Poëzie
Een bijna goddelijke opdracht
De zwarte letters op het gouden omslag waren zó langgerekt dat het even duurde voor ik de titel van de bundel ontcijferd had: ‘Godface’. Hoe liet dat woord zich het beste vertalen, vroeg ik me af. Gods gezicht, godengezicht? En wat werd ermee bedoeld? Ergens halverwege de bundel las ik in het wonderlijke titelgedicht: haar grimas veranderde steeds een beetje meer / als een grilliger wordende moedervlek waar je je zorgen over maakt / ‘godface’ riep ik ‘a god that kills you’ ze moest altijd om me lachen.
‘Godface’ is een debuut, al is Karami geen volstrekte nieuweling in de dichtkunst: vorig jaar stond ze in de finale van het NK Poetry Slam. De nogal eigenaardige biografie op de achterflap van haar bundel vertelt daarbij dat ze niet alleen schríjft, maar ook werkt als yogadocent, als jeugdarts, en: als ringarts bij vechtsportgala’s. Dat vechten lijkt ook in haar taal geslopen. Ongeveer even grillig als die moedervlek is de poëzie. Die is hoekig, doet eigenlijk nergens een poging om de lezer terwille te zijn.
De verschillende afdelingen hebben Chinees aandoende titels. ‘Wanhua’, heet de openingsreeks, ‘Songshan’ is de titel van de slotafdeling, het blijken namen van wijken in Taipei te zijn. Is de bundel te lezen als een denkbeeldige ‘wandeling’ door de Taiwanese hoofdstad?
Een stem die houvast zoekt
De gedichten mogen verwijzen naar een bestaande werkelijkheid (Taipei, suikerfeest, gazastrook, leidseplein), er komt een surreële en harde wereld in naar voren, waarin een vriendin haar vader vermoordt, een jongen vier mensen doodt in het verkeer, waarin dorpen voorkomen waar ‘bijna niemand meer leeft’.
Een treurige wereld, vol eenzaamheid, met moeders die in casino’s te vinden zijn: om mijn moeder te zien / ga ik naar holland casino / ladies night gratis drankje vind ik haar bij roulette / extreem gedehydreerd / vertelt dat in de toekomst / gezelschap van de mens / onnodig is door robots / belooft me er een
Door dat alles heen klinkt een stem die naar houvast zoekt, die probeert zich rekenschap te geven van waar ze vandaan komt en waar ze is. Dromen – gedichten zitten vol curieuze scènes en nachtmerrieachtige taferelen – vormen een onlosmakelijk deel van die zoektocht: ‘ik ga weer slapen / want ik heb nog niet gedroomd’. Maar deze stem laat zich niet aan banden leggen, de weg leidt van ‘agitatie’ en ‘aversie’ (gemoedstoestanden die als ondertitels bij de afdelingen fungeren) uiteindelijk naar ‘euforie’, en tot een bijna goddelijke opdracht: mijn behoefte om geaccepteerd te worden / maakte me onzichtbaar / durf te schijnen zei Ze.
Poëzie die niet voor één gat te vangen is, en dat heeft ook te maken met Karami’s grimmige humor: in die periode liet ik me inhuren als vogelverschrikker / een slecht betaalde baan maar ik was blij / dat ik in de natuur stond / tot ik in de krant las dat mestgassen / kankerverwekkender zijn / dan sigarettenrook of uitlaatgassen.
Onvergelijkbaar, vervreemdend.
Asha Karami
Godface
De Bezige Bij; 104 blz.; € 22,99
vogelverschrikker
in die periode liet ik me inhuren als vogelverschrikker
een slecht betaalde baan maar ik was blij
dat ik in de natuur stond
tot ik in de krant las dat mestgassen
kankerverwekkender zijn
dan sigarettenrook of uitlaatgassen
terug in amsterdam huurde ik een kamer
bij een nigeriaanse vrouw
voor haar verjaardag kocht ik sokken
ik begon me steeds vermoeider te voelen
en kon niet meer werken
op een dag werd ik gebeld
omdat de man een indiaas accent had dacht ik
dat hij echt bij microsoft werkte
hij stelde zich voor als peter williams
gelukkig was de huur net betaald
en kon ik maar duizend euro rood staan
hij had me gehypnotiseerd zeg ik je
het computerscherm werd minutenlang zwart
ik wist het maar kon niet stoppen
de bank kon niets voor me doen
drie tot maximaal vijf jaar in de schuldsanering
alle post wordt naar mijn bewindvoerder
doorgestuurd ik hield toch niet van post
ik mag pas een kaartje sturen
als mijn bewindvoerder het goedkeurt
Asha Karami
Janita Monna (1971) is journalist en recensent. Ze woonde lange tijd op Bonaire waar ze als correspondent werkte. Monna werkte als redacteur Poetry International festival en was initiatiefneemster voor de jaarlijkse Gedichtendag. Voor Trouw schrijft ze wekelijks over poëzie.