziek van Buurman en Buurman.
Ik leef nog, dacht ik. Voorzichtig voelde ik aan mijn hoofd. Mijn haren waren plakkerig. Er druppelde wat bloed op het marmer.
Terwijl ik moeizaam opstond, realiseerde ik me dat het een weinig heroïsch einde was geweest. Niet door vijandelijk vuur. Niet omdat ik een kind uit een brandend huis redde. Nee, vanwege een mok.
Ik voelde tamelijk veel woede opkomen jegens de mok
Volgens de Britse psychoanalyticus John Flügel (1884–1955) bestaan er twee typen mensen: intropunitieve, die zichzelf altijd onmiddellijk de schuld geven als iets verkeerd gaat, en extrapunitieve, die in eerste instantie naar een ander zullen wijzen.
Hoewel ik ontegenzeggelijk intropunitief ben, voelde ik tamelijk veel woede opkomen jegens de mok. Ik zag weer voor me hoe ik in de hypermarché naar de rekken met melk wandelde. Er stond een vrouw met een schort van een melkmerk om. Ze deelde mokken uit. Mijn dochter wilde er onmiddellijk een hebben.
“Dan moet je wel twaalf pakken kopen”, zei de vrouw.
Ze verkopen in Tunesië uitsluitend gepasteuriseerde melk, waardoor je probleemloos grote hoeveelheden kunt inslaan.
Ik keek naar ons karretje, dat al vol was. Mijn zoon lag er languit in, op zoek naar de frambozen.
“Nou goed”, zei ik.
Met het ene dozijn onder mijn ene arm, het tweede onder mijn andere, probeerde ik de zwaarbeladen kar in de richting van de kassa te duwen. Mijn dochter rende vooruit met de mok, dolgelukkig. Ze heeft er nooit meer naar omgekeken.
Merijn de Boer is schrijver, huisman en expat. Zijn vrouw is diplomaat. De Boers laatste roman De Saamhorigheidsgroep stond op de shortlist van de Libris Literatuurprijs 2021. Lees zijn columns hier.